Wyers: tijd van bezinning, perspectief

Deel 1: perspectief

 

Dit artikel doet verslag van onze bezorgdheid over de afstand tussen de bewoners (van het gekraakte complex Wyers aan de Nieuwezijds Voorburgwal) en de groep de momenteel de activiteiten naar binnen en naar buiten toe bepalen, de coördinatiegroep. Het wordt duidelijk dat ook bij ons het ‘Luik-effect’1 de kop opsteekt. Bij de kraakvoorbereiding werd al gezegd dat zo'n groot pand alleen kan functioneren als de bewoners bereid zouden zijn echt tot samenwerking te komen door b.v. in woongroepen te gaan wonen en/of zich op een brede manier voor het pand in te zetten. Van deze voornemens is weinig terecht gekomen. Geleidelijk aan ontwikkelde de mensen die het meest actief waren een vooruitgeschoven positie in het pand. Voor een deel was dit het gevolg van de passieve houding van veel bewoners. Anderzijds verbonden de mensen in de vooruitgeschoven posities deze met machtsgevoelens (ze vonden het wel leuk). Een deel van hen probeerde na een periode van stress deze macht af te bouwen maar stuitte daarbij weer op onbegrip van de bewoners. Die vonden het wel prettig dat al die keukens, douches enz. voor hen afgebouwd werden. Zo werd de kennis die de actievere bewoners opdeden niet doorgegeven aan de rest van de bewoners. Als actieve bewonerster krijg je dan steeds meer het gevoel dat het niet meer je eigen ideaal is dat je probeert te verwezenlijken maar dat je eigenlijk een verzorgingsstaat voor anderen in stand houd. Een aantal mensen taaide af. De anderen gingen wel door en werkten zich t.o.v. het pand steeds verder in het isolement. Aan hun idealen werd individueel en afzonderlijk gewerkt. Je zou haast zeggen vanuit een soort plichtsbesef. Pogingen om te komen tot een nivellering van huur en inkomen zijn consequent om zeep gebracht door mensen die een uitkering hebben2. Tegen deze achtergrond moet ook het opstarten van bedrijfjes als Frank' s avondwinkel en Zorro's Zion Restaurant worden begrepen3. Niet vanuit een positieve ideële stimulans maar vanuit financiële noodzaak. De bar, de galerie en de kledingzaak zijn overigens wel voorbeelden waar de organisatie niet strikt individueel is. Onder de bewoners is vooralsnog geen wezenlijke discussie over medeverantwoordelijkheid, concrete afspraken over samenwerking, nivellering en andere interne zaken zoals nieuwe bewoners, bouwen, politiek en toekomstperspectief. Na het woon-werkcongres is de z.g.n. modelkamer met geen vinger meer aangeraakt.

Een van de redenen waarom er geen collectieve inspanningen van de grond komen is naar onze mening het stelletjes gerichte denken en doen. Omdat mensen zich emotioneel opsluiten in dit soort relaties en deze daarom niet ter discussie stellen, blijft er weinig over voor een gemeenschapsgevoel in groter verband. Vanuit hun gesloten relatie ervaren mensen de schijngemeenschappelijkheid waarschijnlijk als een gemeenschappelijkheid waardoor ze niet tot kritiek komen op die schijn. Zonder zo’n relatie ben je veel kritischer naar de groep waarin je leeft en zul je eisen dat meer dingen bespreekbaar worden. Intern geldt dat het in Wyers ontbreekt aan openlijke discussie, het denken over gemeenschappelijke doelen, er is weinig gemeenschappelijke betrokkenheid is, laat staan een gemeenschappelijk ideaal. Als Wyers ontruimd wordt is de sociale structuur in een klap weg, dan zal blijken dat het gebouw en niet de idealen het belangrijkste bindmiddel zijn. Voor ons is dat geen basis om politiek te bedrijven.

De coördinatiegroep heeft hele avonden gepraat over de verwijdering tussen hen en de bewoners. Ze snappen blijkbaar niet dat zij er zijn juist vanwege het gebrek aan initiatieven van de bewoners op velerlei gebied. Als oorzaak van de afstand worden veelal technische problemen aangevoerd. Te weinig tijd, te weinig mensen, en te weinig informatie overdracht. Dit terwijl er een fundamentele discussie op gang zou moeten komen over hun positie. De mensen van de coördinatiegroep hebben jammer genoeg geen inzicht in wat er werkelijk leeft onder de bewoners. Het is moeilijk om toe te geven dat actievoeren op deze basis wel tot stress moet leiden, omdat juist zij wel een idealisme hebben en zicht hebben op alternatieven.

