Reactie op de "Flikkerbluf!"

Op deze pagina vind je een uitgebreide kritiek van Michèl Post op de Flikkerbluf! We vroegen de flikkers die die Bluf! gemaakt hebben om te reageren. Twee reacties staan op de pagina's hiernaast. We hopen dat deze stukken aanzetten tot een discussie over o.a. lustbevrijding en hetero-arrogantie in een actiegeile beweging, waarin mensen van allerlei gezindten hun nek durven uitsteken.

Terug van vakantie vond ik het leuk om te ontdekken dat er een Flikkerbluf! lag (themanummer van het tijdschrift Bluf! geschreven door flikkers uit de kraakbeweging). Ik vind al heel lang dat Bluf! veel meer over het persoonlijke zou moeten schrijven. Jammer dat daar blijkbaar alleen in de komkommertijd ruimte voor is. Het stuk over het meneren-effect sprak me nog het meeste aan. De afstandelijkheid van meneren is denk ik niet iets waar alleen flikkers last van hebben, tussen heteromannen is het net zo hard voelbaar.

Ik vind het moeilijk om over de flikkerbluf! in het algemeen te schrijven. Ik ga hier alleen uit van de presentatie waar in de flikkerbluf! voor is gekozen. Wat ik mis in de seksualiteit en de omgangsvormen zoals die vanuit de flikkerbluf! op mij overkwamen is de verzorgendheid en de duurzaamheid. Zonder potten als voorbeeld te stellen, valt het mij op dat zij in het algemeen veel stelleriger met elkaar omgaan. Dat trekt mij persoonlijk meer. Ik wil hier niet pleiten voor monogame relaties, maar wel voor diepgaande, heel persoonlijke en verzorgende relaties. Die sfeer proef ik niet zo uit de flikkerbluf! Ik ben het er helemaal mee eens dat (stuk van Huib, kolom drie) "vrouwelijke eigenschappen er zijn om ze je eigen te maken. Dat er dan een hoop machtsongelijkheid weggenomen zal zijn". Maar ik vind het jammer dat het gezegd wordt in een context waarvan ik vind dat-ie teveel alleen op het seksuele slaat. Wat ik wil zeggen is: seks en lust bestaan voor mij niet los. Ik zie er geen drijfveren in, geen kern van waarheid of bevrijding. Spreken over lust vind ik seksistisch. Het woord lust wordt gebruikt om flikkerseks een waardevrije pretentie te geven. Daarom vind ik 'lust' verdacht. Ik ken wel relaties die me stimuleren, waarin seksualiteit een (niet afgepaste) rol heeft, maar die zijn seksueel omdat ze duurzaam en verzorgend zijn en nog veel meer. Ik zou ze echter nooit seksueel definiëren. Ik begrijp wel waarom flikkers er omwille van hun strijdbaarheid voor kiezen om dat wel te doen. Maar ik denk ook dat er nog andere redenen zijn waarom ze dat doen. En die vind ik minder geslaagd. Seksualiteit als gepresenteerd in de flikkerbluf! is die seksualiteit die ik bij heteroos (en mezelf) altijd seksistisch en oppervlakkig heb genoemd. Ik zie geen reden om voor flikkers andere normen te hanteren. Ik vind het jammer dat wanneer flikkers in de Bluf! schrijven, ze vaak de meest botte opmerkingen van heteroos over hen citeren. Ik vraag me af of er werkelijk zulke botte opmerkingen 'nodig' zijn om het belang van flikkerstrijd duidelijk te maken. Ik vind dat de flikkerstrijd er door wordt vervormd. Is de flikkerstrijd dan zo kwetsbaar dat ze alleen kan functioneren binnen grote ongenuanceerde maar overzichtelijke tegenstellingen? Of wordt-ie er niet door vervormd maar identificeren die flikkers zich juist met deze heteroos en zijn ze net zo macho en seksistisch als hen?

