Lustrum

  

 
Het Groene Dak bestond dit jaar (1998) vijf  jaar. Dat is uitbundig gevierd met bijeenkomsten voor de bewoners, de buurt en buitenstaanders/belangstellenden.  

Het eerste deel van deze pagina is het verslag van Monique Janssens van een tijdens het lustrumfeest gehouden informatiedag voor buitenstaanders. Aanwezig waren mensen van andere eco-projecten (o.a. Rijkerswoerd Arnhem en Vernieuwend Wonen Zuthpen) en mensen die destijds beroepshalve bij het project betrokken waren. Afwezig was helaas aannemer/ontwikkelaar Geelen Bouw. Een prima inleiding werd verzorgt door Tjerk Reyenga van BEAR-architecten (zie verslag). Daarna is ingegaan op allerlei ecologisch kanten van het project en hoe deze tot nu toe in de praktijk zijn bevallen. 

Het tweede deel is een bijlage geschreven door Michel Post en is toegespits op de watermaatregelen: zijn ze bevallen en hebben ze toekomst? 
 
 

 

 
Deel 1 - Verslag van de Studiemiddag Eerste Lustrum Het Groene Dak op donderdag 28 mei 1998.
 
 

Sprekers:
Marijke van Zoelen, initiatiefneemster van Het Groene Dak
Irene Mobach, voorzitter van Het Groene Dak,
Tjerk Reyenga, architect van Het Groene Dak,
Michel Post, ex-bewoner en actief lid van Het Groene Dak.
 

Inleiding
Wie Het Groene Dak van het ontstaan tot nu kritisch heeft gevolgd, zal moeten toegeven dat het eerste lustrum zeer succesvol was. Men woont plezierig en toont een redelijk grote betrokkenheid bij de woonomgeving. Bovendien worden de gemeenschappelijke tuin en het sfeervolle tuinhuis veelvuldig gebruikt en redelijk goed onderhouden. Verder vervult Het Groene Dak een voorbeeldfunctie wat betreft milieuvriendelijk bouwen en heeft het onderzoeksresultaten opgeleverd die missers elders kunnen voorkomen. Toch zijn er ook minder vrolijk stemmende geluiden te horen tijdens de studiemiddag op 11 juni. De composttoiletten, bijvoorbeeld, geven tot op heden veel ellende (spreker Michel Post verwijst ze zelfs woordelijk naar het geitenwollensokkentijdperk) en het idealistisch laag gehouden aantal parkeerplaatsen blijkt het groeiende aantal auto's niet te kunnen bergen.

Injectie
Het Groene Dak is vijf jaar bewoond, maar de vereniging dateert van nog eens vijf jaar eerder. Een groepje vrienden nam het initiatief en kreeg een gemeentelijke subsidie om haalbaarheidsonderzoek te doen. Daar kwam een programma van eisen en wensen uit voort dat aan architect Tjerk Reyenga, Woningbouwvereniging Prinses Juliana en Projectontwikkelaar Geelen werd voorgelegd. De ambities waren groot, op het gebied van zowel ecologie als betaalbaar en sociaal wonen. De vereniging heeft die drie zaken altijd getracht te combineren, omdat er alleen dan voldoende draagvlak voor het project was. Toen de woningen er eenmaal stonden is de factor beheer daarnaast een steeds belangrijkere rol gaan spelen.

Wat ecologie betreft ging de aandacht in eerste instantie uit naar passieve en actieve zonne-energie, waterbesparing, milieuvriendelijke bouwmaterialen en gevarieerde beplanting. Wat dit laatste betreft merkt Tjerk Reyenga op dat Het Groene Dak in de wijk Voordorp een ware oase van groen is. In de straten er omheen overheerst het grijze steen, met uitzondering van de oranje vlaggetjes die Nederland deze week in juni aan het wereldkampioenschap voetballen moeten helpen. Hij schetst hoe Het Groene Dak en vergelijkbare initiatieven de milieuvriendelijke bouw een fikse injectie hebben gegeven. Dit is hoe het er nu voorstaat:

  • Aan een zonneboiler kun je heel gemakkelijk komen. Er is zelfs een actie van de overheid waarbij je subsidie krijgt.
  • Gescheiden inzameling van afval is vanzelfsprekend geworden.
  • Waterbesparende douchekoppen en kranen worden steeds meer toegepast.
  • Aan het gebruik van passieve zonne-energie wordt vaker gedacht bij nieuwbouw.
  • De warmte-isolatie is tegenwoordig al beter dan die van het Groene Dak.
  • Gebruik van een energiezuinige verwarmingsketel is standaard geworden in nieuwbouw.
  • Toepassing van waterbesparende toiletten komt steeds vaker voor.
  • Zuivering van afvalwater wordt nog weinig toegepast, maar ontwikkelt zich gestaag.
  • Ook gebruik van regenwater krijgt steeds meer toepassing.
  • Gebruik van PVC staat vrijwel overal ter discussie.

