Een ecologisch woningbouwproject
Ecologisch bouwen
Zo op het eerste gezicht zijn dit normale huizen: rode dakpannen, gele baksteen,
hout aan de gevel en een tuintje of balkonnetje. Hollandser kan het bijna niet! Toch valt
er meer te vertellen over deze huizen van het Groene Dak.
Het Groene Dak is een ecologisch woningbouwproject in Utrecht-Voordorp. Het project is er
gekomen op initiatief van de bewonersvereniging het Groene Dak, die in 1989 werd
opgericht. De vereniging heeft zich vier jaar lang actief ingezet voor betaalbare,
ecologische woningen, geschikt voor verschillende samenlevingsvormen. De naam "Het Groene Dak" doet denken aan
een grasdak, maar dat komt helaas alleen op het projecthuis op het gemeenschappelijke
binnenterrein. De bouw kan in Nederland gezien worden als één van de grootste
milieu-vervuilers. Ecologisch bouwen is erop gericht het milieu en de natuur zo weinig
mogelijk te belasten en een goed leefmilieu te creëren. In het Groene Dak is aandacht
besteed aan:
- de woonomgeving
- energiebesparing
- waterbesparing
- gebruik verantwoorde bouwmaterialen
- beperking en scheiding van afval
Projectgegevens
Initiatief: |
Vereniging het Groene Dak |
Ontwerp |
BEAR
Architecten, Gouda |
Opdrachtgevers: |
Woningbouwvereniging Prinses Juliana, Utrecht, G.W. Geelen
BV., Vleuten |
Aannemer: |
G.W. Geelen BV., Vleuten |
Ontwerp tuin: |
Copijn Groenadviseurs, Utrecht |
De 66 woningen zijn als volgt onder te verdelen:
SOCIALE HUURWONINGEN (40 totaal):
Aantal |
Woningtype |
Aantal kamers |
Huur |
2 x 5 |
groep |
2/3 |
ca. fl. 570 |
2 x 6 |
cluster |
2/3 |
ca. fl. 540 |
6 |
zelfstandig |
3 |
ca. fl. 580 |
12 |
zelfstandig |
4 |
ca. fl. 720 |
KOOPWONINGEN (26 totaal):
Aantal |
Woningtype |
Aantal kamers |
Koopsom |
9 |
zelfstandig |
3 |
fl. 139.000 - 160.000 |
11 |
zelfstandig |
4 |
fl. 145.000 - 172.000 |
6 |
zelfstandig |
5 |
fl. 183.000 |
De groeps- en clusterwoningen hebben een gemeenschappelijke woonkamer. De
groepswoningen delen ook de sanitaire voorzieningen. Door een groot gedeelte van de
woningen te "stapelen", onstond het binnenterrein.
Bij de start van het project wonen er in het Groene Dak 90 volwassenen en 40
kinderen.
De woonomgeving
Bij ecologisch bouwen gaat het niet alleen om de huizen zelf, maar ook om
de woonomgeving. Bij de inrichting van de woonomgeving is het belangrijk dat er een goed
klimaat onstaat voor planten, dieren en mensen. Vervuiling en verdroging moeten zoveel
mogelijk worden voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door minder verharding aan
te leggen en in plaats daarvan groen en water meer kans te geven. Fietsen, wandelen en
openbaar vervoer krijgen in een ecologische woonomgeving voorrang boven de auto. Ook is er
aandacht voor sociale veiligheid en de "menselijke maat" van de woonomgeving.
Kortom: het gaat om een goed leefmilieu.
Het binnenterrein
Het binnenterrein is door de vereniging aangelegd en wordt ecologisch beheerd. Dwars door
het binnenterrein was door de gemeente eerst een weg gepland. Door de inspanningen van de
vereniging is die verdwenen, waardoor een grote gemeenschappelijke tuin kon worden
aangelegd, waar kinderen kunnen spelen, moestuintjes komen en je in de zon kunt zitten. De
privé-tuinen zijn acht meter diep, wat minder is dan gebruikelijk.
