Deel 2 - Evaluatie ecologische maatregelen op
watergebied in Het Groene Dak
Inleiding
In Het Groene Dak is geëxperimenteerd met ecologische maatregelen op watergebied. De
woningen zijn in het voorjaar van 1993 opgeleverd. Na 5 jaar wonen is een eerste balans
opgemaakt. Allereerst zal kort worden geschetst om welke maatregelen het gaat. Vervolgens
wordt per maatregel bekeken of deze aan de verwachtingen voldoen. Zowel de technische
aspecten komen aan bod als hoe het de bewoners is bevallen.
Op watergebied kennen we in Nederland diverse milieuproblemen. Er is de verdroging van
natuurgebieden en er zijn de riooloverstorten in stedelijke gebieden. Deze leiden
respectievelijk tot problemen bij de drinkwaterwinning uit grondwater en vervuiling van
het oppervlaktewater. Het is vanaf het begin de bedoeling geweest om in Het Groene Dak
maatregelen uit te proberen waarmee op woningniveau een bijdrage aan de oplossing van deze
problemen kan worden geleverd. De doelstellingen waren:
- Terugdringen van het drinkwatergebruik door waterbesparende installaties (basispakket
waterbesparing + Gustavsbergtoilet) en het benutten van regenwater.
- Ontlasten van de riolering door terugdringen van het verharde oppervlak en buffering van
regenwater, en door composttoiletten en zuivering van het grijze water uit
douche/keuken/wasmachine.
Het basispakket waterbesparing en het waterbesparende Gustavsbergtoilet is in alle
woningen toegepast. De opvang van regenwater, composttoiletten en de zuivering van grijs
water is beperkt tot het zogenaamde experimentenblok bestaande uit 22 woningen verdeeld
over vier clusters.
1. Terugdringen van het drinkwatergebruik
Standaardpakket waterbesparing + Gustavsberg WSS toilet
Om het drinkwatergebruik terug te dringen is in alle woningen (66 stuks) een
standaardpakket aan waterbesparende voorzieningen toegepast. Het gaat om waterbesparende
douchekoppen (4 liter per minuut, in sommige woningen 6 liter per minuut),
doorstroombegrenzers op kranen (6 liter per minuut voor de wastafel, 9 liter per minuut
voor de keukenkraan) en een waterbesparend toiletsysteem (Gustavsberg WSS) zonder
spoelonderbreking. Voor de spoeling van het toilet is gemiddeld 4,5 liter water vereist.
Omdat dit weinig water is hoort bij dit toiletsysteem een stroomversneller die op 10
plaatsen in de riolering is ingebouwd. Deze spaart telkens een hoeveelheid afvalwater op
om in één keer naar het riool te spoelen.
Benutten van regenwater
Om regenwater te kunnen benutten bevinden zich onder de huizen van het experimentenblok
twee betonnen kelders van elk 5 m3. Hier wordt het regenwater van het dak opgevangen. Het
dak heeft een oppervlak van 265 m2. Het regenwater werd de eerste jaren alleen gebruikt
voor de 4 gemeenschappelijke wasmachines. De capaciteit van het systeem werd hiermee
echter niet benut. Later zijn ook 9 spoeltoiletten op het systeem aangesloten waardoor het
systeem wel optimaal werd benut.
2. Ontlasten van de riolering
Terugdringen van verharding
Er is een groot gemeenschappelijk binnenterrein dat kon worden gecreëerd door een deel
van de woningen gestapeld te bouwen. Op dit terrein is weinig verharding aangebracht. Voor
de paden is halfverharding gebruikt (gravier dor en schelpen). De afvoer van
regenwater gaat via grindkoffers die uitmonden op een vijver. Via leidingen komt ook het
regenwater van de dakvlakken in de vijver terecht. Deze heeft een vertraagde
overloop naar het riool en daardoor een bufferende werking. Helaas is de aansluiting van
de overloop gemaakt op het vuilwaterriool en niet op het regenwaterriool. Aan de
straatkant van het project zijn op een aantal plaatsen groenstroken i.p.v. parkeerplaatsen
aangelegd. Op het binnenterrein is door de bewoners een gemeenschapshuis gebouwd dat is
voorzien van een grasdak (100 vierkante meter).
