Zes
juli [1982], om drie uur ’s nachts werd in Kloetinge (Goes) door Onkruit
de bunker van het Provinciaal Militair Commando Zeeland bezet.
Tegelijkertijd werd geprobeerd in Amsterdam een kringcommandobunker van de
BB te bezetten. Dit mislukte helaas. Met de bezetting wilden we aantonen
dat de militairen geheel voorbereid zijn om een atoomoorlog te voeren, dat
die voorbereidingen in het geheim plaatsvinden (de bunker was geheim), en
het waanzinnige van bunkers en dergelijke voorbereidingen laten zien. We
waren niet uit op geheime documenten. Uit legerkringen hadden we gehoord
dat als de bunker niet in gebruik is, dergelijke documenten daar ook niet
liggen. In de bunker hebben we echter toch een hoop interessante dingen
aangetroffen. Hierover gaat dit verslag. We gaan in op de functie van de
bunker en het materiaal dat we daarover vonden, op de plattegrond van de
bunker, op de techniek van de bunker, en op hoe we ons daar in de bunker
gevoeld hebben. We hopen hiermee de geheimzinnigheid nog eens extra te
doorbreken, jullie onze ervaringen door te geven waardoor het inzicht in
hun doen en laten hopelijk groeit, en door allerlei gegevens openbaar te
maken hun voorbereidingen te saboteren.
Dit
verslag is gemaakt door een paar van de mensen die de bunker hebben bezet.
De
functie van de bunker: "een concentratie gastarbeiders"
De PMC-bunker in Kloetinge is in tijd van spanningen (met het
Oostblok, of bijvoorbeeld oorlog in het Midden-Oosten waarbij de NATO via
de VS is betrokken) de commandopost die zich bezighoudt met
"beveiliging en bewaking" van de provincie Zeeland. Als
belangrijkste vijand worden groepen uit de eigen bevolking gezien. Dit
werd nog eens extra duidelijk toen we in de plotkamer (de centrale ruimte
in de bunker) een grote kaart van Zeeland zagen. Op één van deze kaarten
werden met behulp van "markeringstekens" aangegeven waar de
vijandige bevolking zich bevindt.
We
troffen de volgende markeringstekens aan [buttons met afbeeldingen voor op
de wandkaart]:
-
(snorretje)
= concentratie gastarbeiders, vreemdelingen
-
(LSD)
= drugsgebruikers
-
(hoedje)
= onbetrouwbare burgers
-
(pol.)
= politieke activiteiten
-
(brilletje)
= observatie
-
(fototoestelletje)
= observatie m.b.v. hulpmiddelen
-
(megafoon)
= propaganda activiteiten en demonstraties
-
(007)
= spion
-
(donkere
bril) = subversieven
-
(bommetje)
= sabotage
Dit
zijn dus de groepen waarvan ze verwachten dat die hun oorlogs(voorbereidingen)
zullen gaan verstoren, die dus als vijand worden gebrandmerkt, en
waartegen - op commando vanuit de bunker - keihard door legereenheden
opgetreden moet worden.
Naar
ons idee zal er in de bunker ongeveer op de volgende manier gewerkt worden
aan het registreren, observeren en in bedwang houden van deze groepen. Er
bevinden zich in de bunker ongeveer 60 personen, waaronder 20 officieren.
Deze 60 personen zijn (als we de technische functies in de bunker even
buiten beschouwing laten) onderverdeeld in de volgende twee groepen:
1
- Informatieverzameling en registratie
De
CID (militaire inlichtingendienst) heeft een aparte ruimte in de bunker.
In deze kamer liggen naar ons idee gegevens opgeslagen over personen
waarvan ze verwachten dat die straks een bedreiging zullen vormen voor
hun oorlogsvoorbereiding, en voering. Om deze personen dan zo snel
mogelijk te kunnen uitschakelen (bijvoorbeeld door ze te interneren)
zijn ze nu al bezig hen te registreren.
Naast
de informatie die ze nu al verzamelen houden ze zich ook tijdens de
"oorlog" natuurlijk bezig met het verzamelen van informatie.
Dat is de taak van de marechaussee-inlichtingen diensten, sectie 2/3,
politie-inlichtingendiensten en de BVD.