Midden op het binnenterrein wordt door het Groene Dak een projecthuis gebouwd van leem en
met een grasdak. In dit huis zullen groepen worden voorgelicht over het Groene Dak en
ecologisch bouwen. Daarnaast is het bedoeld voor vergaderingen, kinderopvang en
bijvoorbeeld feestjes.
De vijver is een belangrijk onderdeel van de tuin. In de vijver wordt het regenwater dat
van de daken komt opgevangen. Voordeel is dat het water langer in de omgeving wordt
vastgehouden, wat weer een beetje helpt tegen de verdroging
Parkeerplaatsen
Terwijl tegenwoordig elk nieuw gebouwd huis 1,2 parkeerplaats voor de deur krijgt, heeft
het Groene Dak maar 0,5 parkeerplaats per woning. Er is nu minder verharding en meer
plaats voor groen!
Energiebesparing
Olie en gas zijn eindige bronnen waar zuinig mee moet worden omgesprongen. Daar komt nog
bij dat de verontrustende berichten over het broeikaseffect hand over hand toenemen. Het
broeikaseffect onstaat onder andere door de verbranding van fossiele brandstoffen. De
rijke landen gebruiken een onevenredig deel van de aanwezige energie-bronnen. Ongeveer 36%
van het totale energieverbruik in Nederland hangt samen met verwarming, warm water en
elektriciteitsgebruik in gebouwen. Het is dus zaak om zeer zuinig te zijn met energie en
zo veel mogelijk te besparen. Daarnaast moet energieopwekking uit oneindige bronnen als
wind en zon sterk worden bevorderd.
De zon.
Ruim driekwart van de huizen is op het zuiden gericht. Bij de huizen zijn de ramen op het
zuiden groter dan op het noorden. Bovendien zijn de ruimtes waar je het meeste verblijft
aan de zuidkant van de woning te vinden. Hierdoor wordt optimaal gebruik gemaakt van de
instraling van de zon, de zogenaamde passieve zonne-energie.
Sommige huizen hebben zonnecollectoren op het dak. Hiermee wordt het tapwater verwarmd.
Sommige mensen gebruiken dit opgewarmde water ook voor de wasmachine, waardoor een
zogenaamd hotfill systeem ontstaat. Het warme water uit het voorraadvat van de
zonnecollector wordt in de wasmachine gepompt. Het hoeft dan in de wasmachine niet meer
elektrisch verwarmd te worden, wat weer energie bespaart.
De isolatie
Als je bij de voordeur van de begane grond het luik van de kruipruimte omhoog haalt, zie
je hoe dik (en milieuonvriendelijk) de isolatielaag is. Het hele huis is beter geïsoleerd
dan nu gebruikelijk is in de woningbouw. Dit geldt voor de vloer, de muren en het dak,
maar ook voor de ramen.
Alle ramen in het huis zijn voorzien van dubbel glas. Als je goed kijkt zie je dat de
ramen van de woonvertrekken iets donkerder van kleur zijn. Dit komt door een speciale
coating, waardoor ze nog beter isoleren. Enkele kleine klapraampjes zijn niet van dubbel
glas. Dit is handig omdat je dan goed kunt zien of het te vochtig is in huis. Als ze
beslaan, is dat het geval.
De verwarmingsketel
In de huizen staan hoogrendementsketels (HR-ketels). Ze halen een rendement van 90%, omdat
ook nog warmte wordt teruggewonnen uit de rookgassen. De elders veel toegepaste
verbeterd-rendementsketel (VR-ketel) heeft een rendement van 80%, oudere ketels nog lager. Een voordeel van deze HR-ketel is ook
dat hij minder giftige stikstofoxiden uitstoot, wat minder luchtverontreiniging
oplevert.
Het resultaat
Al met al zijn de huizen van het Groene Dak energiezuinig. Geschat is dat er ruim 500 m3
minder gas (fl. 250, = per jaar) nodig zal zijn ten opzichte van een gewone
nieuwbouwwoning. Of deze schatting uitkomt hangt natuurlijk ook sterk af van het gedrag
van de bewoners.
