|
|
Van
afhakers wordt wel wel gezegd dat ze "persoonlijke ambities"
zijn gaan nastreven. Ik vind dat merkwaardig. Er bestaan kennelijk
persoonlijke en politieke ambities. Is onze politiek soms niet meer
persoonlijk en is het persoonlijke niet meer politiek? Wat ik wil
schrijven is waarom de huidige manier van politiek maken/actie voeren
volgens mij niet meer persoonlijk kán zijn en waarom je jezelf er voor
moet verknippen. Nog steeds worden er vol goede moed nieuwe actiegroepen
opgestart en steeds schijnen interne conflicten zich op noodlottige wijze
aan te dienen. Maar ik vind het logisch dat strijd waar je niet met je
hele wezen in staat niet creatief en inspirerend kan zijn. Mensen blijven
weg, haken af of er wordt toch 'stug doorgewerkt' vol goede voornemens
elkaar ook persoonlijk te ondersteunen. Er is echter iets mis met de
structuur waarin we (politiek) bezig zijn.
Het
strategisch denken
Het denken is te veel op de actiepraktijk geënt. Ik geloof dat ik daar
wel een verklaring voor heb. Een kenmerk van acties is dat ze veel tijd in
beslag nemen en je je daardoor min of meer maar met één ding tegelijk
kunt bezighouden. Die beperking leidt ertoe dat er behoefte ontstaat aan
een STRATEGIE: een behoefte aan een analyse waar actiedoelen
(aanvalsobjecten) uit af te leiden zijn en waar bovendien uit blijkt dat
die objecten een strategische functie hebben in het systeem. Daarvoor is
het nodig dat bepaalde machtsverhoudingen of uitbuitingsverhoudingen als
DE belangrijkste worden gezien. Waarom? Omdat er zonder
hoofduitbuitingsverhoudingen geen stukjes systeem aan te wijzen zijn die
strategisch zijn. De logica van actievoeren, van het systeem willen
veranderen door de vijand aan te vallen, maakt dat er KERNEN/OORZAKEN van
onderdrukking MOETEN zijn. Zonder dat is het immers niet mogelijk het
systeem effectief (een term die bij strategie hoort) te bestrijden. Wat ik
dan ook zie is dat er in de beweging veel analyses zijn die bepaalde
machtsverhoudingen zien als DE oorzaak van alle anderen. Enorme kronkels
worden bedacht om alle uitbuiting en vervreemding bij slechts enkele of
zelfs maar bij één hoofduitbuitingsverhouding onder te brengen. De
bedoeling daarvan is volgens mij dat het uiteindelijk nuttig lijkt je
alleen op die ene hoofduitbuitingsverhouding toe te leggen, je te
SPECIALISEREN. De strategische analyse maakt van gespecialiseerd op één
ding gericht handelen, iets allesomvattends, het creëert revolutionair
elan.
De
uitbuitingsverhouding arbeid-kapitaal is de kern van een systeem dat
kapitalisme genoemd wordt. Er zijn echter ook andere
uitbuitingsverhoudingen. Wat is nu de neiging van anti-kapitalisten? Als
andere uitbuitingsverhoudingen al erkent worden of als wezenlijk gezien
worden, wordt er gezocht naar een arbeids/kapitaal verhouding binnen die
andere onderdrukkingsverhouding. En dat is iets dat natuurlijk altijd wel
lukt. Onderdrukking heeft altijd ook wel een materiële kant. Het leidt
echter niet alleen tot een eenzijdige kijk op die andere
onderdrukkingsverhouding maar het is ook de zelfbevestiging dat het
systeem voornamelijk kapitalistisch is. Seksisme bijvoorbeeld wordt op die
manier gezien als een soort arbeidsverhouding, maar het is natuurlijk veel
meer. Ook rassisme wordt primair gezien als iets dat is gericht op eigen
materieel gewin, als een manier voor ondernemingen om mensen te kunnen
uitbuiten. Het klopt allemaal wel een beetje, maar het is eenzijdig. Er
zijn andere mensen die juist weer overal het seksisme en rolpatronen in
zien, ook dat is goed te doen. Ze noemen het systeem vervolgens het
patriarchaat. Met die manier van denken kun je bijvoorbeeld ook overal de
onderdrukking van kinderen in zien (de hoofduitbuitingsverhouding van Sies
van Raay). Of de onderdrukking van het kind in de volwassene en vervolgens
noem je het systeem de gerontocratie. Of je leidt alles af uit de
tegenstelling stad/ platteland of eerste/derde wereld en noemt het systeem
vervolgens imperialisme, centralisme of metropolisme. Of je ziet overal de
tegenstelling mens/natuur en bestempeld alle kwaad vervolgens als
antropocentrisme. Het grappige is dat het theoretisch allemaal mogelijk is
maar dat het eenzijdig is. Het komt allemaal voort uit de behoefte aan
strategie en dat leidt tot versimpeling.