Ik vind eigenlijk iedere relatie met mensen problematisch als verzorgendheid en seksualiteit niet ook een belangrijke rol spelen. Dat betekent niet dat ik met iedereen moet of wil vrijen. Maar bij veel mensen blijkt dat sowieso niet mogelijk te zijn omdat er allerlei rolpatronen in de weg staan. Met hen kan ik dan nog maar moeilijk samenwerken op andere vlakken. En dat geldt voor alle relaties; die met m'n vader en m'n moeder, met vrouwen, met feministes (als je die apart kunt noemen naast vrouwen), met kinderen, met mannen in actiegroepen en met losse mannen. Het slaat ook op relaties in actiegroepen. Ik wil dat zo'n groep naast radicale politieke doelen, het net zo belangrijk vind dat je verantwoordelijk bent voor elkaar en verzorgend en dat ook seksualiteit daarin een  rol speelt. Ik vind dat de strijd naar buiten voort zou moeten vloeien uit hoe je met elkaar omgaat. Dat het zo is dat je vanuit radicale omgangsvormen met elkaar al razend wordt op het systeem. Het is vanuit deze opvatting én vanuit de ervaring met sommige vrouwen, dat ik moeite heb met traditionele niet-seksuele mannenvriendschappen.

Ik ben het eens met wat ik in de flikkerbluf! las, dat seksualiteit een noodzaak is om de omgang met mannen radicaal te verbeteren. Het verschil met mijn opvatting is dat ik daar ook nog het hele scala van verzorgendheid aan toevoeg. Dat laatste vanwege mijn eigen behoefte aan verzorgendheid en de feministische ideeën die hierover bestaan die ik deel.

Nu eerst een kort overzicht van m'n seksuele leven. Vanaf m'n tiende (misschien wel eerder) begon ik me met m'n lichaam in een isolement te voelen. M'n ouders dachten blijkbaar dat ik geen behoefte had aan vrijen of dat ik genoeg had een die ene kus voor het slapen gaan, een omhelzing van alleen m'n moeder of een aai over m'n bol van m'n vader. Ze vreeën godver niet met me. Ik deed van alles om dit gevoel te compenseren, vergelijkbaar met wat er in de flikkerbluf! staat in dat persoonlijke jeugdverhaal. Jaren later, vanaf m'n veertiende, begon een geleidelijk proces waarin ik m'n behoefte aan aandacht en seksualiteit volgens het geijkte patroon steeds meer op vrouwen begon te richten. Nu achteraf kan ik met overtuiging zeggen: wat heb ik enorm veel van vrouwen moeten leren voordat ik niet-onderdrukkend met ze om kon gaan. Ik probeerde feministische waarden en normen in overeenstemming te brengen met mezelf, ik leerde anti-patriarchaal denken, over rolpatronen en over (m'n eigen) seksisme. Ik leerde van hoe vrouwen met elkaar omgaan en ik leerde hoe stereotiep ze soms ook zelf kunnen zijn. Dat alles bleek een voorwaarde te zijn vóórdat ik me lichamelijk leerde ontspannen, initiatieven durfde te nemen zonder me seksistisch te voelen, en zonder schuld of dwang seksueel opgewonden kon raken. Seks verloor z'n symboliek en werd communicatie. Seksualiteit werd onderdeel van het elkaar verzorgen.

Ik voel mezelf niet feministisch omdat ik 'kies voor vrouwen' of omdat ik 'vrouwvriendelijk' wil zijn. Met vrouwenstrijd ben ik solidair maar ik weet dat ik hem niet voer. Toch voel ik mezelf niet hypocriet als ik feministisch praat. Het zijn feministische ideeën die een belangrijk onderdeel uitmaken van de maatschappij-analyse die ik maak (anti-patriarchale) en m'n strijdbaarheid naar buiten. Ik streef naar feministische omgangsvormen. Daarmee bedoel ik een omgang waarin je rolpatronen probeert uit te bannen door anderen (of een ander) proberen te geven wat je ook van anderen verlangt. Teruggeven waar je zelf behoefte aan hebt. Dus nooit een ongelijke ruil (op lange termijn). Het gaat om het onderkennen van de goede elementen van stereotiep vrouwelijke en mannelijke eigenschappen en die te delen/verdelen. Ik praat liever over feministische omgang dan over collectieve omgang omdat juist de vrouwelijke invloed/inbreng zich vaak nog te onzichtbaar en ongemerkt laat gelden in relaties. Ik vind feministische omgang strijdbaar. Ik ben er van overtuigd dat als je gelijkwaardiger met elkaar omgaat, je elkaar des te meer stimuleert in de strijd tegen ongelijkwaardigheid in de wereld.