Deze
informatie zal de bunker binnenkomen, wordt geordend, en doorgegeven aan
de militairen die tot zaak hebben de daadwerkelijke inzet van militairen
tegen die groepen dan weer te organiseren. Zo komen we op:
2.-
Legerinzet
In
de bunker zitten de hoofden van de territoriale legereenheden als de
Natres en de van Heutzkompagnieën. Zij weten wat er aan legeronderdelen
beschikbaar is. In de plotkamer (centrale ruimte), het kloppend hart van
de bunker, komen alle radioberichten, telexberichten en telefoontjes bij
elkaar. Daar zitten constant officieren van de verschillende diensten te
overleggen hoe te beslissen op de binnenkomende berichten. Zoals we net
al zeiden hangen hier ook de kaarten van Zeeland. Op één kaart
"de vijand", op de andere kaart de eigen legeronderdelen die
beschikbaar zijn.
Naast
deze centraal gelegen plotkamer zijn er nog andere zogenaamde
conferentiekamers in de bunker. Waarschijnlijk vinden in de plotkamer de
directe beslissingen plaats, terwijl in de conferentiekamers een beleid
voor de langere termijn wordt besproken, en specifieke problemen opgelost
moeten worden.
Wij
hebben het idee dat alleen officieren in de plotkamer overzicht over de
situatie in de provincie hebben. De andere aanwezigen weten niet hoe de
informatie die ze ieder afzonderlijk binnen brengen bij elkaar gebracht
wordt, gecombineerd en verwerkt wordt. (Wij denken zelfs dat ze elkaar
niet te zien krijgen vanwege de bordjes "verboden toegang" in de
bunker). De meesten weten dus niet wat ze aan het doen zijn. Bevel is
bevel.
Wat
betreft de functie van de bunker willen we verder verwijzen naar de
PMC-papers, het boekje "Oorlog in Nederland", en eerdere
persverklaringen n.a.v. de actie in Kloetinge. De vondsten in de bunker
(zie de kaarten, zie de markeringstekens) bevestigen nogmaals hoe subtiel,
en gedetailleerd ze zich op de inzet tegen de eigen bevolking, tegen
mensen die de oorlog niet willen omdat het de hunne niet is, omdat zo'n
oorlog het einde van de wereld betekent voorbereiden
En
toen waren we binnen..........
We
hadden gedacht dat als we eenmaal binnen zouden zijn we wel zouden
jubelen en springen van vreugde, maar het werd al gauw duidelijk dat je
niet vrolijk kan zijn in zo'n gore klote bunker. Hoe 'mensen' het in hun
botte kop kunnen krijgen dat je daar een tijd zouden kunnen leven en
werken is ons gans onduidelijk.
Het
feit dat we eerst niet wisten of ze de deur gemakkelijk open zouden
krijgen en waar de nooduitgang zat, bracht de nodige spanningen met haar
mee. Het is moeilijk voor te stellen wat voor 'n beklemmende sfeer er
van zo'n bunker uitgaat. Het zoemen van de luchtververser, de bedompte
lucht, de atoomdeuren, alle gesloten kamertjes en …het interieur.
De
bunker is gebouwd in 1955 en sindsdien niet meer veranderd. Het is met
hout betimmerd, overal zeil en tegels op de grond, met skai beklede
stoelen, hele truttige lampjes aan de muur. Vooral het
"dagverblijf", waar de 'heren' waarschijnlijk moeten recreëren,
zag er niet uit. Als lectuur lager er RITSEN, PANORAMA'S, WEEKENDS enz.
die we natuurlijk niet ongemoeid hebben kunnen laten. Evenals de
dikbezaaide portretten van Trix en Claus, die nu ieder een mooie stikker
op hun kop hebben. Bij de 'gezellige' inrichting hoorden natuurlijk ook
diverse leuke plaatjes aan de muur van 'onze jongens in Libanon', 'onze
nationale trots' de KLM, foto's van oude legereenheden etc. Het was wel
een prettig gevoel, in het begin, om niet helemaal van de wereld te zijn
afgesloten, doordat we nog telefonisch contact hadden. Dat duurde niet
lang, ze sloten het snel af. Daarna konden we alleen nog met militairen
telefoneren, via hun telefoonnet. Gelukkig bleken we, in tegenstelling
tot wat we verwacht hadden, Hilversum 3 wel te kunnen ontvangen. Zo
konden we naast muziek, ook over onze actie, op het nieuws horen. Wat
iets van het lugubere sfeertje doorbrak.
Een
eng gevoel bleef, het idee nog wel eens iemand tegen te kunnen komen,
vooral in het begin. Wat ook meespeelde was dat we met zeven in een
ruimte voor ± 70 'mensen' waren, we voelden ons dus al heel klein. Er
waren beneden een aantal slaapzalen, maar we hebben van alle kanten
matrassen aangesleept om zo dicht mogelijk bij elkaar te slapen, deuren
open, lichten aan.