Geloven
in macht
Ik raak er steeds meer van overtuigd dat de neiging om alles onder één
machtsverhouding te scharen, in feite een uitdrukking is van het GELOOF in
die ene machtsverhouding. Het is het in de ban zijn van de macht. Door
alles er aan vast te plakken wordt er eigenlijk alleen maar meer
macht/invloed toegeschoven naar die macht. De macht wordt werk uit handen
genomen. In Orwelliaanse zin is strijd hier het je aangetrokken voelen tot
de macht i.p.v. het je er van losmaken. Ik geloof niet dat het systeem bij
de horens te vatten is. Er zijn geen strategische (kwetsbare) punten aan
te wijzen en dus hoeven we ons daar ook niet in te specialiseren.
Intermezzo
over macht
Om macht uit te oefenen, om te onderdrukken, is het nodig een
ONDERSCHEID te maken tussen jezelf en "de ander". Zonder die
tweedeling tussen jezelf en "de ander" heeft uitbuiting immers
geen zin omdat je dan meteen al door zou hebben dat een ander onderdrukken
ook jezelf onderdrukken is. Het maken van die tweedeling ligt aan de basis
van het dualistisch denken en het creëren van hiërarchieën. Uitbuiting
is nemen zonder geven (eigendom is dus ook uitbuiting). Het is teren op de
energieën van anderen en dat kan materieel en emotioneel zijn. Materiële
uitbuiting is b.v. de uitbuiting van iemands arbeid. Emotionele uitbuiting
is bijvoorbeeld wanneer flikkers in een heteroseksuelen mannengroep een
bepaald soort aandacht geven maar het nooit terugkrijgen. Bij uitbuiting
is altijd sprake van eenrichtingsverkeer. Ook het geven van aandacht en
het daarvoor in ruil terugkrijgen van materiële dingen is uitbuiting. Dat
is twee maal eenrichtingsverkeer. Niet-uitbuiting is het vrijelijk
spiegelen /inspireren/ stimuleren van jezelf in anderen en je omgeving.
Dat is een soort richtingsloze communicatie/uitwisseling. Vrijheid is
vrijelijk uitwisselen i.t.t. ruil, koop of roof. Vrijheid is er natuurlijk
alleen als alle aspecten van het dagelijks leven betrokken zijn in die
ongrijpbare uitwisseling, niets uitgezonderd. Uitbuiting is zowel
vervreemdend voor de uitgebuitene als voor de uitbuiter. De uitgebuitene
voelt zich van zijn of haar energie berooft, de uitbuiter teert op die van
een ander en is daarom afgesloten van z'n eigen
energie/creativiteit/kracht. Logisch want door het onderscheid tussen
zichzelf en de "ander", is er ook geen identificatie meer met de
"ander in zichzelf". Voor de witte man betekent dat een
ontkenning van z'n "vrouwelijke", "kinderlijke",
"gekleurde", "gekke en abnormale" kanten, kortom een
ontkenning van veelzijdigheid en creativiteit. Onderdrukken kom altijd
voort uit de angst voor "de ander", ook als dat met arrogantie
gepaard gaat.
Vervreemding
en uitbuiting zijn voor en achterkant van dezelfde "medaille".
Het gemeenschappelijke eraan zijn de scheidingen, de dualismen, de
hiërarchieën die overal in zijn doorgedrongen. Bevrijdingsstrijd is je
volledig bewust worden van al die scheidingen/ machtsverhoudingen. Zonder
dat bewustzijn zul je de machtsverhoudingen dagelijks reproduceren. Maar
die vervreemding zet je natuurlijk niet zomaar van de ene dag op de andere
opzij. Dat is een pijnlijk proces van jezelf tegenkomen en al die,
gescheiden delen oprapen. Daar is veel kennis voor nodig. Dat doorbreken
van vervreemding is het opbouwen van eigen kracht, het is het verlaten van
de macht. Het 'politieke' aspect daarvan is elkaar en anderen daarin te
inspireren.
