Inleiding
Door
MOY concept & design is een techniek voorgesteld waarmee bestaande
hooghangende toiletreservoirs vrij eenvoudig waterbesparend kunnen worden
gemaakt. SEV heeft naar aanleiding hiervan opdracht gegeven voor een
beperkt haalbaarheidsonderzoek naar de marktpotentie. Dit verslag vormt
een samenvatting van de informatie uit interviews die hebben
plaatsgevonden met vertegenwoordigers van diverse bedrijven en instanties
(zie bijlage 1). De afzonderlijke verslagen vindt U in bijlage 2.
Algemeen
Alle
geïnterviewden zijn beroepshalve betrokken bij drinkwatergebruik of
sanitaire installaties, en zijn opvallend goed op de hoogte van het belang
van, en geïnteresseerd in waterbesparing en de mogelijke technieken
waarmee dat kan worden bereikt. Over het algemeen bestond er weinig tot
geen enthousiasme over de door MOY voorgestelde techniek(en).
De
consumenten
Wat
betreft het gedrag van de consument is de inschatting van de geïnterviewden
dat deze niet zelf tot ombouwen zullen overgaan. Men baseert zich daarbij
op het 'ombouwgedrag' van de consument bij laaghangende reservoirs.
Ombouwen is een tijdje populair geweest maar tegenwoordig wordt het bijna
niet meer gedaan. Een groot deel van de consumenten dat zeer bewust met
water omgaat en potentieel tot zelf-ombouwen zou kunnen overgaan, heeft in
het (nabije) verleden waarschijnlijk al actie ondernomen door een baksteen
in de stortbak te leggen of door een nieuw waterbesparend toiletreservoir
aan te schaffen (hoog- of laaghangend). Verder wordt er gewezen op de
risico's die zelf ombouwen met zich meebrengen. Knutselen aan oude spullen
waar geen reserveonderdelen meer voor te koop zijn leidt niet zelden tot
een fiasco waardoor men alsnog tot vervanging zal (moeten) overgaan. Van
groot belang is ook een psychologische factor: het hooghangende reservoir
wordt gezien als ouderwets en achterhaald. Zowel techniek als esthetiek
spelen hierbij een rol. Het ombouwen van het hooghangend reservoir zal al
snel worden ervaren als het niet (willen) aanhaken bij moderne
ontwikkelingen, ontwikkelingen die zeer innovatief en juist op
waterbesparing gericht zijn.
De
producenten
De
diverse producenten zijn van alle geïnterviewden nog het minst
enthousiast. Dat is niet alleen toe te schrijven aan een voor de hand
liggende gedachten als zou men alleen geïnteresseerd zijn in de verkoop
van eigen producten - het gaat hier immers om een product dat universeel
toepasbaar zou moeten zijn, dus ook op reservoirs van andere merken.
Gesteld kan worden dat de producenten zeer innovatief bezig zijn en dat
naast de gebruikelijke technische en esthetische kwaliteiten,
waterbesparing een van de belangrijkste lijnen is waarlangs hedendaagse
vernieuwingen zich ontwikkelen. Twee aspecten springen in het oog:
bedieningsgemak, en integratie van systeemonderdelen. Vanuit het aspect
'bedieningsgemak' wordt o.a. gewerkt aan een standaard waarbij nog maar
één handeling hoeft te worden verricht (keuzeknop in plaats van
spoelonderbreking), en vanuit het aspect 'integratie van
systeemonderdelen' wordt gewerkt aan vergroting van de spoelefficiëntie
middels het anders vormgeven en uitvoeren van de toiletpot én de
rioolaansluiting (met een tussenreservoir voor afvalwater, de zogenaamde
stroomversneller of booster). In het licht van deze ontwikkelingen wordt
de techniek van MOY als achterhaald beschouwd. Bedieningsgemak en
integratie van systeemonderdelen zijn hier immers niet aan de orde. Men
voorziet zeer veel ontwerptechnische problemen, vooral gezien het grote
aantal typen hooghangende reservoirs dat (waarschijnlijk) in de bestaande
voorraad te vinden zal zijn. Het zal moeilijk zijn om tot een juiste
maatvoering te komen. Men baseert zich hierbij op de moeilijkheden die men
zelf al ervaart bij het goed op elkaar doen aansluiten van producten
binnen het eigen merk.