Het
was een hels kabaal, als we met een paar probeerde een deur van een
kamertje open te breken, het galmde als de pest en voor anderen was het
in eerste instantie onduidelijk of dat gebonk niet van buiten kwam.
We
hebben in de besloten kamers niet veel bijzonders gevonden. Die zender
van een paar miljoen, was voor ons niet zo interessant, verder was de
telefooncentrale wel leuk om mee te spelen.
Je
bent wel verbaast als je daar binnenkomt vooral zo'n grote vergadertafel
(met een groen kleed natuurlijk) met kaarten aan de muur, bureaus
rondom, overal telefoons, je bent verbaast, maar als je er later over
nadenkt bevestigd die hele zooi daar al je vooroordelen.
De
techniek van de bunker: handleiding voor bunkerkrakers deel 1
Het
opensnijden van de toegangspoort van de bunker nam 20 minuten in beslag.
Eerst werd een vierkant gat gesneden precies tussen de spanten van de
deur. Het plaatstaal zit alleen vastgelast aan de zijkant, dus niet op de
horizontale spanten. Het staal is 24 mm. dik. Daarna werden één voor
één de tralies weggehaald.
Als
je door het (hete) gat naar binnen kroop kwam je in een halletje, of
voorportaaltje dat toegang verschafte tot een portiershokje, en aan de
rechterkant tot de atoomdeur, dus naar de bunker zelf. De atoomdeur is
alleen van binnenuit te openen en te sluiten, dus als je binnenkomt staat
deze open. De atoomdeur sluit hermetisch door middel van rubberen strippen
die tegen het staal aangedrukt komen te zitten als de spanjoletten
dichtgemaakt worden. Na de eerste atoomdeur volgt een halletje dat toegang
verschaft tot weer twee atoomdeuren van dezelfde zware kwaliteit. Eén
geeft toegang tot de atoombunker, en de ander tot een desinfectieruimte.
Dit halletje is in feite een luchtsluis, waarin altijd als de deuren zijn
gesloten een overdruk heerst. De desinfectieruimte is een ruimte waar 4
douches zijn en een heetwaterboiler. Tussen de douchecellen en de
atoombunker zit dan nog een soort atoomdeur, maar nu slecht van 1 cm dik.
Bij iedere deur zit een kastje waarop af te lezen is hoe hoog de overdruk
aam de andere kant van de deur is. Het is mogelijk om je in de bunker nog
een atoomdeur verder in te sluiten, zodat je dan achter 3 deuren zit. De
grote centrale hal is namelijk ook af te sluiten met hermetische deuren.
In de plotkamer zitten totaal over 2 verdiepingen zo'n 10 van dergelijke
deuren. Bij de nooduitgang aan de achterkant van de bunker is de situatie
hetzelfde, alleen zijn hier geen douches.
In
de kelder achter in de bunker is een gigantische
koolstofluchtzuiveringsinstallatie die de van buiten aangezogen lucht
zuivert en via een buizensysteem iedere kamer inblaast. Dit apparaat zorgt
ook voor de overdruk. De lucht wordt, aangezogen door twee ronde roosters
aan de linker zijkant van de bunker, ongeveer 3,5 meter boven de grond.
Door de filtering hangt er in de bunker een muffe, steriele, dode lucht,
een lucht die dagen later nog in onze kleren zat. In de ruimte ernaast
bevindt zich de noodaggregaat voor de elektriciteitsvoorziening. Er zijn
er twee. Het zijn M.A.N. 4-takt, 6 cilinder dieselmotoren. Het zijn enorme
machines van 4 meter lang en 2 meter hoog. Deze apparaten slaan
automatisch aan als de stroom uitvalt.
In
de bunker zijn twee waterleidingsnetten, een voor vredestijd, en een voor
als de omgeving of het water besmet zou zijn. Alles in de bunker stond
aan, de zender, de telefooncentrale, de generatoren (stand-by), de
warmwaterboilers (lekker gedoucht), de ijskasten, enz.
De
bunker en de communicatie met buiten
1
- openbare telefoonnet
De
bunker is aangesloten op het openbare telefoonnet. In alle staf-,
commando-, en conferentiekamers is een telefoon aanwezig die hierop is
aangesloten. Via deze lijn hebben we tijdens de bezetting ongeveer 5
kwartier met de buitenwereld kunnen bellen. Daarna werd-ie door de PTT
in opdracht van de marechaussee afgesloten. Het telefoonnummer is:
01100-16242 (is inmiddels afgesloten).