Waterbesparing
In Nederland wordt te veel water aan de bodem onttrokken, waardoor bos en natuur
verdrogen. Om het vochtgehalte toch nog op peil te houden is het soms nodig veel vuiler
rivierwater in de natuurgebieden te pompen. Ook voor de mensen wordt schoon drinkwater
echter steeds schaarser en duurder. Steeds meer moet voor drinkwater gebruik worden
gemaakt van vervuild water dat gezuiverd wordt. Dit kost energie en levert bovendien zeer
veel zuiveringsslib op. Naast technische maatregelen om de verdroging tegen te gaan en de
waterkwaliteit te beschermen is er nog een belangrijk remedie waar iedereen een bijdrage
aan kan leveren, namelijk waterbesparing. In Nederland gebruiken we echter steeds meer
leidingwater. In 1990 was dit ongeveer 130 liter per persoon per dag.
De kranen en douchekop
In het Groene Dak is een aantal maatregelen genomen om deze trend te keren. Als je de
kraan opendraait komt er bijvoorbeeld per seconde minder water uit dan bij een
gebruikelijke kraan. Dit komt omdat er een zogenaamde doorstroombegrenzer op zit. In de
douche is een waterbesparende douchekop gemonteerd.
Gustavsberg-toiletten
Een traditioneel toilet gebruikt bij doorspoelen 9 liter water. Bij een toilet met een
meerstandenknop is dit al beduidend minder, maar de waterbesparing blijft afhankelijk van
of mensen al dan niet de spaarknop induwen. Bij het Groene Dak is gebruik gemaakt van nog
een ander systeem, het Gustavsberg WSS (Water Saving System) toilet. Dit in Zweden veel
toegepaste systeem gebruikt 3,5 liter per spoeling (in enkele huizen 6 liter). Dit kan
omdat het systeem werkt met vacuümzuiging. Een flinke besparing dus, die niet afhankelijk
is van het gedrag.
Composttoiletten
Tien woningen in het project zijn bijzonder experimenteel wat betreft de watermaatregelen.
Ze hebben een composttoilet, zuiveren het afvalwater bij de woning en gebruiken regenwater
voor de was.
In deze woningen is een zeer grote waterbesparing bereikt, door gebruik te maken van een
composttoilet. Het waterverbruik bij deze toiletten is nul. Dit toilet bestaat uit een pot
en een soort compostvat, dat in de kelders onder de huizen staat. In het vat vindt een
langzame compostering plaats. Elk jaar kun je het legen en de compost gebruiken in je
tuin.
Zuivering afvalwater
In diezelfde tien woningen wordt de rest van het afvalwater van het aanrecht, de douche en
de wasmachine bij het huis gezuiverd voor via de vijver de grond in gaat. Dit gebeurt door
een plantenwaterzuivering in de tuin of een vloeikas in een serre.
Gebruik regenwater
Ten slotte wordt in deze experimentele woningen het regenwater in een kelder opgevangen.
Dit regenwater wordt door een zonnecollector verwarmd, waarna er mee wordt gewassen in een
hot-fill wasmachine.
Het resultaat
Door de diverse maatregelen zijn in het Groene Dak waterbesparingen mogelijk van tussen de
17% en 50%, afhankelijk van de woning waarin je woont. Komende jaren zullen hier metingen
naar worden verricht.
De bouwmaterialen
Ecologisch bouwen maakt gebruik van verantwoorde bouwmaterialen. Verantwoord wil zeggen
dat zo weinig mogelijk belasting van het milieu plaats vindt bij de winning en productie
van het bouwmateriaal, bij de toepassing ervan en bij de toekomstige sloop van het huis.
De afweging is lang niet altijd eenvoudig, want hoe vergelijk je bijvoorbeeld de
energie-input van een bouwmateriaal met de mogelijkheid tot recycling en hergebruik?
Bij sommige materialen is de keus echter wel duidelijk: tropisch hardhout, PUR-schuim en
PVC moeten worden vermeden.