Inspraak
Er komen steeds meer ecologische bouwprojecten, waarbij subsidie vaak niet eens meer nodig is en alles vanzelf lijkt te gaan. Sommige aspecten blijven echter achter op de ontwikkelingen of hollen zelfs terug. De toepassing van natuurverf verloopt moeizaam, en het composttoilet heeft volgens Tjerk Reyenga weinig toekomst. Wat hem het meest opvalt is dat bewoners steeds minder vaak betrokken worden bij de bouw van de woningen. "De projecten worden allemaal met een sneltreinvaart gerealiseerd, en de bewoners komen achteraf een huis kopen. Tijd voor inspraak is er niet meer. Dat je, net zoals hier, vier à vijf jaar bezig bent om een project neer te zetten, dat kan blijkbaar tegenwoordig niet meer."

Water
Michèl Post geeft een toelichting op alle zaken rond Het Groene Dak die met water te maken hebben. Water is al in een vroeg stadium gekozen tot speerpunt waaromheen Het Groene Dak heel wat initiatieven zou ontwikkelen. "Er was toen veel aandacht voor de problematiek van verdroging en er waren allerlei ideeën voor maatregelen. We wilden regenwater zoveel mogelijk vasthouden. Vandaar de grasdaken, maar die bleken te duur, dus dat ging niet door, maar er werden andere manieren gevonden om het water in elk geval vertraagd af te voeren naar het riool, onder andere door het eerst naar een vijver te leiden." (Voor een uitgebreide toelichting: zie de bijlage door Michèl Post.)

Kleurenpalet
De discussie in het zonovergoten tuinhuis van Het Groene Dak vond plaats op basis van korte vraaggesprekjes met enkele bewoners. Aan bod kwamen onder andere: het gebruik van natuurverf, de parkeerproblemen, de inrichting en het onderhoud van de tuin en de komst van nieuwe bewoners.

De woningen van Het Groene Dak staan in een rechthoek om de binnentuin heen. De kleur van de kozijnen, zowel binnen als buiten, volgen rondom grofweg de kleuren van de regenboog. Om voldoende verschillende kleuren te verkrijgen zijn enkele kleuren hoogglans natuurverf gemengd. Helaas bleken combinaties waar signaalrood in voorkwam niet kleurecht te zijn. Die zijn later vervangen door de kleur ossenbloed. Aquamarijn heeft het probleem onderkend en een deel van de kleuren hoogglansverf uit de productie genomen en de samenstelling gewijzigd. Dat stelde de bewoners voor het probleem dat voor de eerste onderhoudsbeurt van de woningen opnieuw kleuren en verfsoort gekozen moesten worden. Na een lange discussie en veel onderzoek werd gekozen voor een combinatie van verfsoorten. De kleuren die nog verkrijgbaar zijn in natuurverf worden gehandhaafd; voor de overige kleuren wordt High Solid gekozen, een verf uit de reguliere productie, die in de Milieuwijzer bijna net zo goed uit de bus komt. Het kleurenpalet kan daarmee blijven zoals het was. Er is overigens vanaf het begin een synthetische grondlaag aangebracht onder de natuurverf.

Heilige koe
Een tweede onderwerp dat de ledenvergaderingen de laatste tijd beheerst is dat van het parkeren. Bij de aanleg van de straten heeft Het Groene Dak de gemeente verzocht om een lager aantal parkeerplaatsen aan te leggen dan gebruikelijk. De norm in de wijk Voordorp is 1,2 per woning; Het Groene Dak heeft er 0,5 per woning. Nu Voordorp ruim vijf jaar bewoond is, ontstaan er parkeerproblemen in de hele wijk. Kinderen worden groot en nemen een eigen auto, garages blijken voor andere doeleinden te worden gebruikt, en ook in Het Groene Dak hebben langzamerhand meer mensen een auto. Na enkele lichte aanvaringen met buurtbewoners is afgesproken dat groene-dakkers alleen aan hun eigen kant van de straat parkeren. Met andere woorden: ze hadden gevraagd om minder parkeerplaatsen (en er stukjes groen voor in de plaats gekregen), daar moesten ze dan ook de lasten maar van dragen. Echter, het aantal auto's past er domweg niet meer in.

De discussie om dit probleem op te lossen loopt nog volop. Er zijn groenstrookjes aangewezen die eventueel zouden moeten wijken voor parkeerplaatsen, maar niet iedereen geeft zijn principes zo snel op. Sommige leden roepen de andere op om auto's te delen. Dat heeft tot gevolg dat de autolozen rijkhalzend uitkijken naar het moment dat zij een auto mogen gebruiken, maar nog niet dat autobezitters hun heilige koe opgeven. Ook zijn er bewoners die gebruik maken van een auto van Greenwheels, die 300 meter verderop klaarstaat, maar ook dat heeft tot nu toe niet geleid tot verlaging van het aantal auto's. De vraag dringt zich op of parkeerbeleid wel de juiste manier is om het autogebruik terug te dringen. Een te lage parkeernorm gaat immers ten koste van de leefbaarheid in een wijk. 