2
- overheidstelefoonnet (OFTN)
Allerlei
overheidsinstellingen (ministeries, gemeentehuizen, arbeidsbureaus, BB,
voedsel- en medicijnmagazijnen enz.) zijn aangesloten op een noodnet,
een net met eigen nummers, en eigen telefooncentrales. Dit moet het werk
van bet gewone net overnemen, mocht dat in oorlogstijd uitvallen. De
bunker is middels twee lijnen aangesloten op dit net. Eén telefoon
staat in de kamer van de provinciaal militair commandant, één telefoon
in de plotruimte.
De
telefoonnummers zijn: 1444, en 145 (OFTN Goes, centrale nummer 26)
Deze
nummers worden niet vermeld in het telefoonboek (dienstgeheim) van het
overheidstelefoonnet. Het zijn dus geheime nummers binnen een min of
meer geheim net.
3
- het militair verbindingssysteem
Naast
het openbare telefoonnet., bestaat er in Nederland een geheel apart
telefoonnet, met eigen centrales en nummers. Dit net is ook in
vredestijd in gebruik bij alle contacten tussen militairen onderling.
Ook bestaat er een apart militair telexnet. Deze telex- en
telefoonverbindingen maken gebruik van het militaire
straalverbindingsnet. Dit straalverbindingsnet functioneert geheel los
van het gewone PTT straalverbindingsnet (openbare telefoon, TV, radio,
e.d. ) . In Nederland bestaan 43 antennes (ongeveer 40 meter hoog) van
het militair straalverbindingsnet. Eén hiervan staat op de bunker in
Kloetinge. In de bunker staat dan ook een enorme zender (kamer 4,
"streng verboden toegang", staat daarop). Er staan in de
bunker een stuk of 20 telefoons die aangesloten zijn op het militaire
telefoonnet. We hebben met deze telefoons tijdens de hele bezetting
kunnen bellen. We hadden alleen geen militair telefoonboek, zodat we
maar lukraak wat draaiden, en dus ook lukraak militairen aan de lijn
kregen. Nogal eens kregen we bandjes in de trant van "u bent niet
gerechtigd dit nummer te draaien" of "dit is een geheim
nummer" e.d.
Op
de telefoon van het militaire telefoonnet in de telefooncentrale stond
het nummer: 225-6666 (waarschijnlijk is dit dus het nummer van de
bunker).
4
- intern telefoonnet
Tot
slot was er in de bunker een eigen, intern telefoonnet aanwezig. In
iedere ruimte stonden hiervan een of meer toestellen (een stuk of 50 in
het totaal). Een handbediende centrale voor dit interne net stond in de
telefooncentrale.
En
toen ging de deur open…
Na
12 uur in de bunker gezeten te hebben, werd om 3 uur 's middags
plotseling de snijbrander op de buitendeur gezet. Of dit nu een gewone
snijbrander is geweest, of een soort thermische lans weten we niet, het
was in ieder geval een vrij heftige omdat-ie maar een halve minuut nodig
had om door 4 cm staal te komen. Toen de snijbrander door het staal was
en de luchtsluis zich vulde met rook en vonken en metaalspetters, deden
we de tweede atoomdeur dicht. Na een minuut riep een zeer agressief
klinkende stem door de luchtkoker: "Jullie hebben nú de
gelegenheid om naar buiten te komen." We dachten dat het nu toch
wel snel bekeken zou zijn en begonnen met het pakken van onze spullen.
Toen we goed en wel klaar stonden gaf de stem ons op de zelfde manier
instructies. We moesten blijven staan waar we stonden en één van ons
moest de deur openmaken. Voornamelijk uit angst dat we niet wisten hoe
hun houding zou zijn als we ze nog verder op zouden fokken, gingen we
hier op in. Eén van ons opende de tweede atoomdeur en liep de sluis,
vol met rook, in. De grendels van de buitendeur werden door haar of hem
losgegooid en hij/zij liep weer terug naar de anderen. Ons werd toen
gecommandeerd één voor één door de luchtsluis naar buiten te komen.
Na enige aarzeling wie er het eerst zou gaan, liepen we in een rijtje
naar buiten. De eerste vraag die ons gesteld werd was met hoeveel mensen
we waren. We werden rustig één voor één geboeid, Kees, Wijnand,
Michèl,
Bert en Geert naar één kamer gebracht, Cootje en Karin naar een
andere, begeleid door o.a. BSB'ers (brigade speciale beveiliging,
speciaal opgeleide marechaussees, die zich met terroristen bestrijding
bezig houden).