Voor de actieve bewoners geldt dat als het pand wordt aangekocht, 'hun taak erop zit' en zij zich verder niet bezig zullen houden met het ideaal waar ze nu voor strijden. Voor de andere bewoners geldt dat 'n ontruiming voor hen het laatste duwtje in de rug is om hun ideaal eindelijk te verwezenlijken, een gekraakte GDH-Woning. De Coördinatiegroep houd naar de gemeente het image op van een florerende woonwerk-cultuur die bedreigd wordt door een hotelgigant. Helaas wordt hun actie niet gevoerd vanuit het werken aan zo’n woonwerkcultuur. Het ontbreekt aan de praktische en emotionele basis die voor zo’n samenlevingsvorm nodig zou zijn. De strijd is verworden tot een louter politieke strijd waarin beide partijen om het hardst hun strategie opbouwen. Een situatie waar een aantal mensen zich wel lekker bij voelen maar waar ze nu toch vraagtekens bij gaan plaatsen. De bonzen daarentegen vinden het reuzenlekker, omdat dit het soort situaties zijn waarin ze allerlei informatie naar zich toe kunnen trekken.

Natuurlijk heeft Wyers veel perspectieven en is de strijd tegen de cityvorming iets dat moet doorgaan. Dit stuk is alleen een kritiek op hoe die strijd tot nu toe is gevoerd en hoe de perspectieven die Wyers biedt veel verder uitgebuit hadden kunnen worden. Wat wij ons afvragen is hoe je in deze situatie nog gemotiveerd kan blijven, en dat is natuurlijk een vraag naar de coördinatiegroep in het bijzonder. Is het niet zo dat politiek maken op deze basis heel gevaarlijk is en alleen maar steeds fictiever kan worden. De woon-werkcultuur zoals die op papier staat kan nooit het product zijn van een afzonderlijke individuele inspanningen. Natuurlijk kan zij alleen het product zijn van een gemeenschappelijke inspanning. Leiding is daarbij natuurlijk alleen te accepteren, wanneer zij zich ten doel stelt zich in die functie overbodig te maken. Een discussie over Wyers als geheel, als gemeenschappelijke inspanning is in feite taboe. De vraag of je als groep doorgaat, of je je als groep over een eventuele ontruiming heen kan zetten en elders net zo hard terug kan komen. En dit staat natuurlijk los van de en-en formule van Heerma, het zogenaamde deportatieaanbod. Daar op ingaan betekent zijn cityvormingbeleid honoreren.

In deze discussie zouden ook de bedrijven meegenomen moeten worden. Dan moet duidelijk worden in hoeverre de bedrijfjes meegaan in het denken als betrokkenen bij het geheel. Als zij geen actieve rol in deze discussie gaan spelen hechten zij waarschijnlijk ook niet zoveel waarde aan die woonwerkcultuur. Ook is er weinig discussie over de aard van de bedrijfjes. Wat voor bedrijven worden het, is het zinvol werk of loonarbeid, zijn ze commercieel of ideëel, op welke wijze hebben de bewoners zeggenschap over de vestiging van de bedrijfjes en de winstdeling. Dit is van levensbelang voor de toekomst van het pand. Waar ligt het verschil tussen woonwerkcultuur en projectontwikkeling?

Kraken zou een vrijplaats kunnen vormen om te ontkomen aan de onderdrukking van gezin, staat, loonarbeid, school en universiteit. Daarom moet kraken meer zijn dan een beweging die slechts kritiek heeft op dit soort autoritaire instituties, meer dus dan een tegenbeweging. Velen zijn zich hiervan bewust, maar waar halen mensen dan nog de energie vandaan om op deze dubbelzinnige manier door te gaan. Geprobeerd moet worden een manier van werken en wonen te ontwikkelen die bovengenoemde autoritaire instituties overbodig maken. Net zoals 'de strijd tegen het seksisme de basis moet zijn voor een collectieve arbeid, moet een collectieve arbeid de basis zijn voor een politieke strijd naar buiten toe.

