Sexisme in de beweging

Sexisme in de beweging

Naar aanleiding van het boek van Judith Metz lijkt het me aardig om eens wat aspecten van mijn eigen seksleven naar voren te brengen. Nu is seksisme, waar het boek van Judith over gaat natuurlijk iets anders dan seks, maar seksisme en rolpatronen komen daar natuurlijk wel in terug. Ik zal maar beginnen met te vertellen dat ik hetero ben, niet 'gewoon' hetero, maar hetero. Vijftien jaar geleden zou ik hier misschien niet hebben durven staan, alhoewel enig exhibitionisme mij nooit vreemd is geweest, maar zeggen dat ik hetero ben zou ik in die tijd niet aangedurfd hebben. Dat was gewoon NOT DONE in mijn kringen. Wat moet je je ter verduidelijking trouwens voorstellen bij die kringen van mij: nou dat was kraken, volop kraken, maar ook heel erg middenklasse en intellectueel en alles uiterst politiek verantwoord. Mannen zag je hier in Vrankrijk op de zaterdagavondse werelddixo uitgebreid met elkaar staan tongzoenen, en ook aan lesbische vrouwen kon je wel zien met wie ze iets hadden. Probeerde er echter maar eens achter te komen met wie hetero's iets hadden. Dat kon je alleen maar toevallig weten, omdat je ze kende, of via het roddelcircuit, te zien was het absoluut niet. Ik deed daar aan mee. De enige gezamenlijkheid met mijn vriendin op zo'n avond was onze gezamenlijke reis er naar toe en de gezamenlijk reis weer terug naar huis. Heteroseks en heterorelaties waren uit de openbaarheid van radicaal links verbannen. Op mensen die deze regels overtraden werd neergekeken, ook door mij. En deze normen hadden hun uitwerking niet alleen in dit soort uiterlijkheden. Ik vond dat iedereen in principe bi was of zou moeten zijn. Dat ook veel potten en flikkers zich niet bi gedroegen of de bi-norm er niet op na hielden, dit ging in die tijd eigenlijk aan mij voorbij. Ik moest en zou aan mijn eigen homoseksuele kant gaan werken, dat was de uiterste consequentie van mijn politieke idealen waarin het allemaal ging om gelijkwaardigheid en gerichtheid op het collectief. Ik kan nu melden dat er helemaal niets van terecht is gekomen. Sterker nog: ik weet nu beter dan ooit dat ik hetero ben en altijd al was. Niet alleen in seksueel opzicht maar ook in sociaal opzicht. In het boek Cassa Blanca heeft Anja Meulenbelt mij een paar leuke woorden meegegeven. We hebben het vaak over hetero-, bi,- of homoseksualiteit, maar zegt Anja, kijk ook eens naar het  sociale leven. Wat ben je dan: gericht op mannen of op vrouwen of op allebei. Ik moet vaststellen dat ik ook op dat punt op vrouwen gericht ben. Dus ook waar het gaat om werken, praten, politiek bedrijven en vriendschappen onderhouden. Heterosociaal dus, ben ik. Het zal misschien niemand verbazen dat ik me identificeer met de potten- en lesbobeweging (de feministische wel te verstaan). Na een dagje homodemonstratie, ieder jaar weer, kom ik steevast thuis met een dikke stapel lesbo-bladen en lees alles met veel plezier door, alsof het mijn wereld is. Homomateriaal boeit me veel minder, en denk niet dat dat komt omdat het over homoseks gaat, want dat vind ik af en toe best spannend, maar omdat het over mannen gaat. Echt deelnemen aan de pottenbeweging is er natuurlijk niet bij, mijn fysieke geslacht maakt dat onmogelijk maar ik zal er direct bijzeggen dat ik daar allerminst rouwig om ben. Ik ben gewoon een man en daar heb ik me nooit echt druk om gemaakt. Het  blijft daarom bij tijdschriften lezen en verliefd worden op vrouwen die vaak lesbisch blijken te zijn. Gelukkig tref ik af en toe vrouwen die ook iets in mannen en in mij zien, wat me steeds weer verbaast omdat ik me er gevoelsmatig zo weinig bij kan voorstellen, wat zoeken ze toch bij mannen? Ik ben geloof ik een beetje seksistisch omdat ik alles wat met mooi en krachtig en echt en levendig te maken heeft met vrouwen associeer. Ooit was ik teleurgesteld, ik was toen 7 jaar en zat in de tweede klas van de lagere school, toen ik hoorde dat Jezus een man was, en het is misschien wel vanaf dat moment dat ik niks meer met god, religie, spiritualiteit of wat dan ook te maken wil hebben. Van alle bladen die vroeger bij ons thuis door de brievenbus kwamen ging ik alleen op in de Tina, de rest boeide me niet. De Pep en later ook Eppo, dat ging veel te veel over mannen, maar dat is natuurlijk een verklaring achteraf.

Een paar keer in m'n leven heb ik kort iets met een man gehad. Het was alleen seksueel, gevoelens van verliefdheid heb ik er nooit bij gehad. Vergeleken met wat ik op seksgebied met vrouwen heb meegemaakt valt het homoseksuele verhaal kwantitatief in het niet. Toch zijn het alleen de mannen met wie ik (naast leuke) ook nare ervaringen op seksgebied heb gehad. Dat ik er achteraf spijt van had, of me smerig voelde, of het gevoel had bijzonder op m'n hoede te moeten zijn omdat het anders misschien wel te ver zou gaan en soms ook ging. Alleen via deze contacten heb ik geleerd hoe het is om je gebruikt te voelen, jezelf object te voelen, gereduceerd te worden voor de lust van iemand anders. Een vrouw heeft mij dat gevoel nog nooit gegeven. Je kunt je echter afvragen in hoeverre daar niet ook een seksistische kijk op vrouwen achter zit waardoor een vrouw mij dat gevoel misschien überhaupt nooit kan geven. Wat blijft staan is dat ik grote verschillen ervaar.

Ik heb de bi-ideologie tegenwoordig verlaten. Ik hou me ook niet meer bezig met de vraag waar seksuele geaardheid vandaan komt. Wat ik nu alleen nog belangrijk vind is dat je de gevoelens die je naar mensen hebt mag hebben en dat je daar, als je dat wilt, ook iets mee kunt doen. Ik vind het belangrijk dat mensen elkaar wat dat betreft geen strobreed in de weg liggen. Of de ideale maatschappij uiteindelijk BI zal zijn, dat zullen we wel zien, ik weet het echt niet.

 

Michèl Post