Marten Bierman's mix van nationalisme en ecologie

Marten Bierman is planoloog en sociaal geograaf bij het SISWO (stichting universitair instituut voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek) in Amsterdam en actief bij Groen Links (in 1990 red.). Hij verzet zich tegen de plannen van het rijk (vierde nota ruimtelijke ordening) om er in de randstad tussen nu en het jaar 2015 twee miljoen woningen bij te bouwen. Bierman vindt dat in strijd met het Nationaal Milieu Plan. De Randstad zal door het plan veranderen in een tweede Tokio. Dat zal ten koste gaan van de leefbaarheid en het milieu zal op grove wijze worden aangetast. Volgens Bierman zijn die twee miljoen woningen helemaal niet nodig.
Hij stelt dat beleidsmakers veel te weinig rekening houden met de vergrijzing van de bevolking. Over tien jaar zullen er gaandeweg meer mensen sterven dan er worden geboren, waardoor er zeer veel huizen zullen vrijkomen. Daar komt bij dat veel ouderen op dit moment  te groot wonen. Mensen die alleen zijn overgebleven nadat hun kinderen het huis hebben verlaten en waarvan de partner is overleden willen best naar iets kleiners, maar vaak zijn er weinig mogelijkheden voor hen. Marten Bierman wil dat bij de planning van nieuwbouw niet alleen wordt gekeken naar mensen die te krap zitten maar ook naar hen die te ruim zitten. Juist voor de laatste groep moet je woningen bouwen, kleine woningen. Dan komen er immers veel grote woningen vrij. Dat lukt alleen als de kwaliteit van die kleine woningen bijzonder hoog is, anders zullen mensen niet voor die woningen kiezen. Bierman vraagt zich af of het getal van 2 miljoen woningen wel goed is onderbouwd.
Daarnaast vindt Bierman dat er moet worden gestreefd naar het niet verder toenemen van de bevolkingsgrootte in Nederland.  Dat wil hij bereiken door door buitenlanders te weren en de allochtone bevolking te stimuleren om te vertrekken. Als dat lukt zal het volgens zijn zeggen al helemaal niet nodig zijn om de groene weilanden vol te bouwen. Sterker nog: bouwen in het Groene Hart zou de migratie te veel bevorderen.
Tot zover de uiteenzetting van de ideeën van Bierman.

Deels ben ik het eens met de kritiek van Bierman op de bouwplannen van de overheid. Ook heb ik er in principe geen bezwaar tegen om bevolkingsaantallen te betrekken in milieuvraagstukken. Gezien het grote aantal plant- en diersoorten op de wereld, vind ik het niet logisch dat de mensheid zo vreselijk veel ruimte in beslag neemt. De mens vormt zo langzamerhand een plaag ten koste van de overige natuur. Maar met de selectieve manier waarop Bierman bevolkingsgrootte en milieu koppelt ben ik het zeer oneens.

Marten Bierman discrimineert naar mijn mening door over buitenlanders te beginnen als het gaat om de vraag of Nederland vol is.  Als een land vol is, eventueel te vol, dan is dat een zaak van IEDEREEN in dat land. Waarom doet Bierman geen oproep aan iedereen om voorlopig maar eens even geen kinderen te nemen? Omwille van het milieu. En ook om ruimte te maken voor de vele buitenlanders die om politieke of economische redenen op de vlucht slaan en hier een veilig heenkomen zoeken. Waarom geen oproep aan alle homoseksuele mannen en vrouwen in de hele wereld om naar Nederland te komen. Die krijgen doorgaans weinig kinderen dus zij zullen het milieu niet schaden met een teveel aan nageslacht.

Bierman stelt dat Nederland vol is. Hij suggereert dat er zoiets bestaat als een natuurlijk draagvlak dat aangeeft hoeveel mensen er in een bepaalde streek zouden kunnen wonen. Alsof dat niet in grote mate afhankelijk is van hoe de economie is georganiseerd. En van de manier waarop ieder individu leeft. Een veganist heeft bijvoorbeeld slechts één achtste deel van de landbouwgrond van een vleeseter nodig. Als Nederland een zelfvoorzienend land was zou zijn verhaal nog enigszins opgaan. Dan zou het aantal mensen dat hier kan wonen inderdaad begrensd zijn. De situatie is echter een geheel andere. Nederland is een klein gebiedje met een grote concentratie industrie,  infrastructuur, kennis en bewoners.  Dat is mogelijk doordat er buiten Nederland grote gebieden zijn waar op grote schaal delfstoffen, landbouwproducten en ook arbeidskrachten vandaan komen. Je zou Nederland moeten beschouwen als een soort hoofdstad met de derde wereld als het bijbehorende platteland. Wat Bierman voorstelt is om de mensen van dat zogenaamde platteland botweg te beletten om in de stad te komen. Bovendien wil hij de buitenlanders die hier al wonen stimuleren om te vertrekken. Gezinshereniging moet maar in het land van herkomst, zo stelt hij. Een verschil met de beruchte pasjes-wetten in Zuid Afrika is er natuurlijk nauwelijks. Het enige verschil is dat de tegenstellingen zich in Zuid Afrika binnen één streek afspelen waardoor het een stuk duidelijker is wat er gebeurt.

Nederland is een soort hoofdstad en de derde wereld het bijbehorende platteland. Ik zou willen dat het anders was. Dat niet alle welvaart hier is geconcentreerd. Dat in alle streken welvaart en vrijheid is en dat daarmee ook de scheiding tussen arm en rijk er niet is. Uit milieu-oogpunt zou ik bovendien graag richting zelfvoorzienendheid gaan. Op dat moment zullen er geen vluchtelingenstromen meer zijn. Iedereen heeft dan op de plaats waar hij of zij is opgegroeid de mogelijkheid een goed leven te leiden. Het weren van immigranten die er (nu) blijkbaar alle reden toe hebben om hierheen te komen, vind ik kortzichtig en onderdrukkend. De tegenstellingen tussen rijk en arm worden ermee in stand gehouden in plaats van opgeheven. Zo'n opstelling is nationalistisch en discriminerend.

 

Michèl Post

 

Dit artikel heeft in 1990 gestaan in 'Het Groeiend Dak', de bewonerskrant van ecologisch woningbouwproject Het Groene Dak te Utrecht. Marten Bierman zat destijds in de commissie van aanbeveling van dit project. Na zijn uitlatingen is hij door de vereniging uit de commissie gezet.