GA NAAR INHOUDSOPGAVE
GA NAAR LITERATUUR A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z
GA NAAR SAMENVATTING


HOOFDSTUK 20
BIJWERKINGEN VAN VITAMINE B12-PREPARATEN

20.1 Grootschalige onderzoeken
Ernstige bijwerkingen van B12 komen niet veel voor. In een onderzoek naar de bijwerking van medicijnen in de periode 1975 - 1982 in een ziekenhuis in de V.S. waren van de 168 keer dat cyanocobalamine werd voorgeschreven er 3 mensen die hierop een allergische huidreactie (= 1,8 procent) vertoonden [Bigby 1986]. Middleton [1985] evalueert 492 patiënten die in totaal 5.405 injecties kregen waarvan 4.225 met hydroxycobalamine en 1.180 met cyanocobalamine. Deze werden gegeven door wijkverpleegsters bij mensen thuis. Er werden geen bijwerkingen gemeld, maar dat kan gelegen zijn in het feit dat er geen speciaal onderzoek naar werd gedaan.

20.2 De bijwerkingen
De weinige bijwerkingen van B12-preparaten die er zijn kunnen van verschillende aard zijn. De meest ernstige bijwerking is wel de anaphylactische shock die soms optreedt; in een aantal gevallen was de afloop hiervan dodelijk. Andere bijwerkingen zijn netelroos (jeukende huiduitslag), polycytemie (onder andere aanmaak van te veel rode bloedlichaampjes), de vorming van antilichamen tegen transcobalamine II, bronchospasmus (kramp van de bronchusspierwand waardoor ademhalingsmoeilijkheden ontstaan), dyspnoea (ademnood), perifere vasculaire trombose, afonie (onvermogen om stemgeluid te produceren) [James 1971], het rood worden van de huid, zwelling op de huid, gezwollen gezicht, duizeligheid, hoofdpijn, eczeem, jicht, acne (verzamelnaam voor aandoeningen aan de talgklieren) en een versnelde uitbreiding van kankergezwellen.

20.2.1 Acne
Acne is een ontsteking van de haarfollikels en de huidklieren. Het komt soms voor als bijwerking van B12-therapie. Acne kan worden veroorzaakt door zowel een hoge dosis cyanocobalamine [Dukes 1984] als hydroxycobalamine [Woodliff 1986]; [Dupre 1979]. Bij cyanocobalamine zowel door de injecties als de pillen [Dukes 1984]. In het algemeen hebben mensen echter alleen last van bijwerkingen bij injecties. Hydroxycobalamine zou vaker acne opwekken dan cyanocobalamine [Dupre 1979]. De acne treedt eerder op bij vrouwen dan bij mannen; misschien is er een verband met de menstruatiecyclus, of het kan zijn dat acne bij vrouwen vaker gerapporteerd is omdat vrouwen sneller voor dergelijke zaken naar de dokter stappen [Dupre 1979]. Het is niet bekend hoe B12 acne kan veroorzaken. De acne verschijnt vaak acuut na de eerste of tweede injectie of na 8 tot 12 dagen na de eerste injectie [Dupre 1979]. De acne verdwijnt volgens deze auteur weer, acht tot tien dagen nadat de laatste injectie is gegeven. Een andere theorie luidt dat de acne ontstaat twee weken na het toedienen van vitamine B12 in een dosering van 5.000 tot 10.000 microgram per week. De eerste meldingen van acne als gevolg van B12-therapie kwamen van Age [1958] en Jadassohn [1958 en 1960]. Later volgden andere, eensluidende beschrijvingen [Braun Falco 1976b]; [Dugois 1969]; [Goldbatt 1966]; [Ippen 1977]; [Leoni 1972]; [Michel 1968]; [Puissant 1967 en 1969]; en [Sherertz 1991]. In één geval verscheen de acne op het voorhoofd na de derde injectie. Deze acne bestond uit 20 plekken die groot waren maar geen pus bevatten. Acht dagen na de laatste injectie verdwenen de plekken [Dupre 1979]. Van de vele soorten acne neemt de door B12 veroorzaakte acne qua verschijningsvorm een eigen plaats in [Dupre 1979] naast andere vormen van door medicijnen veroorzaakte acne. Typerend is dat de acne zich in korte tijd volledig ontwikkelt, de acne gepaard gaat met ontstekingen, de plekken groot zijn in volume en er zich puisten vormen. Het zijn niet veel plekken, 10 tot 40 en ze zijn allemaal in dezelfde ontwikkelingsfase. Er ontstaat dus een regelmatig beeld. De berichten over waar de acne verschijnt zijn tegenstrijdig: juist in het gezicht, op wangen, voorhoofd en kin en vaak aan maar één kant; of juist op het bovenste deel van de borst en de schouders, zich uitspreidend over de bovenarmen [Ippen 1977]; [Braun Falco 1976b]. Gevallen van folliculitis (ontsteking van een of meer haarfollikels van de huid) na B12-injectie(s) zijn een aantal malen beschreven [Dupre 1979]; [Gallastequi 1989].