De
concurrentie
Om tot een gespecialiseerde actie-praktijk te komen is het noodzakelijk om
strategisch te denken en om in een hoofdonderdrukkingsverhouding te
geloven. Daarvoor is het ook nodig andere onderdrukkingsverhoudingen
ondergeschikt te maken. Zonder die laatste zou de strijd immers
'verwateren'. Al met al heeft dat tot gevolg dat je binnen de
actiebeweging vaak concurrentiestrijd ziet of voelt over wat de kern van
onderdrukking is. En dus ook over wat het meest "effectieve"
actieterrein is en daarmee wat het meest revolutionair of effectief is.
Dat leidt er toe dat acties lijken op een uitverkoop, in dit geval een
uitverkoop van de analyse en de strategie. De actie als bewijs dat de
strategie/analyse niet alleen maar theorie is maar ook praktijk kent en
"dus" (?) perspectief heeft. Na een paar acties doet men zelfs
al alsof er sprake is van continuïteit. Dit totaal in zichzelf gekeerde
denken verhult niet dat acties, wat ze ook uitstralen SPORADISCH zijn. De
concurrentie-verhoudingen in de actiebeweging staan echter onder druk. De
pretentie dat er totaalstrijd gevoerd wordt en er een "breed
front" moet zijn, maakt dat mensen die andere
hoofdonderdrukkingsverhoudingen aanhangen serieus genomen moeten worden.
Verder is er natuurlijk ook de verliefdheid die uitbreekt op die andere
ideeën en bijbehorende mensen als gevolg van de eigen eenzijdigheid. Hoe
dan ook, er zijn vaak open oren voor anderen maar tegelijkertijd is er de
neiging tot INLIJVING. Het strategisch denken maakt het je zondermeer
verbonden voelen onmogelijk. Het gevolg is dat interne strubbelingen, de
mogelijkheid van verraad, en desillusie, duizend maal meer energie van ons
wegnemen dan dat het systeem dat doet. Natuurlijk gaat het hier om het
systeem dat in onszelf werkzaam is.
Geweld
Principieel ben ik niet tegen geweld omdat ik geweld zie als iets
irrationeels waarvan je nooit van tevoren kunt zeggen of je het zult
gebruiken of niet. Wat ik echter wel zie is dat veel strategieën/analyses
"de vijand" zoveel mogelijk buiten zichzelf plaatsen en ook
zoveel mogelijk als een directe bedreiging afschilderen (of dat nu zo is
of niet) om op die manier het punt waarop je geweld zou gaan gebruiken
vanuit een irrationele angst, dichterbij halen. Op die manier mobiliseren
wij onszelf op angst en ik vraag me af of de keuze om geweld te gebruiken
eigenlijk wel zo bewust gemaakt wordt als wordt beweerd. Het taboe op de
geweldsdiscussie in de beweging doet me wat dat betreft het een en ander
vermoeden. Ik kies er nu rationeel voor om geen geweld te gebruiken. De
veranderingen die ik wil zijn VERNIEUWINGEN en die kun je niet
"afdwingen". Die kun je alleen van de grond af aan zelf
opbouwen. Misschien lukt het op korte termijn om kleine veranderingen te
bewerkstelligen, het is echter tijdelijk en niet inhoudelijk, het heeft
geen perspectief en geeft mij dus geen energie. Bovendien moet iedere
verandering die met geweld is afgedwongen worden BEWAAKT met geweld. Voor
je leven ben je dan getekend. Ik ben overigens nog nooit van gedachte
veranderd omdat anderen mij daar toe dwongen, het tegendeel is waar. Dat
is ook helemaal niet mogelijk. Gedachten veranderen is bij uitstek iets
dat je zelf moet doen En dat doe je alleen als je perspectief ziet in iets
anders.
ENKELE
VERSCHIJNSELEN UIT DE ACTIEBEWEGING NADER BEKEKEN
De
Verklaring
Actie
kun je zoals ik al zei, alleen voeren als je de dagelijkse strijd losmaakt
van het dagelijkse leven, en je dat dus niet meer volledig als politiek
ervaart, en je je specialiseert in één uitbuitingsverhouding. Zonder
jezelf daarin te verliezen is een strategie nodig, zodat je andere
machtsverhoudingen en vervreemdingen kunt laten liggen. Dat is niet alleen
uitstel maar ook afstel, omdat het een direct gevolg is van het
strategisch denken. Het betekent ook dat het doel de middelen mag heiligen
en dat die middelen tegenstrijdig kunnen zijn aan het uiteindelijke doel.
