Bespreking van 'Hoe komen kringen in het water' door Manja Bakker 1

Kringen in het water

"Persoonlijk krijg ik daarvan een wat saai gevoel"

Zes jaar lang hebben Weia Reinboud en Rymke Wiersma hun ideeën op een rijtje gezet. Dat resulteerde in het boek Hoe komen kringen in het water. Wat zij een 'aardige filosofie' noemen om een basis te leggen onder hun anarcho-veganisme. Tegelijkertijd schreven ze Het beste voor de aarde, waarin ze hetzelfde aan kinderen uitleggen.

 Tsja,

Een summa Theologica en een zondagschoolcatechismus; dat is het eerste dat in me opkomt na het lezen van respectievelijk hoe komen kringen in het water en beste voor de aarde. In het eerste genoemde boek proberen Weia Reinboud en Rymke Wiersma een filosofische basis te vinden voor hun anarchistisch-veganisme (of vegetarisch anarchisme). Net als Thomas van Aquino hebben ze veel gelezen, veel wetenschappelijke kennis verwerkt en de ideeën van aardig wat filosofen bestudeerd - en net als Thomas gebruiken ze dit alles om een fundament te metselen onder hun eigen overtuiging dat mensen geen dieren mogen eten of op welke manier dan ook gebruiken.

Is daar iets mis mee? Ja daar is veel mis mee. Ten eerste: jezelf vragen stellen, 'filosoferen' zoals zij het noemen, is zinloos als de antwoorden al bij voorbaat vaststaan. Daarom is dit boek oer- en oersaai. Het enig spannende is om te zien in welke bochten de schrijfsters zich nu weer wringen om hun 'conclusies' te bereiken. Ten Tweede: uit 'feiten' zijn geen waarden af te leiden, en dat is precies wat in dit boek steeds weer geprobeerd wordt. De suggestie wordt gewekt dat als je maar weet hoe de wereld in elkaar zit (tot en met cosmogenetische theorieën), ja vanzelf wel veganist wordt.

Dat brengt mij op mijn ten derde: ik krijg kippenvel van het steeds herhaalde idee dat we het allemaal uiteindelijk met elkaar eens zullen moeten worden over hoe het verder moet met de wereld, tot op punten en komma's. Er is 'maar 1 soort prettig'.

Ten vierde voelt mijn verstand zich nogal beledigd door de manier waarop buitengewoon grove simplificaties van filosofisch theorieën zoals monisme, materialisme (verbasterd tot materiisme), causalisme, determinisme, meestal zonder bronvermelding, gepresenteerd worden: 'monisme betekent dat je vindt dat alles alles alles uit één en hetzelfde soort spul bestaat. (…) Een niet-monistisch antwoord is bijvoorbeeld: "er is veel van stof/materie maar de wil en het bewustzijn zijn van geest." Persoonlijk krijg ik van dit laatste een saai gevoel.' En dat gevoel is het laatste en eerste argument dat we te lezen krijgen tegen niet-monisische opvattingen.

Ik zal niet langer ingaan op de inhoud van de ideeën: het veganisme heeft me nooit aangetrokken, en daar is geen verandering in gekomen. En het anarchisme… ach ja, het anarchisme… nee, ik kan het toch niet laten om één inhoudelijke opmerking te maken: de schijfsters baseren hun veganistisch overtuiging op het vermogen van mensen om met andere levende wezens 'mee te voelen', maar om het eten van planten te rechtvaardigen stellen ze dat je natuurlijk wel ergens een grens moet trekken. Je moet je wel verplaatsen in een kip en niet in een worteltje, om ook maar eens te simplificeren. Dat lijkt heel lief, maar is levensgevaarlijk. Het maakt normen over hoe je je moet gedragen tegenover je medemensen (en dieren) afhankelijk van het subjectieve inlevingsvermogen. Door het aldus ontkennen van het betreurenswaardige feit dat mensen zich vaak helemaal niet in willen leven in andere mensen, sterker nog, andere mensen vaak helemaal niet of nauwelijks als mens willen zien, wordt de deur naar alle vormen van onmenselijk gedrag wagenwijd opengezet. Want als ik mij niet in de gevoelens van een ander kan verplaatsen valt elke 'grond' voor 'medemenselijk' gedrag weg. Het is het aloude probleem van ideologieën die het Kwaad niet onderkennen en het zo onbeheersbaar maken.

Het andere boek, Het beste voor de aarde, van Rymke Wiersma en Weia Reinboud, heeft als ondertitel het moeilijkste kinderboek van alle leeftijden. En daarmee zitten we midden in de problemen. Ik heb 'het kind in mij' dit deel van de recensie laten schrijven, in dit kind zegt: ik houd niet van grote mensen die op hun hurken gaan zitten om mij iets moeilijks uit te leggen; die net doen alsof ze mij iets vragen, maar die me niet in de gelegenheid stellen om zélf over het antwoord na te denken; die mij willen opstoken tegen andere grote mensen die toevallig een ander geloof hebben. Kortom: kinderen mogen, nee moéten vragen stellen, maar de antwoorden liggen al vast in de veganistisch-anarchistische catechismus: 'Vragen bedenken is heel belangrijk. Als je wilt leren tenminste. En wie wil dat nou niet? O ja, grootdoenerige mensen, die willen dat niet.' Enzovoort. En vervolgens worden de antwoorden als volgt door de kinderstrotjes geduwd: 'De dingen die ik zeg over het beste-voor-de-aarde zijn geen dingen die ik meteen wist toe ik geboren werd. Pas na lang nadenken en vele keren neus stoten en veel praten en schrijven ben ik gaan vinden wat ik nu vind. (…) .. het lijkt mij zo duidelijk dat het beste-voor-je-zelf HETZELFDE is als het beste-voor-de-aarde.' En kinderen die niet meteen veganistisch willen worden moeten het lijdensverhaal van het Kalfje-dat-door-onze-zonden-gestorven-is maar lezen. Dan weten ze meteen hoe slecht ze zijn als ze ooit nog een boterham met kaas (laat staan met worst) durven te eten.

Manja Bakker

 

1 Dit artikel is geplaatst met toestemming van Manja Bakker en verscheen eerder in De Vrije Socialist (1990). 
De copyright van dit artikel ligt bij De Vrije Socialist.