Composttoiletten en zuivering van grijs water
Om de riolering te ontlasten is in 10 woningen (twee clusters van het experimentenblok)
gekozen voor composttoiletten van het merk Clivus Multrum. Deze gebruiken helemaal geen
water voor de spoeling. Het vaste materiaal (uitwerpselen, toiletpapier en GFT) komt via
de toiletten (zonder spoeling) in een grote bak onder in het huis. Het is de bedoeling dat
het materiaal daar composteert. De 10 woningen hebben geen aansluiting op de riolering.
Door de composttoiletten bevat het afvalwater van de woningen geen toiletwater. Het wordt
daarom grijs water genoemd. Dit is het afvalwater van keuken, douche en wasmachine. Het
grijze water wordt ter plekke gezuiverd en afgevoerd naar de vijver in de
gemeenschappelijke tuin. Onder de woning, in dezelfde kelder waar het composttoilet staat,
bevind zich apparatuur waarmee het grijze water wordt voorbehandeld alvorens het wordt
nagezuiverd. Bij de voorbehandeling vindt beluchting (aëroob), rotting (anaëroob) en
buffering plaats. De nazuivering vindt bij de helft van de 10 woningen plaats in een
plantenwaterzuivering, en bij de andere helft in een zogenaamde vloeikas. Beide systemen
bestaan uit een grondpakket van ongeveer 1 meter dik waarop zich vegetatie bevindt. Het
ene systeem is in de open lucht, 75 m2 groot en is begroeid met riet. Het andere systeem
bestaat uit een serre, is 22 m2 groot en is begroeid met allerlei sierplanten.
De resultaten
Tabel 1 Gemiddeld watergebruik HGD in liters per persoon per dag 1993-1998
Woningtype |
Liters p/p/d. |
% van 127 |
Drie-kamerwoningen (S + G) |
88 |
69 |
Vier-kamerwoningen (S + G) |
88 |
69 |
Vijf-kamerwoningen (S + G) |
75 |
59 |
Twee clusters met composttoiletten (S + R + C) |
35 |
28 |
Twee clusters zonder composttoiletten (S + R + G |
69 |
54 |
Gemiddeld Het Groene Dak |
82 |
65 |
Gemiddeld Stad Utrecht |
127 |
100 |
S = Standaardpakket, G = Gustavsbergtoilet, R = Regenwater voor toilet en
wasmachine,
C = Composttoilet (geen spoeling)
Doorstroombegrenzers op kranen
Na oplevering van de woningen is er onduidelijkheid geweest over de doorstroombegrenzers.
Zo wist bijna niemand wat voor begrenzers er waren geplaatst en dat er verschillen waren
tussen keuken- en wastafelkranen (namelijk 9 en 6 liter per minuut). Het belangrijkste
onderdeel uit de begrenzer is een kleine rubberen ring die in sommige kranen bleek te
ontbreken. Door gebrek aan informatie was het voor de bewoners moeilijk om aan nieuwe
passende ringen te komen. Ongeveer de helft van de kopers koos niet voor de
standaardkeuken maar plaatste er zelf een. De levering van begrenzers voor deze keukens
verliep moeizaam. Over de werking van de kranen zijn verder geen klachten meer geweest. Op
een aantal keukenkranen in de koopwoningen zijn uiteindelijk geen waterbesparende kranen
geplaatst.
Waterbesparende douchekoppen
In het begin waren er in enkele woningen problemen met de combiketels die tijdens het
douchen steeds aan- en uitsloegen (pendelen geheten). Dit bleek een gevolg te zijn van de
waterbesparende douchekoppen, ze gaven te veel tegendruk. Het probleem was verholpen toen
er begrenzers van 6 in plaats van 4 liter per minuut werden aangebracht. In de overige
woningen (met dezelfde ketels) zijn geen klachten geweest.