Selectie
Groene-dakkers zijn geen doorsnee-mensen. Het is duidelijk dat de ontstaansgeschiedenis - de start vanuit een groepje idealistische vrienden en de uitstraling waarvoor dit groepje koos - tot gevolg heeft gehad dat een bepaald type mens zich tot dit project aangetrokken voelde. Als zich nieuwe bewoners aandienen is er een zeker risico dat daar verschuivingen in optreden en dat de identiteit van de vereniging verloren gaat. Het is heel goed mogelijk dat mensen het huis nemen om het huis, en zich totaal anders opstellen dan eerdere bewoners. 

Voor huurders is, onder andere om die reden, een drempel opgeworden. Zij moeten aspirant-lid worden van de vereniging en komen op een wachtlijst te staan. Komt er een plaats vrij in een woongroep, dan komen meerdere mensen van de wachtlijst kennismaken en maakt de groep een keuze. Bij zelfstandige huurwoningen wordt eveneens uit de wachtlijst geput. Wie boven aan staat komt het eerst in aanmerking.

Bij koopwoningen ligt het wat moeilijker. Men kan een huizenbezitter immers niet voorschrijven aan wie hij zijn huis moet verkopen. Wel wordt de voorwaarde gesteld dat leden van Het Groene Dak eerder dan de buitenwacht op de hoogte worden gesteld als er een huis te koop is. Wie het huis koopt moet lid worden van Het Groene Dak en wil vanzelfsprekend weten wat dat inhoudt. Door potentiële kopers grondig te informeren vindt een natuurlijke selectie plaats.

Voor wie zich afvraagt hoeveel betrokkenheid er dan eigenlijk verwacht wordt van bewoners is het antwoord geruststellend: ongeveer vier op de vijf bewoners toont zich betrokken, waarvan een klein deel heel intensief. Er is alle ruimte voor dergelijke verschillen.

Het grootschalige nieuwbouwproject Leidsche Rijn bij Utrecht maakt dankbaar gebruik van  resultaten van Het Groene Dak. Bewonersgroep De Kersentuin van deze nog niet bestaande wijk is dan ook vertegenwoordigd op deze zonnige dag, en zuigt zich vol met informatie. Zo krijgen de aanwezigen heel even een blik op de weg die idealen kunnen gaan als iedereen zijn steentje bijdraagt: van project naar project, met aan de horizon een duurzame, leefbare samenleving.

juli 1998
Monique Janssens 
 

 

 

Deel 2 - Evaluatie ecologische maatregelen op watergebied in Het Groene Dak 

Inleiding 
In Het Groene Dak is geëxperimenteerd met ecologische maatregelen op watergebied. De woningen zijn in het voorjaar van 1993 opgeleverd. Na 5 jaar wonen is een eerste balans opgemaakt. Allereerst zal kort worden geschetst om welke maatregelen het gaat. Vervolgens wordt per maatregel bekeken of deze aan de verwachtingen voldoen. Zowel de technische aspecten komen aan bod als hoe het de bewoners is bevallen. 

Op watergebied kennen we in Nederland diverse milieuproblemen. Er is de verdroging van natuurgebieden en er zijn de riooloverstorten in stedelijke gebieden. Deze leiden respectievelijk tot problemen bij de drinkwaterwinning uit grondwater en vervuiling van het oppervlaktewater. Het is vanaf het begin de bedoeling geweest om in Het Groene Dak maatregelen uit te proberen waarmee op woningniveau een bijdrage aan de oplossing van deze problemen kan worden geleverd. De doelstellingen waren: 
 

  1. Terugdringen van het drinkwatergebruik door waterbesparende installaties (basispakket waterbesparing + Gustavsbergtoilet) en het benutten van regenwater.
  2. Ontlasten van de riolering door terugdringen van het verharde oppervlak en buffering van regenwater, en door composttoiletten en zuivering van het “grijze” water uit douche/keuken/wasmachine.

Het basispakket waterbesparing en het waterbesparende Gustavsbergtoilet is in alle woningen toegepast. De opvang van regenwater, composttoiletten en de zuivering van grijs water is beperkt tot het zogenaamde experimentenblok bestaande uit 22 woningen verdeeld over vier clusters. 
 

1. Terugdringen van het drinkwatergebruik  

Standaardpakket waterbesparing + Gustavsberg WSS toilet 
Om het drinkwatergebruik terug te dringen is in alle woningen (66 stuks) een standaardpakket aan waterbesparende voorzieningen toegepast. Het gaat om waterbesparende douchekoppen (4 liter per minuut, in sommige woningen 6 liter per minuut), doorstroombegrenzers op kranen (6 liter per minuut voor de wastafel, 9 liter per minuut voor de keukenkraan) en een waterbesparend toiletsysteem (Gustavsberg WSS) zonder spoelonderbreking. Voor de spoeling van het toilet is gemiddeld 4,5 liter water vereist. Omdat dit weinig water is hoort bij dit toiletsysteem een stroomversneller die op 10 plaatsen in de riolering is ingebouwd. Deze spaart telkens een hoeveelheid afvalwater op om in één keer naar het riool te spoelen. 