De
waterleidingbedrijven
Waterleidingbedrijven
ontwikkelen zelf geen sanitaire producten en de voorlichting en adviezen
zijn (uiteraard) gericht op producten die reeds op de markt aanwezig zijn.
Men staat in principe niet afwijzend ten aanzien van producten die door
consumenten gekocht kunnen worden en zelf kunnen worden aangebracht. Wat
betreft de ombouwset van MOY is van zeer groot belang dat een probleemloze
werking kan worden gegarandeerd. Daarnaast is het van groot belang dat het
product van een goede gebruiksaanwijzing is voorzien en er mogelijkheden
zijn om te reclameren. Waterleidingbedrijven zijn ook bij waterbesparing
betrokken middels het verlenen van (kleine) subsidies waarmee het
vervangen van niet-waterzuinig sanitair wordt gestimuleerd. Naast een
probleemloze werking spelen hierbij de eerder genoemde aspecten
bedieningsgemak en integratie van systeemonderdelen een belangrijke rol.
Met is zich er van bewust dat besparing via het reservoir alléén niet
zelden tot problemen leidt, en dus ook de pot in het verhaal moet worden
meegenomen. Hedendaagse waterbesparingsacties (zoals bijvoorbeeld actie
spaarpot) zijn dan ook gericht op het aanbrengen van compleet nieuwe sets:
reservoir + pot.
De
instituten
De
ontwikkelingen op de sanitaire markt worden door de instituten op de voet
gevolgd. Over het algemeen is men zeer te spreken over wat er vanuit de
producenten op hen afkomt. De concepten zijn doordacht en de kwaliteit van
de producten is hoog. Men is wars van bedrijven die denken snel geld te
kunnen verdienen met producten die inspelen op een trend maar waarvan de
producten in de praktijk in alle opzichten blijken tegen te vallen. Het is
altijd de consument die daarvan de dupe wordt. Bij de instituten hecht men
veel waarde aan standaardisatie ten aanzien van het gebruik. Men wil graag
voorkomen dat er een wildgroei aan bedieningswijzen ontstaat (drukken,
trekken, touwtjes, hendels, knoppen, stangen, lang, kort, één óf
meerdere handelingen). Men is blij met de standaarden zoals die zich nu
aftekenen: óf keuze tussen twee knoppen óf één knop tweemaal
indrukken. In de hedendaagse praktijk bestaan echter nog veel
verschillende systemen. Gevolg is dat mensen niet weten hoe het werkt en
de mogelijkheden om water te besparen daardoor vaak niet benut worden. Het
concept van MOY wordt in dit kader gerekend tot de categorie wildgroei
omdat het om een bedieningssysteem gaat dat op dit moment in Nederland
niet wordt toegepast (heeft ooit wel bestaan). Als het systeem toch op de
markt komt dan graag met een zeer duidelijk gebruiksaanwijzing die is
afgestemd op de diverse bestaande systemen.
De
woningcorporaties
Bij
de woningcorporaties is het beleid gericht op het vervangen van
hooghangende reservoirs door laaghangende reservoirs. Met plaatst alleen
nieuwe hooghangende reservoirs als er geen ruimte is voor een laaghangend
reservoir of wanneer dit tot extreem hoge kosten leidt (wanneer
bijvoorbeeld sierstuc op kosten van de corporatie zou moeten worden
vervangen). Men is op de hoogte van het bestaan van waterbesparende
hooghangers met spoelonderbreking. Tot het toepassen van een ombouwset zal
men niet snel overgaan omdat het bij hooghangende reservoirs om oude
spullen gaat waarin men niet graag investeert. De investering is al snel
groter dan de prijs van de ombouwset, er komt immers arbeidsloon bij. De
loonkosten kunnen bovendien flink oplopen omdat bij het werken met oude
spullen complicaties kunnen optreden. Bij vervanging door nieuwe spullen
is dat risico veel kleiner.
