GA NAAR INHOUDSOPGAVE
GA NAAR LITERATUUR A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z
GA NAAR SAMENVATTING



HOOFDSTUK 14
PERNICIEUZE ANEMIE, B12-GEBREK EN LEEFTIJD

In West Europa werd bij verschillende bevolkingsonderzoeken bij 1 tot 4 procent van de vrouwen en bij 0,5 tot 1 procent van de mannen boven de 75 jaar Addison's pernicieuze anemie gevonden [Büscher 1990]. Bij sommige groepen ouderen kan het aantal mensen met een B12-gebrek volgens de schatting van Clementz [1990] wel oplopen tot 7 procent. Onder de veertig komt Addison's pernicieuze anemie eigenlijk nauwelijks voor. Informatie als bovenstaande is voor veganisten niet direct van belang, behalve dat eventuele opnamestoornissen bij hen, door de zeer kleine dagelijkse inname (wanneer geen B12-pillen worden geslikt), sneller aan het licht zullen komen. Bij veganisten die B12-preparaten gebruiken zal dat echter (bij lichte opnamestoornissen) juist weer minder snel het geval zijn.

Van de 837 patiënten die op de Afdeling Geriatrie (afdeling die zich bezig houdt met de oudere mens) van het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam werden opgenomen, bleek dat 109 mensen een tekort aan foliumzuur en 80 mensen een tekort aan B12 hadden. De 'stille honger', wel bekend in tropische landen, speelt ook in de geriatrie blijkbaar een rol [WHO 1979]. Bij alle personen met een vitamine B12- of foliumzuurgebrek werd macrocytaire anemie vastgesteld. Hiervoor was foliumzuur in 57,7 procent van de gevallen, en B12 in 42,3 procent van de gevallen verantwoordelijk [Schouten 1980].



GA NAAR INHOUDSOPGAVE
GA NAAR LITERATUUR A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z
GA NAAR SAMENVATTING