20.2.2 Allergie
Echte B12-allergie komt voor SEDA - 4 [Dukes 1984]. Anaphylactische reacties worden gemeld door Auzepy [1974]; Dalderup [1968 en 1971]; Dukes [1984]; Faivre [1975]; Gillhespy [1955]; Hoffbrand [1972]; Hovding [1968]; Marinkovic [1962]; Nakayama [1984]; Portigliatti [1963]; Roy [1961]; Severova [1983]; Ugwe [1981]; Veissieres [1973] en Young [1950]. In een aantal gevallen vonden mensen hierbij de dood [Roy 1961]. Een anaphylactische reactie kan ontstaan wanneer een persoon overgevoelig is voor een stof waarmee het lichaam vroeger in contact is gekomen, en daardoor aangezet is tot de vorming van antistof; bij een volgend contact ontstaat een hevige reactie, soms zelfs shock met dodelijke afloop. Marinkovic beschrijft een geval waarin een vrouw als gevolg van een anaphylactische shock na toediening van B12 een abortus moest ondergaan [Marinkovic 1962]. Nakayama [1984] beschrijft iemand bij wie na een B12-injectie de leverfunctie uitviel en agranulocytosis optrad (het plotseling verdwijnen van de granulocyten uit het bloed), wat de dood tot gevolg had. Bij Hovding [1968] is het verloop als volgt: een paar minuten na een injectie hydroxycobalamine kwam het bloed in armen en benen stil te staan, de patiënt was zeer ongerust, rilde van angst en had overal jeuk. De patiënt had het gevoel dat z'n hele lichaam begon op te zwellen en hij raakte bijna buiten bewustzijn. Snel kreeg hij een adrenaline-injectie, waarna z'n toestand langzaam verbeterde. Misselijkheid, braken, diarree, rillen, en de jeuk hielden nog drie, vier uren aan en over zijn hele lichaam verschenen rode striemen. De vraag is of de anaphylactische reacties worden veroorzaakt door onzuiverheden in de B12-preparaten. Dalderup [1968 en 1971] beschrijft een anaphylactische reactie na een B12-injectie die inderdaad waarschijnlijk het gevolg is van onzuiverheden in het B12-preparaat. Ook al komen anaphylactische reacties weinig voor, er zou altijd rekening mee moeten worden gehouden. Zeker bij mensen die al eerder te maken hebben gehad met (dergelijke) allergische reacties na toediening van een medicijn. Van de 5500 patiënten in een onderzoek in de voormalige Sovjet Unie naar allergieën voor medicijnen (in het algemeen) waren er 55 mensen (1 procent) met een anaphylactische shock [Severova 1983]. Bij het toedienen van een B12-injectie zouden altijd adrenaline- en anti-histamine-injecties voorhanden moeten zijn [Woodliff 1986]; [Sobolevskii 1984]. Ook wordt er wel voor gepleit om voorafgaand aan een B12-injectie eerst een eenvoudig uit te voeren huid-allergie-test te doen [Ugwe 1981].

20.2.3 Eczeem
Eczeem ontwikkelde zich bij een patiënt die lange tijd een hoge dosis vitamine B12 kreeg (merk: Biovital) [Pevny 1977]. De persoon was niet allergisch voor B12 (patch-test).