Benutten van regenwater 
Om regenwater te kunnen benutten bevinden zich onder de huizen van het experimentenblok twee betonnen kelders van elk 5 m3. Hier wordt het regenwater van het dak opgevangen. Het dak heeft een oppervlak van 265 m2. Het regenwater werd de eerste jaren alleen gebruikt voor de 4 gemeenschappelijke wasmachines. De capaciteit van het systeem werd hiermee echter niet benut. Later zijn ook 9 spoeltoiletten op het systeem aangesloten waardoor het systeem wel optimaal werd benut. 
 
 
2. Ontlasten van de riolering 

Terugdringen van verharding 
Er is een groot gemeenschappelijk binnenterrein dat kon worden gecreëerd door een deel van de woningen gestapeld te bouwen. Op dit terrein is weinig verharding aangebracht. Voor de paden is halfverharding gebruikt (gravier d’or en schelpen). De afvoer van regenwater gaat via grindkoffers die uitmonden op een vijver. Via leidingen komt ook het regenwater van de dakvlakken in de vijver terecht.  Deze heeft een vertraagde overloop naar het riool en daardoor een bufferende werking. Helaas is de aansluiting van de overloop gemaakt op het vuilwaterriool en niet op het regenwaterriool. Aan de straatkant van het project zijn op een aantal plaatsen groenstroken i.p.v. parkeerplaatsen aangelegd. Op het binnenterrein is door de bewoners een gemeenschapshuis gebouwd dat is voorzien van een grasdak (100 vierkante meter). 

Composttoiletten en zuivering van grijs water 
Om de riolering te ontlasten is in 10 woningen (twee clusters van het experimentenblok) gekozen voor composttoiletten van het merk Clivus Multrum. Deze gebruiken helemaal geen water voor de spoeling. Het vaste materiaal (uitwerpselen, toiletpapier en GFT) komt via de toiletten (zonder spoeling) in een grote bak onder in het huis. Het is de bedoeling dat het materiaal daar composteert. De 10 woningen hebben geen aansluiting op de riolering. Door de composttoiletten bevat het afvalwater van de woningen geen toiletwater. Het wordt daarom grijs water genoemd. Dit is het afvalwater van keuken, douche en wasmachine. Het grijze water wordt ter plekke gezuiverd en afgevoerd naar de vijver in de gemeenschappelijke tuin. Onder de woning, in dezelfde kelder waar het composttoilet staat, bevind zich apparatuur waarmee het grijze water wordt voorbehandeld alvorens het wordt nagezuiverd. Bij de voorbehandeling vindt beluchting (aëroob), rotting (anaëroob) en buffering plaats. De nazuivering vindt bij de helft van de 10 woningen plaats in een plantenwaterzuivering, en bij de andere helft in een zogenaamde vloeikas. Beide systemen bestaan uit een grondpakket van ongeveer 1 meter dik waarop zich vegetatie bevindt. Het ene systeem is in de open lucht, 75 m2 groot en is begroeid met riet. Het andere systeem bestaat uit een serre, is 22 m2 groot en is begroeid met allerlei sierplanten. 
 

De resultaten 

Tabel 1 Gemiddeld watergebruik HGD in liters per persoon per dag 1993-1998 
 

Woningtype Liters p/p/d. % van 127
Drie-kamerwoningen (S + G) 88  69 
Vier-kamerwoningen (S + G) 88 69
Vijf-kamerwoningen (S + G) 75 59
Twee clusters met composttoiletten (S + R + C) 35 28
Twee clusters zonder composttoiletten (S + R + G 69 54
Gemiddeld Het Groene Dak 82 65
Gemiddeld Stad Utrecht 127 100

S = Standaardpakket, G = Gustavsbergtoilet, R = Regenwater voor toilet en wasmachine, 
C = Composttoilet (geen spoeling) 
 
Doorstroombegrenzers op kranen  
Na oplevering van de woningen is er onduidelijkheid geweest over de doorstroombegrenzers. Zo wist bijna niemand wat voor begrenzers er waren geplaatst en dat er verschillen waren tussen keuken- en wastafelkranen (namelijk 9 en 6 liter per minuut). Het belangrijkste onderdeel uit de begrenzer is een kleine rubberen ring die in sommige kranen bleek te ontbreken. Door gebrek aan informatie was het voor de bewoners moeilijk om aan nieuwe passende ringen te komen. Ongeveer de helft van de kopers koos niet voor de standaardkeuken maar plaatste er zelf een. De levering van begrenzers voor deze keukens verliep moeizaam. Over de werking van de kranen zijn verder geen klachten meer geweest. Op een aantal keukenkranen in de koopwoningen zijn uiteindelijk geen waterbesparende kranen geplaatst. 