Het
duurde allemaal ontzettend lang, vooral voor ze wisten hoeveel vrouwen
er nou bij waren. Steeds kwamen ze om een hoekje kijken, "nog
steeds twee dames?". We werden één voor één in een apart
kamertje gefouilleerd, uitgekleed en in zo'n gore militaire overall
gestoken. Op de vrouwen werd een moederlijke vrouw afgestuurd, die zelfs
niet vergat het kraagje van dat pak goed te doen. De jongens moesten in
hun nakie in de overall, wij (Cootje en Karin) mochten een T-shirt,
onderbroek en sokken aanhouden. Later mocht iedereen ook schoenen aan.
Het was wel een heel lullig gevoel, om na zo'n actie in dat militaire
pak te moeten lopen. Net of je dan als het ware van hun bent. De spullen
die wij bij ons hadden, kleren, boeken, geld, etc. werden bekeken en
genoteerd. Doordat wij bij elkaar zaten, voelden we ons sterk genoeg om
te zieken. Van de jongens werden ook nog foto's gemaakt, wat juridisch
gezien ook niet klopt. Dit hele gedoe duurde allemaal dik een uur.
Intussen stroomde de hele bunker vol met hoge pieten. Hoge
politie"mensen!", hoge militairen, hoge BSB'ers, hoge
marechaussees en hoge ambtenaren, zoals bijvoorbeeld de burgemeester van
Goes. De bunker is ontruimd onder commando en verantwoordelijkheid van
de BSB. Ze waren met dertig. Toen we later afgevoerd werden naar buiten,
zagen we hoe belachelijk veel "mensen" ze hadden
gemobiliseerd. Het hele terrein was afgezet met tientallen militairen in
volle gevechtsuitrusting.
Wat
we nog jammer vonden was dat we niet meer de gelegenheid hadden om de
anderen te zien.
Het
ging er allemaal vrij rustig aan toe. We waren steeds geboeid, moesten
door een haag van hoge "heren" de busjes in, om te voorkomen
dat de pers en mensen van ons ons nog konden zien.
Daar
zat je dan in je kouwe cel. Later bleek dat Kees, Wijnand, Geert en Michèl
in Vlissingen op het pliessieburo zaten, Bert bij de pliessie in Goes,
waar ook Daan, Stijn en Ferry, die 's nachts voor de bunker waren
opgepakt, zaten. Wij werden op de marechaussee-kazerne in Vlissingen
vastgehouden.
In
totaal zijn we allemaal 4 keer verhoord. Het is ons zeer duidelijk
geworden, hoe belangrijk het is dat je vantevoren weet wat je rechten
zijn, wat je te wachten kan staan, en vooral dat je duidelijk
afgesproken hebt, wat je gaat verklaren of niet. In ons geval (bij
iedereen) waren de verhoren allemaal schoolvoorbeelden. Ze zeiden dan
anderen al dingen verklaard hadden, ondertekend hadden, ook dat ze
wisten wie de deur opengemaakt had, en dat we dus maar toe moesten
geven. Verder het bekende gedreig dat het allemaal veel langer zou gaan
duren als we niets zeiden, en maar slijmen. Omdat we van elkaar wisten
dat we niets wilden verklaren, stonden we daar sterk in, en werd het
verhoor al snel een uitje om even uit je cel te zijn en niet steeds in
te dutten. Ze hadden een lijstje van 24 vragen opgesteld, waar je
eigenlijk alleen maar om lachen kon. Bijvoorbeeld: "Hoe lang bent u
al lid van Onkruit?", "Wat is uw functie?", "Van wie
heeft u opdracht gekregen?", "Bent u actief lid?". Aan
één iemand presteerden ze het zelfs om te vragen of-ie zijn opleiding
bij de RAF had gehad. Ze kwamen steeds met namen en dat ze wel wisten
wie wat gedaan had. Tegen de jongens vertelden ze hoe goed wij het bij
de marechaussee wel niet hadden. Ze gebruikten verschillende technieken,
de ene keer probeerde ze een heleboel uit je te krijgen en een andere
keer hadden ze een houding van als je niet zeggen wilt doe het dan maar
niet. Soms probeerde ze het op een informele manier, bijvoorbeeld bij
het luchten een gezellig praatje. Ze hebben uiteraard foto's en
vingerafdrukken genomen.
Het
is ons uiteraard wel meegevallen, wel afschuwlijk seksistisch, maar niet
echt gore gemene grappen, of handtastelijkheden. We denken dat het wel
wat uitmaakte dat we in Zeeland zaten.
Onkruit
Am*dam Nagekomen: krantenbericht van Raoul du Pré: "Atoomvrije bunker te koop" (september 1997)
|