20.2.4 Vorming van anti-lichamen
Bij hydroxycobalamine kan het voorkomen dat er zich anti-lichamen tegen transcobalamine II (een B12-dragereiwit) vormen [Rosenblatt 1990]. Hetzelfde zou gebeuren bij het gebruik van depotpreparaten met cyanocobalamine [Rosenblatt 1990].

20.2.5 Jicht
Jicht is een aandoening van het gewricht van de teen. Men gaat er vanuit dat de aandoening veroorzaakt wordt door een stoornis in de urinezuurstofwisseling, en dat urinezuurkristallen in het gewricht zitten. Door de snelle groei van cellen na toediening van B12 (bij B12-gebrek) ontstaat een verhoogde concentratie urinezuur. Dit urinezuur kan vervolgens (tijdelijk) aanzetten tot jicht [Drug and Therapeutics Bulletin 1975]; [Butterworth 1966].

20.2.6 Polycytemie
Na behandeling met cyanocobalamine is soms een te grote aanmaak van rode bloedlichaampjes waargenomen (polycytemie). Verschijnselen: hoofdpijn, duizeligheid, tintelingen in de huid, jeuk, vooral na een warme douche [Bergmeijer 1984].

20.2.7 Trombose
Na behandeling met cyanocobalamine zijn bloedstollingen waargenomen in de bloedvaten in met name handen en voeten (perifere vasculaire trombose) [Dukes 1984].

20.2.8 Uticaria
Netelroos (vluchtige, lichtrode of witte, vlakke, jeukende, verhevenheid op de huid) is een van de wat vaker voorkomende bijwerkingen van B12 [Meyer 1967]. Er is één geval beschreven van een vrouw met Addison's pernicieuze anemie die was aangewezen op hooggedoseerde B12-preparaten en die bij verschillende merken last kreeg van ernstige netelroos (plus nog andere klachten). Het maakte geen verschil of er B12 geïnjecteerd werd of dat ze pillen slikte. In een huid-allergie-test was ze noch voor cyanocobalamine noch voor hydroxycobalamine allergisch. Het probleem werd opgelost door haar geen B12 meer te geven maar 40 mg intrinsieke factor per dag, zodat ze de vitamine B12 uit het voedsel kon opnemen. Voor het eerst na jaren voelde ze zich weer prettig [James 1971].

20.2.9 Kanker
Bij verschillende patiënten en in dierproeven is na toediening van B12 een uitbreiding van bestaande kankergezwellen geconstateerd. Het is echter moeilijk een duidelijk verband tussen oorzaak en gevolg te leggen [Chauvergne 1970].

20.2.10 Hypoglykemie
Hypoglykemie (te laag glucose-gehalte van het bloed) is in enkele gevallen vastgesteld na behandeling met B12 [Lechat 1973]; [Meyler]

20.3 Oorzaken van de bijwerkingen
20.3.1 Kobalt-allergie
In sommige gevallen kan de oorzaak in een allergie voor kobalt gelegen zijn. Is dit het geval dan uit zich dat in een tuberculine-achtige reactie (rood worden of eventuele zwelling van de huid) [Rostenberg 1951]. Er was iemand die al twee jaar last had van opgezwollen en openbarstende lippen (cheilitis) wanneer deze werden blootgesteld aan zon en wind. Na het stoppen met B12 verbeterde de situatie aanzienlijk. Bij haar werd een kobalt-allergie aangetoond [Price 1981]. Bij een andere patiënt met kobalt-allergie ontstond jeuk op de plaats waar de injectie (cyanocobalamine) werd gegeven. Er werd overgeschakeld op pillen maar steeds kwam de jeuk terug op de plaats waar de cyanocobalamine-injectie was gegeven. Uit de patch-test bleek dat de patiënt slechts allergisch was voor één bepaald merk cyanocobalamine (Berubigen) [Fisher 1973]. Ook bij twee andere patiënten met een allergie voor kobalt ontstonden na lange tijd B12-gebruik allergische reacties op de plek waar de B12 diep onder de huid werd ingespoten [Rostenberg 1951]; [Fisher 1975]. Na inspuiting van B12, diep in de spier, ontstonden bij iemand met een allergie voor kobalt allerlei bijwerkingen: hoofdpijn, koorts, eczeem, braakneigingen, onwel zijn en nog andere dingen [Nalivko 1975]. Malten [1975] beschrijft iemand die allergisch was voor kobalt-chloride. Na de derde injectie van 250 microgram B12 kreeg de vrouw plotseling grote blaren op handen en voeten.