Waterbesparende douchekoppen  
In het begin waren er in enkele woningen problemen met de combiketels die tijdens het douchen steeds aan- en uitsloegen (pendelen geheten). Dit bleek een gevolg te zijn van de waterbesparende douchekoppen, ze gaven te veel tegendruk. Het probleem was verholpen toen er begrenzers van 6 in plaats van 4 liter per minuut werden aangebracht. In de overige woningen (met dezelfde ketels) zijn geen klachten geweest. 

Waterbesparend toiletsysteem van Gustavsberg (WSS)  
Het was de eerste keer dat dit systeem in Nederland in laagbouw werd toegepast. Het systeem is intussen verder ontwikkeld. De problemen met dit systeem moeten als kinderziekten worden beschouwd. Het toiletsysteem heeft een reservoir van 6 liter maar is instelbaar van drie tot zes liter. Bij sommige woningen is het belangrijk dat het toilet op 6 liter afgesteld is omdat deze woningen een doorspoelfunctie hebben voor de riolering. Gemiddeld staan de toiletten in het project afgesteld op 4,5 liter. Over de toiletpotten en de doorspoeling zijn de bewoners tevreden. Het enige probleem met het systeem is dat er de laatste twee jaar op sommige plekken meer dan gemiddeld verstoppingen optreden in de stroomversnellers. Zo’n versneller is een speciaal onderdeel dat op 10 plaatsen in de riolering is geplaatst en juist bedoeld is om verstoppingen te voorkomen. Na onderzoek van de leverancier bleek dat zich in moeilijk bereikbare hoeken vet ophoopt. Sommige bewoners hebben veel overlast gehad omdat de verstoppingen niet gemakkelijk konden worden verholpen. Reguliere ontstoppingsbedrijven  kunnen niet met het systeem overweg. Op dit moment vinden er gesprekken plaats tussen bewoners, de woningbouwvereniging en de leverancier van het systeem. De oorzaak van het probleem is waarschijnlijk te wijten aan een combinatie van factoren. De toevoerleidingen tot aan de stroomversneller zijn te lang, het afschot is misschien niet optimaal (te groot), de constructie van de stroomversneller is niet op vet of het verwijderen daarvan berekend, en er bestaat een kans dat ook de riolering in de straat niet goed functioneert. Bij regenval zou het waterpeil in het vuilwaterriool te hoog komen waardoor het systeem niet goed kan lozen. Er zijn meerdere voorstellen gedaan om de problemen op te lossen. Door de producent wordt gewerkt aan een nieuw type booster waarbij water en vaste delen worden gescheiden. Hierdoor zou verstopping minder makkelijk optreden. Begin 1999 kunnen ze geleverd worden. Voor de tussenliggende periode wordt gedacht aan het tijdelijk plaatsen van nieuwe (schone) stroomversnellers van hetzelfde type. De bewoners geven de strijd nog niet op. 

Regenwatersysteem  
Het regenwatersysteem functioneert goed. In het begin waren alleen de vier gemeenschappelijke wasmachines (voor 22 huishoudens) aangesloten waardoor de capaciteit van het systeem bij lange na niet werd benut. Wassen met regenwater leverde geen problemen op. Enkele bewoners hadden echter wel het gevoel dat hun wasgoed soms muf rook, vooral langere tijd na gewassen te zijn. De meeste waren echter geheel tevreden.  Na enkele jaren was er geld om ook negen toiletten op het systeem aan te sluiten. Zes toiletten op de ene kelder, en drie toiletten op de andere. Meer toiletten aansluiten was niet mogelijk omdat het systeem dan te vaak droog zou vallen. Het spoelen van het toilet met regenwater leverde geen problemen op en er kan een flinke waterbesparing worden behaald (zie verbruikscijfers). Na aansluiten van de toiletten werd door de 22 huishoudens per maand ongeveer 17.000 liter regenwater per maand gebruikt. Dat is ongeveer 25 liter per huishouden per dag. Het drinkwaterverbruik is in deze huishoudens ongeveer 54 liter water per persoon per dag. In totaal dus 79 liter waarvan 31,6 procent regenwater. 
Nadeel van het systeem is dat per m3 water er ongeveer 0,8 kWh elektrische energie nodig is. Dit is 0,5 kWh meer dan het waterleidingbedrijf nodig heeft om drinkwater naar de kraan te krijgen. Bij regenwatersystemen zonder pomp (vrij verval systeem) is geen elektriciteit nodig. Wat bijdraagt aan het elektriciteitsverbruik (oppompen van water) is de plaatsing van de wasmachines op zolder. In het oorspronkelijke ontwerp stonden deze op de begane grond. Later zijn ze uit ruimtegebrek naar de zolders verplaatst. 