Ondertussen gaat de coördinatiegroep door met actievoeren. Tot nu toe is dit slechts een reageren op het offensief van de gemeente. Zij kunnen naar buiten toe niet zichtbaar maken wat er zich op alternatief terrein werkelijk afspeelt. Zo verwordt hun strijd slechts tot een anti-strijd en dit kan niet meer zijn dan een reflexie van de burgerlijke maatschappij. Je doet dan in feite niets méér dan iedere parlementariër.

Wat we zien is allèèn de politieke strijd, wat eenzijdig is of eigenlijk: een omkering van zaken is. Hier wordt tegenin gebracht: 'je kunt niet op alle gebieden progressief zijn'. Wat we echter zien

is dat op de manier waarop nu actie wordt gevoerd individualisme en seksisme de vrije hand hebben. Seksisme wordt duidelijk in de overheersing van mannen in b.v. de vergaderingen zowel in aantal als in houding. Individualisme wordt zichtbaar in o.a. de consumptie-mentaliteit van de bewoners.

Wij beginnen steeds meer te denken: stenen gooien, rellen, politieke actie ,begint het zo langzamerhand niet steeds meer de functie te krijgen van het achteraf goedmaken van een ontverwezenlijkt ideaal. Het begint steeds meer de functie te krijgen van de compensatie van een falen waar de overheid niet voor de volle honderd procent verantwoordelijk gesteld mag worden. Wyers is voor mij (Michèl) het eerste pand waar ik van het begin af aan dichtbij betrokken ben geweest en daarom kom ik juist nu tot deze kritiek. Een beweging waar ik in het begin veel vanzelfsprekender in meedraaide, daarin word mij steeds duidelijker dat er nog geen discussie is over de burgerlijke waarden en normen die nog steeds zeer sterk hun invloed hebben. De 'discussie' die gevoerd wordt heeft dan ook geen bindende uitwerking op volgende gebeurtenissen zodat het wiel iedere keer weer opnieuw uitgevonden moet worden. Is de Luikdiscussie soms alleen voor insiders geweest? Laten we ophouden met te zeggen dat er niet zo snel alternatieven te vinden zijn, want vanzelf zullen ze er niet komen. Ik vind het moeilijk om mee te draaien in een groep die alle verantwoordelijkheid afschuift op de overheid zonder het ook zelf over verantwoordelijkheid te hebben.

Wij hopen dat mensen naar aanleiding van discussie over dit stuk komen tot het innemen van duidelijke standpunten. Wat heel belangrijk is, is de vraag of mensen de druk van de politieke activiteiten opzij durven te schuiven en deze niet langer als excuus te gebruiken om over een aantal zaken niet te praten. Anders bereiken we een punt waar het offensief van de gemeente ons per definitie al verlamt zonder dat we daar tegen zijn gewapend. Zonder kracht opgebouwd te hebben. Anders gaat iedere ontruiming een desillusie betekenen.

 

Michel Post, ex-bewoner van Wyers
Berd van Petersen, bewoner van Wyers
Marcel, bewoner van Wyers en lid van de coördinatiegroep

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Bluf! - 1982

 


1 Luik-effect is het met veel bravoure kraken of herkraken van een pand en het vervolgens niet verantwoordelijk zijn voor de neveneffecten van zo’n gebeurtenis. Vanuit verantwoordelijkheidsgevoel gebeurt het maar al te vaak dat mensen die daar eigenlijk niet voor kiezen of weinig tijd hebben, plotseling heel veel tijd moeten gaan steken in allerlei taken die uit zo’n kraak voortvloeien. Zoals de zorg voor arrestanten, het wegnemen van onrust en bezorgdheid bij buurtbewoners, het in goede banen leiden van de publiciteit. Om nog maar te zwijgen van het organiseren van het wonen in het betreffende pand. De arbeidsdeling die ontstaat is ook heel seksistisch: macho’s kraken het pand en vrouwen draaien op voor de zorg er omheen.

2 Lees: de rijken. Veel mensen bezitten geen uitkering omdat ze daarvoor nog te jong zijn, illegaal zijn, geen goed postadres hebben, of te lamlendig zijn om een uitkering aan te vragen (dat moet namelijk ’s morgens).

3 Uit bittere armoede van de in pand aanwezige illegalen door gebrek aan een goed intern sociaal beleid. Bij hoe hier economische activiteiten tot leven komen likt de VVD z’n vingers af.