Waterbesparend toiletsysteem van Gustavsberg (WSS)
Het was de eerste keer dat dit systeem in Nederland in laagbouw werd toegepast. Het
systeem is intussen verder ontwikkeld. De problemen met dit systeem moeten als
kinderziekten worden beschouwd. Het toiletsysteem heeft een reservoir van 6 liter maar is
instelbaar van drie tot zes liter. Bij sommige woningen is het belangrijk dat het toilet
op 6 liter afgesteld is omdat deze woningen een doorspoelfunctie hebben voor de riolering.
Gemiddeld staan de toiletten in het project afgesteld op 4,5 liter. Over de toiletpotten
en de doorspoeling zijn de bewoners tevreden. Het enige probleem met het systeem is dat er
de laatste twee jaar op sommige plekken meer dan gemiddeld verstoppingen optreden in de
stroomversnellers. Zon versneller is een speciaal onderdeel dat op 10 plaatsen in de
riolering is geplaatst en juist bedoeld is om verstoppingen te voorkomen. Na onderzoek van
de leverancier bleek dat zich in moeilijk bereikbare hoeken vet ophoopt. Sommige bewoners
hebben veel overlast gehad omdat de verstoppingen niet gemakkelijk konden worden
verholpen. Reguliere ontstoppingsbedrijven kunnen niet met het systeem overweg. Op
dit moment vinden er gesprekken plaats tussen bewoners, de woningbouwvereniging en de
leverancier van het systeem. De oorzaak van het probleem is waarschijnlijk te wijten aan
een combinatie van factoren. De toevoerleidingen tot aan de stroomversneller zijn te lang,
het afschot is misschien niet optimaal (te groot), de constructie van de stroomversneller
is niet op vet of het verwijderen daarvan berekend, en er bestaat een kans dat ook de
riolering in de straat niet goed functioneert. Bij regenval zou het waterpeil in het
vuilwaterriool te hoog komen waardoor het systeem niet goed kan lozen. Er zijn meerdere
voorstellen gedaan om de problemen op te lossen. Door de producent wordt gewerkt aan een
nieuw type booster waarbij water en vaste delen worden gescheiden. Hierdoor zou
verstopping minder makkelijk optreden. Begin 1999 kunnen ze geleverd worden. Voor de
tussenliggende periode wordt gedacht aan het tijdelijk plaatsen van nieuwe (schone)
stroomversnellers van hetzelfde type. De bewoners geven de strijd nog niet op.
Regenwatersysteem
Het regenwatersysteem functioneert goed. In het begin waren alleen de vier
gemeenschappelijke wasmachines (voor 22 huishoudens) aangesloten waardoor de capaciteit
van het systeem bij lange na niet werd benut. Wassen met regenwater leverde geen problemen
op. Enkele bewoners hadden echter wel het gevoel dat hun wasgoed soms muf rook, vooral
langere tijd na gewassen te zijn. De meeste waren echter geheel tevreden. Na enkele
jaren was er geld om ook negen toiletten op het systeem aan te sluiten. Zes toiletten op
de ene kelder, en drie toiletten op de andere. Meer toiletten aansluiten was niet mogelijk
omdat het systeem dan te vaak droog zou vallen. Het spoelen van het toilet met regenwater
leverde geen problemen op en er kan een flinke waterbesparing worden behaald (zie
verbruikscijfers). Na aansluiten van de toiletten werd door de 22 huishoudens per maand
ongeveer 17.000 liter regenwater per maand gebruikt. Dat is ongeveer 25 liter per
huishouden per dag. Het drinkwaterverbruik is in deze huishoudens ongeveer 54 liter water
per persoon per dag. In totaal dus 79 liter waarvan 31,6 procent regenwater.