Niet verhard binnenterrein  
Het binnenterrein is aangelegd met zware machines in een zeer natte periode. De structuur van de bodem raakte daardoor geheel vernietigd. Gevolg was dat het regenwater niet meer kon wegzakken en het binnenterrein de eerste jaren een grote modderpoel is geweest. Steeds moesten er weer maatregelen worden genomen om het water te kunnen afvoeren. Extra geulen of leidingen onder de paden door, een compleet drainage- en pompsysteem rond het projecthuis en op veel plaatsen ophoping met nieuwe grond. De paden bleken te laag te liggen en ook deze zijn later opgehoogd. Pas na enkele jaren verbeterde de structuur van de bodem weer en werd deze weer doorlatend. Op dit moment zijn de problemen met het water verleden tijd. 

Minder parkeerplaatsen  
Op 66 woningen zijn er 33 parkeerplaatsen. Bij oplevering van de woningen waren er 26 auto’s in het project. Nu blijken het er aanzienlijk meer te zijn (rond de 36) en zijn er geregeld parkeerproblemen. De parkeerdruk is vooral groot aan de westkant van het project. Voor een deel wordt dit veroorzaakt doordat een aantal parkeerplaatsen (aan de oostkant) niet zo in trek is. Het groen dat in plaats van de parkeerplaatsen is gekomen zou verzorgd gaan worden door mensen van Het Groene Dak. Hier zijn echter nooit duidelijke afspraken over gemaakt. Aan de noordkant van het project zien de groenstroken er onverzorgd uit. Dit heeft klachten van omwonende opgeleverd. De bewoners kiezen er nog niet voor om een deel van het groen om te zetten in parkeerplaatsen. Eerst wordt bekeken welke andere mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld autodelen. 

De vijver  
De vijver voldoet aan de verwachtingen. Het water is goed van kwaliteit en zo’n waterpartij levert bovendien een mooi stukje natuur op in de tuin. De vijver werkt als vergaarbekken voor het water van de dakvlakken. Bij zware regenval stijgt het water in de vijver. Omdat de overloop van de vijver bestaat uit een leiding met kleine diameter ontstaat een vertraagde afvoer van het water. Omdat deze leiding op het vuilwaterriool (van het verbeterd gescheiden rioolstelsel) is aangesloten heeft deze vertraging echter een averechtse werking. Bij een verbeterd gescheiden stelsel komt het regenwater bij zware buien via een overloop in de regenwaterbuis terecht. Omdat dit water schoon is lopen deze buizen gewoon naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater. Als het niet zo hard regent blijft het water echter in de vuilwaterbuis en stroomt het naar de rioolwaterzuivering. Voor het milieu is het gunstig als er zo min mogelijk water in het vuilwaterriool komt. Het zuiveren van verdund afvalwater gaat namelijk minder goed. Bovendien stroomt het vuilwaterriool soms over als er te veel regenwater in komt en dat leidt tot veel watervervuiling. In Nederland komt bijna 10 procent van alle vuiligheid uit het riool via dit soort overstorten in het oppervlaktewater terecht. Door de vertraging die bij Het Groene Dak wordt veroorzaakt door de vijver zal het regenwater na zware regenval minder snel overstorten in het regenwaterriool. Hierdoor komt juist meer in plaats van minder regenwater in het vuilwaterriool. Wellicht dat de overstort in de toekomst aangesloten kan worden op het regenwaterriool of op het oppervlaktewater. De kwaliteit van het water is er goed genoeg voor (zie uitkomst meetprogramma op blz. ??? van dit verslag). 
De vijver is mooi maar levert de bewoners wel werk op. Omdat de vijver vrij klein en ondiep is, groeit deze ieder jaar helemaal dicht en moet alle beplanting op het eind van het jaar handmatig worden verwijderd. 

Grasdak  
Grasdaken op alle woningen bleken te duur. In combinatie met regenwatergebruik was het ook niet wenselijk om op alle daken gras te leggen. Op het projecthuis is wel een grasdak gekomen en dit bevalt prima. Het ziet er mooi uit, het heeft weinig onderhoud nodig en een bufferfunctie voor regenwater heeft het zeker. Zelfs bij zware regenval komt er nauwelijks water van het dak af. 

Composttoiletten  
De composttoiletten voldoen niet aan de verwachtingen. Het is puur aan het idealisme en de grote inzet van de bewoners te danken dat de systemen nog niet zijn vervangen door normale spoeltoiletten. De belangrijkste problemen zijn: 
 

  1. Vliegen 
  2. Vocht in het compostgedeelte 
  3. Het niet doorschuiven van de massa en daarmee samenhangend een te hoog niveau in de container 
  4. De omzetting tot compost 

Er zijn ook voordelen: 
 

  1. Het toilet is volstrekt reukloos vanwege de ventilator 
  2. Het is heel makkelijk dat alle GFT-afval zo in het toilet kan worden gegooid 
  3. Het idee dat er niet hoeft te worden doorgetrokken wordt als prettig ervaren 

Vliegen  
In het begin was het grootste probleem de overlast van vliegen. Uit de literatuur was echter bekend dat dit probleem na ruim een jaar vanzelf verdwijnt en dit bleek inderdaad het geval. Blijkbaar stelt zich in de bak een biologisch evenwicht in. Geheel verdwenen zijn de (kleine) vliegen echter nooit. Vooral bij het toilet op de begane grond zitten nog altijd veel vliegen, en in hun kielzog veel spinnen. In één woning wordt het toilet op de begane grond om die reden niet gebruikt. 