Daarmee bedoel ik b.v. het gebruik van geweld en de risico's die er zijn
voor buitenstaanders, wat op zich in tegenspraak is met vrijheid en
collectiviteit, het uiteindelijke doel van bevrijdingsstrijd. Het gevolg
is dat acties vaak tegenstrijdige elementen bevatten waardoor acties niet
meer voor zich kunnen spreken. Dat betekend dat ze moeten worden uitgelegd
en daarvoor is er de VERKLARING. Het probleem is dat al die aspecten die
tegenstrijdig zijn aan het uiteindelijke doel van acties en
bevrijdingsstrijd, de enigste zijn die voor buitenstaanders voor zich
spreken . Het is frappant dat fascisten dan ook nooit een verklaring voor
hun acties hoeven te geven en dat ook niet doen. De enigste manier om
tegenstrijdigheden van acties voor buitenstaanders goed te praten is door
het geloof in de strategie te verspreiden en daarmee het geloof in DE
belangrijkste onderdrukkingsverhouding. Dat is dan ook altijd de inhoud
van verklaringen. Maar de meeste mensen krijgen die verklaringen sowieso
niet te lezen en zien alleen het geweld (via de media). Verklaringen
stralen dan ook altijd een sfeer uit alsof ergens al wordt vermoed dat er
toch niemand wil luisteren.
Daadwerkelijk
verzet
Ieder mens is consument en potentieel producent en kan door het maken van
bewuste keuzes proberen zich op die vlakken los te maken van de macht die
daarin is doorgedrongen (wat zou ik daar eigenlijk veel liever over
schrijven). Zo bouw je eigen kracht op en dat is iets wat je met elkaar
hebt en is vanzelf wel tegen de macht. Maar in de militante actiepraktijk
heerst de opvatting dat die materiële bijdrage moet komen uit het gebruik
van geweld, het aanrichten van "daadwerkelijke" schade. Er is
echter maar één manier waarop ik het effect van die acties kan begrijpen
en dat is militair. Als oorlog dus. Meteen realiseer ik me dan dat het
effect van die acties ook miniem moet zijn want in het voeren van oorlog
hebben maar weinig mensen zin en bovendien is de vijand er duizend keer
beter in. De militante actie werkt niet eens als verkooptruc voor je
ideeën omdat-ie niet voor zich spreekt en de media er dus van kunnen
maken wat ze willen. En dat wat je er zelf van maakt is noodzakelijkerwijs
weer die 'verklaring’ waarin alle tegenstrijdigheden moeten worden
goedgepraat en dat kan alleen door het geloof in DE strategie en één
hoofdonderdrukkingsverhouding te prediken. Bovendien ben je dan al weer
bezig op het ideologisch en sociale vlak waar je je juist van probeerde
los te maken. Kortom, de militante actie is in het geheel geen materiële
of daadwerkelijke bijdrage aan verandering.
Solidariteit
Een vorm waarin de neiging tot inlijving in de actiebeweging zich
manifesteert is de manier waarop het woord solidariteit wordt gebruikt.
Solidariteit is daar vaak niet meer dan dat mensen en groepen volgens de
theorie van een hoofdonderdrukkingsverhouding met hetzelfde bezig zijn.
Omdat die theorie een eenzijdige kijk op de werkelijkheid is, is
solidariteit hier iets heel magers. De tegenstelling tussen solidariteit
aan de ene kant en vriendschap en directe verbondenheid aan de andere kant
is altijd al groot geweest en doet mij twijfelen over de diepgang van
solidariteit en het nut ervan als aparte term. In de actiebeweging wordt
solidariteit echter alleen maar gebruikt voor de bekrachtiging van het
geloof in een hoofdonderdrukkingsverhouding. Als bevestiging van DE
ANALYSE.
Kollectiviteit
Het idee is, dat dat wat wordt opgebouwd in actiegroepen, als tegenhanger
van dat wat wordt vernietigd aan het systeem, de KOLLECTIVITEIT is. Wat
stelt dat voor? Ik geloof dat het niet meer is dan het gemeenschappelijke
geloof in de analyse en het gemeenschappelijk slikken van alle
tegenstrijdigheden en stress. Het is gelijkheid in eenzijdigheid. Door die
eenzijdigheid blijkt de actiegroep zich niet te lenen voor vriendschappen
die dieper gaan en is de actiegroep emotioneel dus afhankelijk van de
scheiding politiek/prive. Het heet dan dat door de collectiviteit het
vriendje of vriendinnetje te dichtbij komt. Onzin natuurlijk.