Het
buitenland
Gevraagd
is ook een beeld te geven van de situatie in het buitenland. Gegevens
hierover blijken in Nederland echter nauwelijks voorhanden. Bij
buitenlandse overkoepelende instanties die vergelijkbaar zijn met VEWIN en
KIWA heeft men in het algemeen minder cijfers voorhanden en houdt men zich
óf minder bezig met sanitairtechniek, óf is men niet erg scheutig met
informatie.
Voor
landen als Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland geldt dat men over het
algemeen 'verder' is met de ontwikkelingen in sanitair. De penetratiegraad
van hooghangende reservoirs zal daardoor kleiner zijn dan in Nederland. In
Engeland wordt weinig gedaan aan waterbesparing, net als in veel
oost-Europese landen. Voor deze gebieden geldt dat laaghangende reservoirs
net als in Nederland hoger in aanzien staan, in de nieuwbouw de norm zijn
(ook in Polen), en alom verkrijgbaar zijn.
De
markt
Over
het algemeen voorziet men geen markt voor de voorgestelde ombouwset. De
voornaamste reden is dat hooghangende reservoirs als aflopende zaak worden
beschouwd, zowel technisch, esthetisch als psychologisch. Op grond van
technische overwegingen moet er vanuit worden gegaan dat het product dat
nodig is om hooghangende reservoirs te kunnen ombouwen (tot waterbesparend
keuzereservoir), dusdanig van vorm en samenstelling zal (moeten) zijn dat
het zeer moeilijk tot onmogelijk zal zijn dit voor een aantrekkelijk prijs
op de markt te brengen. Omdat het bovendien gaat om het aanpassen van oud
materiaal (sinds 1985 worden bijna geen hoge bakken meer opgehangen) zal
de voorkeur, ook vanwege de prijs, al snel uitgaan naar vervanging door
nieuw materiaal. Enkele huidige subsidieregelingen (van
waterleidingbedrijven) maken de keuze voor vervanging nog aantrekkelijker.
Niet vergeten moet worden dan mensen over het algemeen over flink wat geld
beschikken en dus de middelen hebben om voor zekerheid te kiezen.
Voor
de marktvraag is het uiteraard ook van belang hoeveel hooghangende
reservoirs er op dit moment aanwezig zijn. Dat blijkt niet tegen te
vallen, volgens het NIPO (bijlage 2) is er in 1995 in 24 procent van de
huishoudens minstens 1 hooghangend reservoir aanwezig. De hoge stortbak is
echter snel terrein aan het verliezen. In 1992 was het nog 32 procent. Het
percentage van 24 procent is enigszins hoger in jongere huishoudens (47
%), in de drie grote steden (39 %) en in eenpersoonshuishoudens (35 %).
Ook
interessant is dat van slechts 9 % van alle toiletreservoirs
waterbesparend is, dat wil zeggen: 6 liter + spoelonderbreking. Dit type
reservoir is nog maar 4 jaar op de markt. Dat betekent dat er nog heel
veel laaghangende reservoirs zijn die niet waterbesparend zijn (daartoe
worden ook de 9 en 12 literbakken met spoelonderbreking gerekend).
Het
hooghangend reservoir komt het meeste voor in goedkope huurwoningen in de
grote steden. In dat opzicht is het misschien goed om bij introductie van
de ombouwset voor een gerichte aanpak te kiezen (bijvoorbeeld via
corporaties in de betreffende gebieden).