Nadeel van het systeem is dat per m3 water er ongeveer 0,8 kWh elektrische energie nodig
is. Dit is 0,5 kWh meer dan het waterleidingbedrijf nodig heeft om drinkwater naar de
kraan te krijgen. Bij regenwatersystemen zonder pomp (vrij verval systeem) is geen
elektriciteit nodig. Wat bijdraagt aan het elektriciteitsverbruik (oppompen van water) is
de plaatsing van de wasmachines op zolder. In het oorspronkelijke ontwerp stonden deze op
de begane grond. Later zijn ze uit ruimtegebrek naar de zolders verplaatst.
Niet verhard binnenterrein
Het binnenterrein is aangelegd met zware machines in een zeer natte periode. De structuur
van de bodem raakte daardoor geheel vernietigd. Gevolg was dat het regenwater niet meer
kon wegzakken en het binnenterrein de eerste jaren een grote modderpoel is geweest. Steeds
moesten er weer maatregelen worden genomen om het water te kunnen afvoeren. Extra geulen
of leidingen onder de paden door, een compleet drainage- en pompsysteem rond het
projecthuis en op veel plaatsen ophoping met nieuwe grond. De paden bleken te laag te
liggen en ook deze zijn later opgehoogd. Pas na enkele jaren verbeterde de structuur van
de bodem weer en werd deze weer doorlatend. Op dit moment zijn de problemen met het water
verleden tijd.
Minder parkeerplaatsen
Op 66 woningen zijn er 33 parkeerplaatsen. Bij oplevering van de woningen waren er 26
autos in het project. Nu blijken het er aanzienlijk meer te zijn (rond de 36) en
zijn er geregeld parkeerproblemen. De parkeerdruk is vooral groot aan de westkant van het
project. Voor een deel wordt dit veroorzaakt doordat een aantal parkeerplaatsen (aan de
oostkant) niet zo in trek is. Het groen dat in plaats van de parkeerplaatsen is gekomen
zou verzorgd gaan worden door mensen van Het Groene Dak. Hier zijn echter nooit duidelijke
afspraken over gemaakt. Aan de noordkant van het project zien de groenstroken er
onverzorgd uit. Dit heeft klachten van omwonende opgeleverd. De bewoners kiezen er nog
niet voor om een deel van het groen om te zetten in parkeerplaatsen. Eerst wordt bekeken
welke andere mogelijkheden er zijn, bijvoorbeeld autodelen.
De vijver
De vijver voldoet aan de verwachtingen. Het water is goed van kwaliteit en zon
waterpartij levert bovendien een mooi stukje natuur op in de tuin. De vijver werkt als
vergaarbekken voor het water van de dakvlakken. Bij zware regenval stijgt het water in de
vijver. Omdat de overloop van de vijver bestaat uit een leiding met kleine diameter
ontstaat een vertraagde afvoer van het water. Omdat deze leiding op het vuilwaterriool
(van het verbeterd gescheiden rioolstelsel) is aangesloten heeft deze vertraging echter
een averechtse werking. Bij een verbeterd gescheiden stelsel komt het regenwater bij zware
buien via een overloop in de regenwaterbuis terecht. Omdat dit water schoon is lopen deze
buizen gewoon naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater. Als het niet zo hard regent
blijft het water echter in de vuilwaterbuis en stroomt het naar de rioolwaterzuivering.
Voor het milieu is het gunstig als er zo min mogelijk water in het vuilwaterriool komt.
Het zuiveren van verdund afvalwater gaat namelijk minder goed. Bovendien stroomt het
vuilwaterriool soms over als er te veel regenwater in komt en dat leidt tot veel
watervervuiling. In Nederland komt bijna 10 procent van alle vuiligheid uit het riool via
dit soort overstorten in het oppervlaktewater terecht. Door de vertraging die bij Het
Groene Dak wordt veroorzaakt door de vijver zal het regenwater na zware regenval minder
snel overstorten in het regenwaterriool. Hierdoor komt juist meer in plaats van minder
regenwater in het vuilwaterriool. Wellicht dat de overstort in de toekomst aangesloten kan
worden op het regenwaterriool of op het oppervlaktewater. De kwaliteit van het water is er
goed genoeg voor (zie uitkomst meetprogramma op blz. ??? van dit verslag).