In het Groene Dak is een bewuste afweging tussen de voor en nadelen van diverse
bouwmaterialen gemaakt. Niet alles wat we wilden is gerealiseerd, omdat veel verantwoorde
producten (nog) duurder zijn dan gangbare producten.
De gevels, binnenwanden en vloeren
De meeste huizen in Voordorp zijn wit. Dit was een eis van de stedebouwers. Witte
bakstenen zijn echter erg duur. Bij veel huizen in Voordorp is daarom bij de buitenmuren
gebruik gemaakt van de eveneens witte kalkzandsteen. Deze moeten echter worden
geïmpregneerd met een giftige stof om vochtdoorslag en algvorming te voorkomen. Bij de
goedkopere lichtgele baksteen hoeft dit niet en daarom is in het Groene Dak voor deze
afwijkende kleur gekozen.
Hoe het héél anders kan, is straks te zien in het projecthuis. De muren daarvan zijn
gebouwd met leem.
De voor- en achtergevels van de huizen zijn gemaakt van prefab-elementen. Dit zijn in de
fabriek gemaakte constructies van vurenhout, gipsvezelplaat, dampremmende PE-folie en
isolatiemateriaal.
Het hout dat je aan de gevels van de woningen ziet is Western Red Cedar, uit de
productiebossen in Canada. Onbehandeld gaat het ongeveer dertig jaar mee. Het krijgt dan
langzaam een grijzere kleur. Behandeld met olie of beits gaat het nog langer mee.
De woningscheidende wanden zijn van kalkzandsteen, terwijl gebruikelijk is om ze van beton
te maken. Voordeel van kalkzandsteen is dat bij de productie minder energie nodig is.
Daarnaast geeft kalkzandsteen een beter binnenklimaat en heb je bijvoorbeeld minder last
van contactgeluiden en kun je als bewoner er een normaal gat in boren om iets aan de muur
te hangen.
De tussenwanden tussen de kamers zijn van een combinatie van natuurgips- en RO-gipsblokken
gemaakt. Rookgasontzwavelingsgips is een afvalproduct van
rookgasontzwavelingsinstallaties, bijvoorbeeld toegepast bij elektriciteitscentrales. Het
toepassen van RO-gips is een goed voorbeeld van hergebruik van afvalstoffen. Bovendien
bevat RO-gips minder radio-activiteit dan natuurgips.
Het hout
In het huis is geen tropisch hardhout gebruikt, op de glaslatjes aan de buitenkant van de
ramen na. Dat hebben we niet kunnen voorkomen. Hardhout wordt normaal vaak toegepast, ook
op plaatsen waar het totaal niet nodig is, bijvoorbeeld bij trappen, traphekjes en
plinten. Hardhout is wel duurzaam, maar er worden grote oppervlaktes tropische bossen voor
gekapt en het broeikaseffect wordt erdoor versterkt. Hierdoor dreigt zelfs een
verschuiving in het klimaat op te treden.
In het Groene Dak zijn de buitenkozijnen van gelamineerd (=verlijmd) vurenhout. De
deurkozijnen binnen zijn van massief vurenhout in plaats van staal. Ook de dakramen in de
zolders zijn van glas en hout en niet, zoals vaak bij de kleinere ramen elders het geval
is, van PVC.
De verf
Verf is sowieso slecht voor het milieu. Grofweg kun je de verven indelen in:
- alkydhars verven (op aardolie basis)
- acrylaat verven (watergedragen verf)
- high solid verven (verf met minder oplosmiddel)
- natuurverven (op basis van uit vlas gewonnen lijnolie).
Natuurverf is minder milieubelastend dan de andere soorten omdat het vooral uit
plantaardige, herwinbare grondstoffen is samengesteld. Ze drogen wel langzamer dan de
andere verfsoorten.
In het Groene Dak zijn de buitenkozijnen afgelakt met natuurverf. Voor de grondlak is
noodgedwongen (vanwege de garantie op de kozijnen) alkydhars gebruikt.
De deurkozijnen, plinten en vensterbanken binnen zijn bewerkt met lak op
lijnoliebasis.