Vocht  
Vocht is altijd in overmaat aanwezig geweest en moest regelmatig  worden verwijderd (1 liter per persoon per dag). Het ontwerp van de bak is echter niet berekend op het gescheiden houden van vocht en compost of op het kunnen verwijderen van vocht. In theorie is er namelijk geen vocht, alle vocht moet immers verdampen. Sommige bewoners vinden het verwijderen van het vocht een smerig karwij terwijl anderen er geen moeite mee hebben. Na enkele jaren werd voor het vocht een speciale voorziening aangebracht: een dubbele bodem waar het vocht zich kan verzamelen en een pompje dat het vocht automatisch wegpompt. Echt goed heeft dit tot nu toe nog niet gefunctioneerd. Vaak hoopte zich namelijk geen vocht op maar drab. Het pompje raakte daardoor verstopt. Het gedeelte onder de dubbele bodem werd geregeld schoongemaakt en de verwachting was dat als de vochtafvoer goed zou functioneren er ook geen drab meer zou ontstaan. Er ontstond echter steeds opnieuw drab waardoor het verwijderen van het vocht soms toch weer met de hand moest gebeuren. 

Het niet goed doorschuiven van de massa 
De eerste twee jaar zat er nog weinig materiaal in de bakken waardoor er ook geen gecomposteerd materiaal kon worden verwijderd. Nadat zich meer materiaal in de bakken verzamelde kwam er echter nog steeds geen compost in het gedeelte onderin waar het kan worden weggeschept. De massa bleek niet door te schuiven. De container dreigde langzaam helemaal vol te raken. Eerst werd gedacht dat het niet-doorschuiven te maken had met het niet goed composteren en werd er van alles ondernomen om dat te stimuleren. De hoop werd regelmatig omgeschept, wat een zeer zwaar en smerig karwij is, en met speciale stokken werd regelmatig in de hoop geprikt om de beluchting te verbeteren. Er werd meer of soms juist minder stro toegevoegd en later is men overgegaan op hennepsnippers omdat die beter zouden verteren en meer vocht kunnen opnemen. Ook zijn mestwormen aan de hoop toegevoegd. Van geen enkele maatregel kan gezegd worden dat deze echt hielp. De hoop bleef groeien alhoewel dit toch opmerkelijk langzaam ging. De vraag was of er misschien sprake was van een steeds verdergaande inklinking zonder compostering en het massiever worden van de hoop. Het verwijderen van materiaal bleef moeilijk omdat de hoop veel te compact was of omdat er door het vochtoverschot juist veel modder onder in de bak stond. Een jaar geleden dreigde één bak compleet vol te raken. Er is toen besloten nog één keer een aantal maatregelen te nemen. De bak werd waterdicht gemaakt (er was namelijk lekkage ontstaan); een tussenschot achter het compostcompartiment werd verwijderd; de beluchtingbuizen die dwars door de hoop liepen en verstopt waren werden verwijderd; voor de beluchting van het compostcompartiment werd een alternatieve beluchting aangelegd; en aan de zijkant van de container werd boven in een extra luik aangebracht om het omscheppen van de hoop te vergemakkelijken. Met de genomen maatregelen verdween het probleem van het niet-doorzakken. Gevolg was echter wel dat grote hoeveelheden niet gecomposteerd materiaal in het compostcompartiment terechtkwam. Voorlopig wordt aangenomen dat dit tijdelijk is. Het vochtprobleem is echter gebleven, de extra beluchting ten spijt. Op dit moment wordt gewerkt aan het herstellen van het pompsysteem. 

Stroomverbruik 
Een nadeel van het composttoiletsysteem is de flinke hoeveelheid elektrische energie die nodig is voor de ventilator. Op de laagste stand (40 Watt) gebruikt deze bijna 1 kWh per dag. Gezien de besparing van ongeveer 120 liter water per dag is dat een investering van ongeveer 8 kWh per m3 waterbesparing. Voor de zuivering van rioolwater is ongeveer 0,42 kWh per m3 nodig (uitgaande van 20 kWh per jaar bij een verbruik van 130 liter water per persoon per dag). Netto wordt dus 7, 58 kWh elektrische energie verbruikt. Dat is meer dan er nodig is om van zeewater drinkwater te maken. 

Conclusie  
Het systeem werk slecht en het is zeer de vraag of het wel kan werken. Op andere plekken in het land zijn soortgelijke slechte ervaringen opgedaan. Tot nu toe was er steeds hoop dat het nog goed zou komen, ook nu is die er nog. Er is kans dat, nu de doorstroming goed is, het systeem kan werken wanneer straks ook de vochtafvoer goed functioneert. 
 