Collectiviteit staat hier voor werksfeer, discipline en concurrentie
verhoudingen die lichamelijkheid, liefde en spel onmogelijk maakt.
Tot
slot: de actiebeweging als ontmoetingsplek
De betekenis die de actiebeweging tot nu toe heeft gehad is die van
ontmoetingsplek voor hen die de eerste stappen uit de burgerlijke
structuren wilden maken. Het heeft die functie tot nu toe gehad bij gebrek
aan beter. Het verlangen werkelijk iets met elkaar op te bouwen wordt
steeds geblokkeerd door de sfeer die ontstaat vanuit het idee dat je je in
eerste instantie met elkaar verbindt om "politiek" te maken en
dus om ELDERS veranderingen "af te dwingen". Die constructie
maakt het mogelijk om altijd en eindeloos over bevrijding, openheid,
strijd, verlangen en alternatieven te praten met het ingebouwde excuus het
nooit te hoeven doen. We beschuldigen politieke partijen van het opbouwen
van institutionele macht (=luchtkasteel), in feite is iedere vorm van
strategie/thematische aanpak/campagne precies dat. We geloven de macht
strategisch te kunnen bestrijden en gaan ons vervolgens
"noodgedwongen" verdiepen in de eindeloze details van de
onderdrukker (documenten, rapporten, politiearchieven enz). In plaats van
bij elkaar te blijven en heel te worden verknippen we onze persoonlijkheid
en nemen actieberoepen (waar blijft de actieberoepskeuze-test?). Echter,
strijd die niet strategisch is, is de vijand (de structuren dus) in ALLES
te herkennen en in ALLES eigen kracht op te bouwen. Zonder strategie
verwordt alles tot actiedoel. De enigste consequentie dan, is jezelf van
top tot teen als politiek te ervaren. Ruimte voor specialisatie is er dan
niet meer. Totaalstrijd, maar ook totaalleven, leent zich niet voor een
strategische/ thematische aanpak. Wat ook een vast bijverschijnsel is van
institutionele macht en ook al zo'n alledaagse relatie heeft met geweld,
zijn de media. Net als geweld zijn zij de vermaterialisering van de
scheiding tussen middel en doel. Net als actiegroepen en politieke
partijen staan de media onze directe verlangens en mogelijkheden in de
weg. Tenminste zolang we ons er op fixeren. Net als actievoeren en
parlementaire politiek bedrijven, is journalistiek dan ook een vorm van
niet-betrokkenheid. Het is het suggereren van betrokkenheid en kennis. De
media concurreren met de oorspronkelijke media van mensen. Dat is de
AANWEZIGHEID; de stem, het lichaam, de beweging en misschien zelfs de
gebeurtenis. De media zijn het systeem en staan borg voor afstand,
vervlakking en centralisme. En van de media moet je het met actievoeren
voor een groot deel hebben. De media suggereren betrokkenheid, de
politieke partijen suggereren zeggenschap en de actiebeweging suggereert
op vergelijkbare wijze het opbouwen van eigen kracht. Bij strategie hoort
ook de scheiding tussen middel en doel en dus kunnen we ons nogal wat
veroorloven. Het revolutionaire sfeertje creëert de morele goedkeuring
onbeperkt auto's te bezitten en een consumptieve vliegtuigzonvakantie aan
de middellandse zee heb je toch wel "verdient" na een jaartje
stress, conflict en opoffering. We geloven te veel in de
"openbaarheid", in het politieke platform (ook wel scène
genoemd). En als dat geen vlucht is voor onze verlangens en mogelijkheden,
dan komt het wel omdat de schijn-totaalstrijd, waarin militant wordt
verward met radicaal, ons heeft verblind en er toe heeft geleid dat nog
maar weinigen zich (zonder schuldgevoelens) hebben verdiept in de 1001
mogelijkheden die er zijn om eigen kracht op te bouwen. Dat is waar ik me
van nu af aan alleen nog maar mee bezig ga houden. Dag.
Michel
Post
Dit
artikel werd geplaatst in Bluf! 1988. Tien jaar later, in 1998 plaatste ik
dit artikel in iets gewijzigde vorm onder pseudoniem Gaike opnieuw in de
opvolger van Bluf!, het blad Ravage. Het was blijkbaar nog steeds actueel,
want het werd geplaatst. Wel werd door Freek Kallenberg opgemerkt dat van
zoiets als de actiebeweging eigenlijk niet echt meer sprake was.
|
|
|