Techniek
De
techniek voorgesteld door MOY komt neer op het tijdens de spoeling
toelaten van lucht in een sifonerend systeem. Moderne waterbesparende
systemen werken niet meer op basis van sifons omdat hiermee geen optimaal
rendement kan worden behaald. Er wordt tegenwoordig voor klepsystemen
gekozen. In principe kan de door MOY voorgestelde techniek werken, het is
zelfs al vele malen eerder beproefd. Voor de oorlog bestonden er diverse
uitvoeringen van hooghangende toiletreservoirs op basis van hetzelfde
principe. Bij deze systemen moest echter niet tweemaal aan hetzelfde
koordje (kettinkje) worden getrokken, maar een keuze worden gemaakt tussen
twee koordjes. Waarom deze systemen zijn verlaten is niet helemaal
duidelijk, waarschijnlijk waren ze storingsgevoeliger dan gewone
reservoirs.
Wil
het concept van MOY een kans maken dan komt het er vooral op aan, met een
overtuigend prototype te komen. Dit prototype zou bovendien redelijk
goedkoop te produceren moeten zijn. Gezien het feit dat er waarschijnlijk
maar een kleine markt voor het product bestaat, mogen er geen onderdelen
gebruikt worden waarvoor het nodig is spuitmallen te laten maken. Die
zullen het product namelijk al snel veel te duur maken. Economische kans
van slagen is er waarschijnlijk alleen met een product dat uit bestaande
materialen en/of onderdelen kan worden gefabriceerd.
Aanbeveling
Het
concept van MOY is technisch nog niet ver genoeg uitgewerkt om er derden
mee te kunnen enthousiasmeren (producenten en/of ontwerpers). Een goed
werkend prototype zal nodig zijn om te overtuigen, temeer daar ombouwen
van hooghangende reservoirs technisch en economisch over het algemeen als
niet haalbaar wordt beschouwd. Er is ook haast geboden omdat het
grootste deel van de nog aanwezig hooghangende reservoir binnen afzienbare
tijd zal zijn verdwenen (binnen 10 jaar).
Is
er eenmaal een goed werkend product dan maakt gerichte afzet via
corporaties of wellicht via milieu-organisaties de grootste kans. Naast
milieu-argumenten kan gewezen worden op het financiële voordeel dat door
consumenten kan worden behaald. Een prijs van fl. 25,= tot fl. 40,=
gulden, die vanwege het tijdelijke karakter en de status van hooghangende
reservoirs beslist niet hoger zal mogen zijn, kan binnen de termijn van
één tot twee jaar via drinkwaterbesparing worden terugverdiend.
Nieuwe
ontwikkelingen
Inmiddels
is MOY naar aanleiding van diverse inzichten uit dit onderzoek met een
nieuw concept gekomen. Het principe van lucht toelaten in het sifon is
verlaten en vervangen door het principe van compartimentering van het
reservoir. De compartimentering wordt bereikt door het plaatsen van een
cilinder rond het bestaande sifon (dat gehandhaafd blijft).
Spoelonderbreking is mogelijk doordat de cilinder tijdens het spoelen
tegen de bodem van het reservoir gedrukt kan worden. Zowel in neergedrukte
als niet-neergedrukte toestand kan het water rond de sifon op normale
wijze naar beneden zakken. Het sifon kan hierdoor op de oorspronkelijke
wijze lucht kan aanzuigen waardoor het probleem van 'doorlopen' (een euvel
van systemen die valse lucht aanzuigen) van de baan is. Het nieuwe systeem
komt tegemoet aan tal van reeds genoemde problemen.
-
Het
nieuwe systeem kan uit bestaande materialen en daardoor goedkoop
worden samengesteld.
-
Het
maatvoeringsprobleem kan worden opgelost door de cilinder uit te
voeren in flexibel (plaat)materiaal waardoor een instelbare diameter
mogelijk is.
-
Het
systeem is tevens geschikt voor bestaande laaghangende reservoir, de
potentiële markt wordt daardoor veel groter.
-
De
bediening valt binnen een reeds gebruikelijke bedieningswijze (die van
onderbreken door het verrichte van een extra handeling). De hooghanger
krijgt een extra (herkenbaar) koordje en de laaghanger een extra
(herkenbare) knop.
Utrecht,
januari 1998
Michèl
Post
Surinamestraat
51
030-2991496
In
opdracht van SEV
Postbus 1878
3000
BW Rotterdam
|