Grijswatersysteem 
De zuivering van grijswater voldoet uitstekend. Er hoeft weinig onderhoud te worden gepleegd en de zuiveringsresultaten zijn zeer positief. Door de Universiteit van Amsterdam is gedurende 1996 een meetprogramma uitgevoerd1. De kwaliteit van het afvalwater is goed te noemen en zit tussen de lozingsnorm en de norm voor oppervlaktewater. 

  • Voor (totaal) stikstof geldt dat afvalwater minder dan 10 mg stikstof per liter moet bevatten. De norm voor oppervlaktewater is 2,2 mg. Het water in de vijver bevatte gedurende het onderzoek 3,93 mg stikstof per liter. Het water uit het rietveld bevatte 7,2 mg stikstof per liter en het water uit de vloeikas 9,9 mg stikstof per liter. 
  • Voor (totaal) fosfaat geldt een lozingsnorm van 1 mg per liter en een oppervlaktewaternorm van 0,15 mg per liter. Het water in de vijver bevatte gedurende het onderzoek 0,36 mg fosfaat per liter. Het water uit het rietveld bevatte 0,48 mg fosfaat per liter en het water uit de vloeikas 0,39 mg fosfaat per liter. 
  • Voor biologisch zuurstofverbruik (BZV) geldt een lozingsnorm van 10 mg per liter en een oppervlaktewaternorm van 4 mg per liter. Het water in de vijver bevatte gedurende het onderzoek 4 mg BZV per liter. Het water uit het rietveld bevatte 2 mg BZV en het water uit de vloeikas 2,75 mg BZV per liter. 
  • Op vier momenten is het voorkomen van E. Coli bepaald. Het zwarte water (compostvocht) uit de composttoiletten bevatte gemiddeld 1670 (n = 3) en 1370 (n = 2) levende cellen per ml. In het effluent van de beide grijswaterreactoren was dit 1123 (n = 3) met een uitschieter naar 180.000 (n = 1)(na een noodlozing van compostvocht op het grijswatersysteem) en 1973 (n = 4) levende cellen per ml. In het effluent van de rietzuivering was dit minder dan 1 (n = 3). In het effluent van de vloeikas was dit 163 (n = 3). Het water in de vijver op het binnenterrein bevatte minder dan 1,6 levende cellen per ml. (n = 3). Normaalwaarden: veilig voor lozing < 1000, zwemwaternorm 10 tot 100, streefnorm oppervlaktewater 20, drinkwaternorm <0,01. Vervuild afvalwater 20.000 tot 2.000.000, Amsterdams grachtenwater 98, vuil rivierwater 2000, schoon rivierwater 90.

 Tabel 2: Colibacterien in compostvocht en grijswatersytemen 

Monsternameplaats Aantal evende cellen per ml. Aantal metingen
Composttoilet 1 1670  3
Composttoilet 2 1370  2
Grijswatertanks 1123  3
Vloeikas 163  3
Rietzuivering < 1  3
Vijver binnenterrein < 1,6  3
     
Velig voor lozing <1000  
Zwemwaternorm 10 tot 100  
Streefwaarde oppervlaktewater 20  
Drinkwaternorm <0,01  

 
Algehele conclusies 
Succesvolle watermaatregelen in Het Groene Dak zijn de waterbesparende kranen, de waterbesparende douchekoppen, het grasdak, de vijver, het regenwatersysteem en het grijswatersysteem. Problemen zijn er met de composttoiletten, het Gustavsbergsysteem en het verminderd aantal parkeerplaatsen. Kritiekpunten zijn: het elektraverbruik van het regenwatersysteem en het composttoilet, de aansluiting van de vijver op het vuilwaterriool, en (alleen in het begin) de afwatering van het binnenterrein. 

 Opmerking 
Met composttoiletten en regenwatersystemen span je het paard waarschijnlijk achter de wagen. Voor het milieu zijn deze systemen vanwege het energieverbruik hoogstwaarschijnlijk minder gunstig dan de gangbare tegenhangers. Een alternatief voor regenwater is het aanleggen van een tweede net voor huishoudwater. Een goed alternatief voor composttoiletten is er waarschijnlijk niet. 

 

Michèl Post (september ’98) 

 

1 Meetprogramma naar de kwaliteit van kleinschalige afvalwaterzuivering in eigen beheer bij "Het Groene Dak", een ecologisch nieuwbouwproject in de Utrechtse wijk Voordorp. Uitgevoerd door ARISE - Amsterdam Research Institute for Substances in Ecosystems/Vakgroep microbiologie Faculteit der Scheikunde bij de Universiteit van Amsterdam. Eindrapportage door Dr. H.C.P. Matthijs en Ing. J. Balke. Informatie: A417hcpm@chem.uva.nl 
 

Terug naar beginpagina