De vijver is mooi maar levert de bewoners wel werk op. Omdat de
vijver vrij klein en ondiep is, groeit deze ieder jaar helemaal dicht en moet alle
beplanting op het eind van het jaar handmatig worden verwijderd.
Grasdak
Grasdaken op alle woningen bleken te duur. In combinatie met regenwatergebruik was het ook
niet wenselijk om op alle daken gras te leggen. Op het projecthuis is wel een grasdak
gekomen en dit bevalt prima. Het ziet er mooi uit, het heeft weinig onderhoud nodig en een
bufferfunctie voor regenwater heeft het zeker. Zelfs bij zware regenval komt er nauwelijks
water van het dak af.
Composttoiletten
De composttoiletten voldoen niet aan de verwachtingen. Het is puur aan het idealisme en de
grote inzet van de bewoners te danken dat de systemen nog niet zijn vervangen door normale
spoeltoiletten. De belangrijkste problemen zijn:
- Vliegen
- Vocht in het compostgedeelte
- Het niet doorschuiven van de massa en daarmee samenhangend een te hoog niveau in de
container
- De omzetting tot compost
Er zijn ook voordelen:
- Het toilet is volstrekt reukloos vanwege de ventilator
- Het is heel makkelijk dat alle GFT-afval zo in het toilet kan worden gegooid
- Het idee dat er niet hoeft te worden doorgetrokken wordt als prettig ervaren
Vliegen
In het begin was het grootste probleem de overlast van vliegen. Uit de literatuur was
echter bekend dat dit probleem na ruim een jaar vanzelf verdwijnt en dit bleek inderdaad
het geval. Blijkbaar stelt zich in de bak een biologisch evenwicht in. Geheel verdwenen
zijn de (kleine) vliegen echter nooit. Vooral bij het toilet op de begane grond zitten nog
altijd veel vliegen, en in hun kielzog veel spinnen. In één woning wordt het toilet op
de begane grond om die reden niet gebruikt.
Vocht
Vocht is altijd in overmaat aanwezig geweest en moest regelmatig worden verwijderd
(1 liter per persoon per dag). Het ontwerp van de bak is echter niet berekend op het
gescheiden houden van vocht en compost of op het kunnen verwijderen van vocht. In theorie
is er namelijk geen vocht, alle vocht moet immers verdampen. Sommige bewoners vinden het
verwijderen van het vocht een smerig karwij terwijl anderen er geen moeite mee hebben. Na
enkele jaren werd voor het vocht een speciale voorziening aangebracht: een dubbele bodem
waar het vocht zich kan verzamelen en een pompje dat het vocht automatisch wegpompt. Echt
goed heeft dit tot nu toe nog niet gefunctioneerd. Vaak hoopte zich namelijk geen vocht op
maar drab. Het pompje raakte daardoor verstopt. Het gedeelte onder de dubbele bodem werd
geregeld schoongemaakt en de verwachting was dat als de vochtafvoer goed zou functioneren
er ook geen drab meer zou ontstaan. Er ontstond echter steeds opnieuw drab waardoor het
verwijderen van het vocht soms toch weer met de hand moest gebeuren.
Het niet goed doorschuiven van de massa
De eerste twee jaar zat er nog weinig materiaal in de bakken waardoor er ook geen
gecomposteerd materiaal kon worden verwijderd. Nadat zich meer materiaal in de bakken
verzamelde kwam er echter nog steeds geen compost in het gedeelte onderin waar het kan
worden weggeschept. De massa bleek niet door te schuiven. De container dreigde langzaam
helemaal vol te raken. Eerst werd gedacht dat het niet-doorschuiven te maken had met het
niet goed composteren en werd er van alles ondernomen om dat te stimuleren. De hoop werd
regelmatig omgeschept, wat een zeer zwaar en smerig karwij is, en met speciale stokken
werd regelmatig in de hoop geprikt om de beluchting te verbeteren. Er werd meer of soms
juist minder stro toegevoegd en later is men overgegaan op hennepsnippers omdat die beter
zouden verteren en meer vocht kunnen opnemen. Ook zijn mestwormen aan de hoop toegevoegd.