20.3.2 Onzuiverheden in het preparaat
De oorzaak van allergische reacties kan ook liggen in allerlei onzuiverheden in de B12-preparaten. Young [1950] beschrijft iemand die een anaphylactische shock krijgt na een injectie met streptomyces-concentraat. Bij injectie met gezuiverde B12 uit deze cultuur blijft de reactie uit. Bedford [1952] beschrijft iemand die plaatselijke zwellingen krijgt na toediening van een streptomyces-concentraat. Dit concentraat bevatte 10 microgram B12 per ml. Bij gezuiverde B12 blijft deze reactie uit. Gillhepsy [1955] beschrijft een anaphylactische reactie en uticaria (netelroos) bij iemand die al 8 jaar injecties krijgt toegediend met een tamelijk ongezuiverd leverextract. Dezelfde reactie treedt op met zuivere B12. De bijwerkingen traden pas niet meer op nadat werd overgestapt op pillen. Misschien bevatte de injectievloeistof toch nog onzuiverheden, stoffen die wellicht ook in de pillen zaten, maar die de darmwand niet konden passeren. Zie ook Ungley [1955], Lagerholm [1958] en Roy [1961]. Een van de stoffen waarvan resten in de B12-injectievloeistof voor kunnen komen, is iodine, deze stof wordt gebruikt bij de extractie van B12 uit de fermentatievloeistof. De stof zou verantwoordelijk kunnen zijn voor de allergische reacties [Patterson 1984]. De vroeger gebruikte leverextracten waren sowieso niet erg constant van samenstelling [Hemsted 1985]. Streptomyces-culturen worden tegenwoordig gelukkig niet meer gebruikt, want een van de mogelijke bijwerkingen hiervan was dat mensen gewend konden raken aan de resten van antibiotica. Hierdoor was dit medicijn bij hen onwerkzaam wanneer het werd ingezet bij ernstige infecties [Bedford 1952].

20.3.3 Conserveringsmiddelen
De oorzaak van de bijwerkingen kan ook liggen in allergie voor de conserveringsmiddelen die gebruikt worden in de B12-preparaten. Eén zo'n stof waarbij negatieve reacties zijn opgetreden is phenylcarbinol. In één geval veroorzaakte die stof een enorme afbraak van bloedplaatjes. Van 439.000 naar 45.000 binnen 1 uur. Na toediening van dezelfde B12 zonder het conserveringsmiddel bleef de negatieve reactie uit [Lagerholm 1958]. Een andere stof die in dit kader wel genoemd is, is benzylalcohol [Hovding 1968].

20.3.4 Verzadiging
De allergische reacties worden meestal pas waargenomen vanaf doses die rond de 200 microgram liggen [Pevny 1977]. Het zou kunnen dat na langdurig gebruik van B12 er een depotwerking (ophoping) optreedt. Er ontstaat dan een zekere verzadiging waar allergisch op gereageerd wordt.

20.3.5 Het B12-molecuul zelf
Bij sommige bijwerkingen zou de oorzaak ook in het B12-molecuul zelf kunnen liggen. Hovding [1968] beschrijft iemand die na de derde injectie een zware anaphylactische shock krijgt. Bij een onderhuidse allergietest blijkt de persoon allergisch voor hydroxycobalamine, cyanocobalamine en adenosylcobalamine. Het is echter de vraag of de allergie werkelijk door het B12-molecuul zelf wordt opgewekt, of dat het toch gaat om eiwitten uit het productieproces die aan het B12-molecuul zijn gebonden.



GA NAAR INHOUDSOPGAVE
GA NAAR LITERATUUR A B C D E F G H I J K L M N O P R S T U V W Y Z
GA NAAR SAMENVATTING