De leidingen
In een huis zitten vele meters leiding. Normaal zijn veel van deze leidingen van het vaak
grijze PVC, wat voornamelijk doordat het chloorhoudend is zeer slecht is voor het milieu.
In het Groene Dak is dat zoveel mogelijk voorkomen. Dat lukte niet overal, omdat
bijvoorbeeld voor de overbekende lichtgele leidingen voor elektriciteitsdraden nog geen
alternatief is zonder PVC. Voor andere leidingen is echter wel een vervanging
toegepast.
De binnen- en buitenriolering en de regenpijp zijn gemaakt van het niet chloorhoudende
kunststof (PPC (wit), PE (zwart) en PP(wit)).
De schoorstenen van de woningen zijn van staal of aluminium in plaats van PVC.
Afval
De afvalberg in Nederland vormt een steeds groter probleem. Alleen al aan bouw- en
sloopafval komt er 12 miljoen ton per jaar vrij. Dit is 20% van de totale afvalberg. Het
huishoudelijk afval vormt 10% van het totaal. Duidelijk is dat veel afval zal moeten
worden voorkomen (preventie). Als afval onvermijdelijk is, moet het zo veel mogelijk aan
de bron worden gescheiden. Hierdoor wordt meer hergebruik mogelijk. Verbranden, vergisten,
storten en lozen moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij het bouwen kan hierop al
worden ingespeeld.
Bouwafval
Tijdens de bouw heeft de aannemer het afval zo veel mogelijk apart ingezameld in 6
fracties: hout, plastic, chemisch afval, metaal, puin en de rest. Bij de bouw kan al
rekening worden gehouden met toekomstige verbouwingen of sloop. Dit is een extra reden om
in het Groene Dak geen PUR-schuimen te gebruiken, ook al zijn ze tegenwoordig CFK-vrij te
verkrijgen. CFK-houdend PUR-schuim is al
helemaal uit den boze omdat het de ozonlaag aantast en belangrijk bijdraagt aan het
broeikaseffect. Materialen die met PUR aan elkaar zijn geplakt, zijn namelijk nooit meer
gescheiden in te zamelen. Als alternatief is de kierdichting gedaan met tochtband. In de
vloerplaten is in plaats van grind 20% betongranulaat verwerkt. Betongranulaat is
kapotgemalen beton en een goede vorm van hergebruik van afval.
Huishoudelijk afval
Nu we er wonen, wil het Groene Dak het afval scheiden in tien fracties. Dit zijn: glas,
textiel, papier, groenten-, fruit- en tuinafval, plastics, hout, blik, chemisch afval,
metalen en rest. Eén van de bergingen op het binnenterrein wordt hiervoor gebruikt.
Ten slotte
Al deze maatregelen zijn mogelijk voor zon fl. 8.000, = tot fl. 10.000, = per
woning. Dit bedrag is hoofdzakelijk met subsidies gedekt. Ook de leden dragen bij aan de
financiering van het project door gedurende tien jaar fl. 35, = tot fl. 65, = per woning
per maand te betalen aan de ecologische maatregelen, de tuin en het projecthuis. Sommige
investeringen zullen zich op termijn terugverdienen, zoals bijvoorbeeld de
energiebeparende maatregelen.
In de aanloop van het project zijn echter nog allerlei wensen gesneuveld. Zo hadden we
graag grasdaken gewild, dakoverstekken, houten tussenverdiepingen, vloeren van holle
baksteen en buitenriolering van gres. Dit had waarschijnlijk nog zo'n fl. 10.000, = tot
fl. 15.000, = per woning extra gekost. Misschien verandert dit nog eens als de kosten van
de vervuiling van de gangbare producten in de prijs van de producten wordt doorberekend.
Het Groene Dak is dan ook geen einddoel, maar een stap in de goede richting.
Een ecologische woning bouwen is één, maar er verantwoord in wonen is twee. Komende
jaren zal de vereniging dan ook aandacht besteden aan het inrichting van de woning,
energiezuinig leven, milieuvriendelijk wassen en afwassen en ga zo maar door. Een
uitdaging ligt voor ons.
|