Van geen enkele maatregel kan gezegd worden dat deze echt hielp. De hoop bleef groeien
alhoewel dit toch opmerkelijk langzaam ging. De vraag was of er misschien sprake was van
een steeds verdergaande inklinking zonder compostering en het massiever worden van de
hoop. Het verwijderen van materiaal bleef moeilijk omdat de hoop veel te compact was of
omdat er door het vochtoverschot juist veel modder onder in de bak stond. Een jaar geleden
dreigde één bak compleet vol te raken. Er is toen besloten nog één keer een aantal
maatregelen te nemen. De bak werd waterdicht gemaakt (er was namelijk lekkage ontstaan);
een tussenschot achter het compostcompartiment werd verwijderd; de beluchtingbuizen die
dwars door de hoop liepen en verstopt waren werden verwijderd; voor de beluchting van het
compostcompartiment werd een alternatieve beluchting aangelegd; en aan de zijkant van de
container werd boven in een extra luik aangebracht om het omscheppen van de hoop te
vergemakkelijken. Met de genomen maatregelen verdween het probleem van het
niet-doorzakken. Gevolg was echter wel dat grote hoeveelheden niet gecomposteerd materiaal
in het compostcompartiment terechtkwam. Voorlopig wordt aangenomen dat dit tijdelijk is.
Het vochtprobleem is echter gebleven, de extra beluchting ten spijt. Op dit moment wordt
gewerkt aan het herstellen van het pompsysteem.
Stroomverbruik
Een nadeel van het composttoiletsysteem is de flinke hoeveelheid elektrische energie die
nodig is voor de ventilator. Op de laagste stand (40 Watt) gebruikt deze bijna 1 kWh per
dag. Gezien de besparing van ongeveer 120 liter water per dag is dat een investering van
ongeveer 8 kWh per m3 waterbesparing. Voor de zuivering van rioolwater is ongeveer 0,42
kWh per m3 nodig (uitgaande van 20 kWh per jaar bij een verbruik van 130 liter water per
persoon per dag). Netto wordt dus 7, 58 kWh elektrische energie verbruikt. Dat is meer dan
er nodig is om van zeewater drinkwater te maken.
Conclusie
Het systeem werk slecht en het is zeer de vraag of het wel kan werken. Op andere plekken
in het land zijn soortgelijke slechte ervaringen opgedaan. Tot nu toe was er steeds hoop
dat het nog goed zou komen, ook nu is die er nog. Er is kans dat, nu de doorstroming goed
is, het systeem kan werken wanneer straks ook de vochtafvoer goed functioneert.
Grijswatersysteem
De zuivering van grijswater voldoet uitstekend. Er hoeft weinig onderhoud te worden
gepleegd en de zuiveringsresultaten zijn zeer positief. Door de Universiteit van Amsterdam
is gedurende 1996 een meetprogramma uitgevoerd1. De kwaliteit van het
afvalwater is goed te noemen en zit tussen de lozingsnorm en de norm voor
oppervlaktewater.
- Voor (totaal) stikstof geldt dat afvalwater minder dan 10 mg stikstof per liter moet
bevatten. De norm voor oppervlaktewater is 2,2 mg. Het water in de vijver bevatte
gedurende het onderzoek 3,93 mg stikstof per liter. Het water uit het rietveld bevatte 7,2
mg stikstof per liter en het water uit de vloeikas 9,9 mg stikstof per liter.