Ik vind het niet kloppen als er wordt gesuggereerd dat relaties tussen mannen en vrouwen niet goed kunnen zijn, dat er daar per definitie iets scheef zit of mis moet gaan. Als je dat zegt moet je het op z'n minst ook hebben over de tegenstrijdigheden van het flikkerzijn. Binnen heteroseksuele relaties kunnen ook radicale ontwikkelingen plaats vinden. Stellen dat het per definitie fout moet gaan omdat je nu eenmaal met dat man/vrouw zit, is seksistisch. Daar komt nog bij dat flikkerseks wordt gezien als iets sec revolutionairs, als "het hele diepe", als het punt waar doel en middelen samenvloeien. Ik zet daar mijn opvatting tegenover: revolutionair zou ik het vinden als mannen elkaar begonnen te verzorgen en dat politiek maakten. Het "hele diepe" zoals in de flikkerbluf werd gebruikt is een gevoel dat ik goed ken. Vooral uit m'n pubertijd bij vrouwen, maar ook nu nog steeds bij zowel mannen al vrouwen. Het is de weerzin om me in te laten met een seksualiteit die losgeslagen is van m'n bewustzijn, die voor mij a-politiek is, en waarin ik mezelf alleen maar kan verliezen (en dat is iets anders dan er helemaal in opgaan). Kortom, een 'hoerige' seksualiteit waar ik niet aan wil. Het doel en de middelen vloeien voor mij samen in duurzame, persoonlijke, verzorgende en politieke relaties die een basis vormen voor de strijd.

Ik ben het eens met de kritiek dat vele heel goed weten waartegen ze vechten, maar niet goed waarvoor. (stuk van Huib, kolom een). Ik vind ook dat veel vrijheid er nu al zou kunnen zijn. Dat de acties gerommel in de marge zullen blijven als mensen hun onderlinge mogelijkheden blijven ontkennen. Voor mij ligt die vrijheid alleen niet in flikkerrelaties zoals ik die uit de flikkerbluf! moet begrijpen. Ik vind het de ook niet leuk om te lezen dat ik ergens in ben blijven hangen als ik me niet in flikkerrelaties stort. Flikkerstrijd wordt gemaakt tot dé strijd (voor mannen). Onzin vind ik dat. Ik ben solidair met de strijd om seksualiteit tussen mannen maatschappelijk geaccepteerd te krijgen, maar van mij kun je niet verwachten dat ik daadwerkelijk meedoe aan een strijd die een seksualiteit en omgang geaccepteerd wil krijgen waar ik me niet verbonden mee voel (die van de flikkerbluf! dus). Flikkers zijn mannen en hebben net als heteromannen een mannelijk rolpatroon (ook al hebben flikkers minder directe relatieproblemen met vrouwen). Voor beiden vind ik het belangrijk dat ze hun stereotiepe trekken analyseren. Flikker zijn is geen reden om dat niet te doen. Ook het politieke belang van de strijd voor mannenseksualiteit is geen reden om die analyse niet te maken (juist niet).

Het is geen revolutionair gegeven dat sommige jongens ontdekten dat ze verliefd werden op jongens en anderen dat ze dat werden op meisjes. Allebei zitten we daarmee met een eenzijdigheid opgescheept. Flikkers met een seksualiteit die maatschappelijk niet is geaccepteerd en heteroos met een seksualiteit (en bijbehorende omgangsvorm) die niet wordt geaccepteerd door (feministische) vrouwen. Allebei zitten we met het stereotiep mannelijk rolpatroon waarin seksualiteit en verzorging te ver uit elkaar liggen. Waarin seks te snel en te vaak als vervanger/synomiem/compensatie van die verzorging gezien wordt (verzorging als verzamelwoord voor 1001 'vrouwelijke' eigenschappen). Niet alleen de 'vrouwelijke' economie zijnde het huishouden maar ook juist aandacht, klaarstaan, tijd hebben, en rustpunt zijn. De richting waarin ik de noodzakelijke veranderingen zie lijkt me duidelijk: feminisering. Ik realiseer me dat het voor een (nog) heteroman gemakkelijker is om dit standpunt in te nemen (omdat-ie wel moet), maar ondanks dat vind ik niet dat het een typisch heterostandpunt is. Bij de uiteindelijke collectiviteit stel ik me namelijk een totale integratie van het mannelijk en vrouwelijke rolpatroon voor (op individueel niveau). Daarom staan flikkers daar niet buiten. Ik vind het belangrijk dat ook flikkers de confrontatie met 'vrouwelijke' waarden aangaan. In relatie met vrouwen lijkt me dat gemakkelijker dan in relaties met mannen, alhoewel er natuurlijk ook een boel heteromannen zijn (de meesten) die zich die 'vrouwelijke' waarden heerlijk laten aanleunen en er niets mee doen. In relaties met mannen lijkt het me trouwens wel eerder belangrijk (noodzaak) om echt zelf 'vrouwelijke dingen' te doen.

In de flikkerbluf! worden redenen gegeven waarom seksuele relaties tussen flikkers en heteromannen zo snel stuk lopen. Naast die redenen denk ik dat het ook zo is dat sommige heteromannen de omgangsvormen van flikkers als oppervlakkig ervaren. Dat die heteromannen bij seksualiteit en relatie andere verwachtingen hebben dan flikkers. Dat die verwachtingen naast het politieke en het seksuele ook die van verzorging (wederzijds naar ik hoop), duurzaamheid en persoonlijkheid zijn. Ik denk dat heteromannen in vrouwen vaak dat zoeken wat ze zelf nog moeten ontwikkelen of nog maar net ontwikkeld hebben. Als flikkers die 'vrouwelijke' waarden en normen niet uitstralen is het moeilijk voor heteromannen om voor flikkers te kiezen. Ik kan me dan ook beter voorstellen dat ik in een relatie met een heteroman verzeild raak, dan met een flikker omdat ik met de eerste een meer vergelijkbare ontwikkeling heb.

Ik stel ter discussie waarom flikkers niet vinden dat zij seksueel ook iets met vrouwen moeten hebben. Ik vind dat ik daar in de flikkerbluf! en in andere flikkerstukken te weinig over lees. Nog wat: ik begrijp dat flikkers zich strijdbaar willen opstellen naar heteromannen, maar ik denk dat het averechts werkt als flikkers nieuwsgierigheid, verlegenheid, belangstelling, kritiek of bemoeizucht te snel af doen met het argument dat het om domme heteroos gaat die het allemaal nog moeten leren, dat ze bekrompen zijn en bang voor hun eigen lijf. Het zal allemaal waar wezen, maar er is meer. Flikkers hebben een uitgangspositie en heteromannen hebben dat. Ik vind het niet goed de ene groep vanuit de andere toe te spreken met de pretentie vanuit "de werkelijke vrijheid" te spreken. Als dat iets af zou doen aan die strijd klopt er iets niet met die strijd.

Ik wil nog eens zeggen dat ik het leuk vind dat de flikkerbluf! er is geweest. Er mogen van mij veel vaker van dat soort Bluf!s komen. Ik zou willen dat er in Bluf! een discussie op gang kwam met als doel dat de 'strijd' en het persoonlijke veel dichter bij elkaar komen.


Michèl Post

 

Dit artikel is verschenen in het tijdschrift Bluf! (1986) als reactie op een themanummer geschreven door Flikkers uit de kraakbeweging. Op dezezelfde pagina's stond direct weer 2 reacties van de schrijvers van de Flikkerbluf! afgedrukt.