- Voor (totaal) fosfaat geldt een lozingsnorm van 1 mg per liter en een
oppervlaktewaternorm van 0,15 mg per liter. Het water in de vijver bevatte gedurende het
onderzoek 0,36 mg fosfaat per liter. Het water uit het rietveld bevatte 0,48 mg fosfaat
per liter en het water uit de vloeikas 0,39 mg fosfaat per liter.
- Voor biologisch zuurstofverbruik (BZV) geldt een lozingsnorm van 10 mg per liter en een
oppervlaktewaternorm van 4 mg per liter. Het water in de vijver bevatte gedurende het
onderzoek 4 mg BZV per liter. Het water uit het rietveld bevatte 2 mg BZV en het water uit
de vloeikas 2,75 mg BZV per liter.
- Op vier momenten is het voorkomen van E. Coli bepaald. Het zwarte water (compostvocht)
uit de composttoiletten bevatte gemiddeld 1670 (n = 3) en 1370 (n = 2) levende cellen per
ml. In het effluent van de beide grijswaterreactoren was dit 1123 (n = 3) met een
uitschieter naar 180.000 (n = 1)(na een noodlozing van compostvocht op het
grijswatersysteem) en 1973 (n = 4) levende cellen per ml. In het effluent van de
rietzuivering was dit minder dan 1 (n = 3). In het effluent van de vloeikas was dit 163 (n
= 3). Het water in de vijver op het binnenterrein bevatte minder dan 1,6 levende cellen
per ml. (n = 3). Normaalwaarden: veilig voor lozing < 1000, zwemwaternorm 10 tot 100,
streefnorm oppervlaktewater 20, drinkwaternorm <0,01. Vervuild afvalwater 20.000 tot
2.000.000, Amsterdams grachtenwater 98, vuil rivierwater 2000, schoon rivierwater 90.
Tabel 2: Colibacterien in compostvocht en grijswatersytemen
Monsternameplaats |
Aantal evende cellen per ml. |
Aantal metingen |
Composttoilet 1 |
1670 |
3 |
Composttoilet 2 |
1370 |
2 |
Grijswatertanks |
1123 |
3 |
Vloeikas |
163 |
3 |
Rietzuivering |
< 1 |
3 |
Vijver binnenterrein |
< 1,6 |
3 |
|
|
|
Velig voor lozing |
<1000 |
|
Zwemwaternorm |
10 tot 100 |
|
Streefwaarde oppervlaktewater |
20 |
|
Drinkwaternorm |
<0,01 |
|
Algehele conclusies
Succesvolle watermaatregelen in Het Groene Dak zijn de waterbesparende kranen, de
waterbesparende douchekoppen, het grasdak, de vijver, het regenwatersysteem en het
grijswatersysteem. Problemen zijn er met de composttoiletten, het Gustavsbergsysteem en
het verminderd aantal parkeerplaatsen. Kritiekpunten zijn: het elektraverbruik van het
regenwatersysteem en het composttoilet, de aansluiting van de vijver op het
vuilwaterriool, en (alleen in het begin) de afwatering van het binnenterrein.
Opmerking
Met composttoiletten en regenwatersystemen span je het paard waarschijnlijk achter de
wagen. Voor het milieu zijn deze systemen vanwege het energieverbruik hoogstwaarschijnlijk
minder gunstig dan de gangbare tegenhangers. Een alternatief voor regenwater is het
aanleggen van een tweede net voor huishoudwater. Een goed alternatief voor
composttoiletten is er waarschijnlijk niet.
Michèl Post (september 98)
1 Meetprogramma naar de kwaliteit van kleinschalige
afvalwaterzuivering in eigen beheer bij "Het Groene Dak", een ecologisch
nieuwbouwproject in de Utrechtse wijk Voordorp. Uitgevoerd door ARISE -
Amsterdam Research Institute for Substances in Ecosystems/Vakgroep microbiologie Faculteit
der Scheikunde bij de Universiteit van Amsterdam. Eindrapportage door Dr. H.C.P. Matthijs
en Ing. J. Balke. Informatie: A417hcpm@chem.uva.nl
Terug naar beginpagina